Translate

zondag 31 december 2017

Niet alles was nep in 2017


Dit is de laatste dag van het jaar, tijd om terug te kijken. Dit was het jaar waarin Donald J. Trump aan zijn werk begon. Het ledental van de Internationale Broederschap van Enge Mannen groeide dan ook explosief. In de eerste maanden was ik in shock vanwege zijn verkiezing. Die schok ging weldra over in obsessie: er waren dagen dat ik niets anders las dan artikelen over de nieuwe president, zijn kabinet en Witte Huis-staf. Obsessie veranderde snel in afschuw. Pogingen om Obamacare af te schaffen, ontkenning van klimaatverandering, opzegging van het Parijse klimaataccoord om maar iets te noemen. Ultra-conservatieve aanstellingen, onpresidentieel getier en getweet tegen alles en iedereen, ontkenning en verdraaiing van feiten, goedpraten wat fout is, geruzie met buitenlandse regeringsleiders. De lijst is eindeloos. De vlam sloeg bijna in de pan vanwege Noord-Korea. Twee oenen op één kussen… daar ligt de duivel tussen!

Poetin & puppets bleken niet alleen een dikke vinger in de Amerikaanse pap te hebben, de Russen zouden tevens verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland en Spanje hebben willen beïnvloeden met de opzettelijke verspreiding van desinformatie. Binnenlandse veiligheidsdiensten schijnen hun handen vol te hebben aan het afweren. Nieuwe koude tijden braken aan, de foute Rus is helemaal terug: nu in trolvorm.

En Enge Vrouwen? Die waren er ook. Dit jaar begon voor mijn liefje en mij met een rondreis door Myanmar. Destijds waren er al geruchten dat het in de staat Rakhine rommelde. Inmiddels kent de wereld de gruwelijke verhalen: systematische moord, verkrachting, plundering en brandstichting. Kortom: etnische zuivering van moslims door Birmese militairen. De stateloze Rohingya vluchtten met honderdduizenden tegelijk naar buurland Bangladesh. 60% van de vluchtelingen zou uit kinderen bestaan. De 72-jarige leider van de boeddhistische regering, Aung San Suu Kyi, ooit winnares van de Nobelprijs voor de Vrede, ontkende de omvang en aard van het geweld in alle toonaarden. Ze ging zelfs een stap verder: er zou sprake zijn van fake news. De schuld werd neergelegd bij de opstandelingen.

2017 was het jaar van de start van de Brexit-onderhandelingen. Ook die beweging kwam tot stand door zogenaamde “post-truth politics”. Het ultieme voorbeeld van fake news was de claim dat het vertrek uit de EU £350 miljoen per week extra voor de Britse Gezondheidszorg zou opleveren. Theresa May riep dit jaar tussentijdse verkiezingen uit. Zij beloofde stabiliteit maar veroorzaakte chaos. Een politieke coupe-poging uit eigen gelederen bedreigt deze minister-president al maandenlang.

Dit was het jaar van de Grote Ontmaskering, wat mij betreft. Talloze bekende wereldburgers vielen van hun voetstuk. ♫ Ministers leren braille want zij zijn al jaren blind, verzamelen medailles omdat hun vrouw dat prachtig vindt. Maar vreemd, je ziet ze nooit op straat want wat er ook gebeurt, ze blijven veilig binnen met een slot op elke deur. Getuigen zijn zelden helden, echte helden zie je zelden. ♫ Maar ze zijn nog te vinden. Mijn helden van dit jaar zijn de Nederlandse advocate Bénédicte Ficq (1957) en de beweging #MeToo. Ficq is niet alleen kleurrijk, ze is top en dapper in haar beroep. Ooit werd ze verkozen tot beste vrouwelijke strafpleiter maar dat is niet mijn motivatie. Met de Stichting Sick of Smoking kwam ze in actie tegen de misdadige tabaksindustrie. Eerder deze maand deed ze aangifte van poging tot moord bij het Openbaar Ministerie. Dat is niet eerder vertoond in de wereld. (Amerika kent wel veel civiel-rechterlijke zaken tegen de tabaksindustrie.) Die unieke actie kreeg inmiddels navolging in het buitenland. 

Over #MeToo kan ik kort zijn: de vrouwen achter deze beweging werden niet voor niets door Time verkozen tot Person of the Year 2017. Wat velen niet weten, is dat de beweging niet in 2017 ontstond maar minstens tien jaar eerder. Het was de zwarte Amerikaanse activiste Tarana Burke die destijds als directeur van Girls for Gender Equity opkwam voor jonge zwarte vrouwen die te maken kregen met seksueel misbruik. Het waren haar twee woorden die strijdkreet werden van de stormachtigste beweging van dit jaar. Madeleine Albright (voormalige minister van Buitenlandse Zaken voor de VS) zei ooit dat er een speciale hel is voor vrouwen die andere vrouwen niet helpen.

Vanuit persoonlijk perspectief kan ik het afgelopen jaar zonder meer enerverend noemen. Mijn jarenlange sneue heup werd door doctor César vakkundig vervangen door een prothese. Oké, ik leef voort met een nepheup maar die gaf mij mijn mobiliteit terug. Tijdens mijn revalidatie was mijn liefje de gedroomde Florence Nightingale. Ze hielp mij overal bij en zorgde daarmee voor een spoedig herstel. Thank you, sweetheart.

Zij en ik verhuisden in maart naar een huis aan de kust in een overwegend Spaanse woonplaats; iets wat onze vriend Gerardo een van de beste beslissingen van [ons] leven noemde. We wonen nu op loopafstand van een van de mooiste stranden van de Costa Blanca, achter fraaie duinen met een fantastische wandelboulevard erlangs. In de zomer zwommen we hier elke dag in zee. We werden vaste klant bij Chiringuito Ramón, de lokale strandtent met misschien wel de lekkerste paëlla van de omgeving. Sinds de verhuizing volgt mijn liefje Spaanse les in het dorp. Zelf pik ik inmiddels ook een graantje mee van al dat oefenen met Duolingo. Het mooiste Spaanse woord dat ik dit jaar ontdekte, is ‘rombombante’ (gulzig).

Yuda in Bali werd dit jaar een tiener, broertje Damai ging naar de lagere school. Grote stappen voorwaarts in het leven van deze kleine mannen. Ze wonen weliswaar ver weg maar zijn vaak in onze gedachten. Op dit moment zijn we bij hen, volgende week is hun vakantie voorbij en keren ze naar de schoolbanken terug. Wij kwamen tien achtereenvolgende jaren naar Bali; een lustrum dat op gepaste wijze werd gevierd, wat ons betreft. Volgend jaar gaan we maar eens overslaan... 

Dit was niet alleen een productief blogjaar, 2017 zat vol met hoogtepunten. Een decennium aan blogs, in juni publiceerde ik mijn 1000ste. De meestgelezen blog van dit jaar is getiteld Project 3R. Het gaat over een unicum: sneeuw op het Spaanse honk en ons vertrek uit Orihuela Costa. Dat verhaal werd tot mijn eigen verbazing meer dan 5.500 keer gelezen. “It’s not a story if it doesn’t have an audience”. Die zin las ik in ‘Exit West’ van de Pakistaanse auteur Mohsin Hamid. Hij stond op de shortlist voor de Man Booker Prize van 2017 maar won niet. Het beste boek dat ik dit jaar las las, is getiteld ‘The Sea Around Us’ van de Amerikaanse Rachel Carson. Deze biografie van de zee uit 1951, maakte diepe indruk op mij. De zeeën en oceanen maakten een erg slecht jaar door vanwege overbevissing, plastic en andere vormen van vervuiling. Deze ecologe-avant-la-lettre  zou zich in haar graf omdraaien als ze dit wist.

Dit jaar was evenmin een topjaar qua reizen maar ik hoop dat 2018 daarin verandering gaat brengen. Reisplannen voor binnen- en buitenland te over! Met mijn gerepareerde heup kan ik weer elke gap overbruggen. Ik heb dan ook zin in 2018. Op dit moment zou ik wel naar Sydney willen vliegen om daar het vuurwerkspektakel mee te maken. Dit jaar is extra bijzonder want het staat in het teken van het homohuwelijk waarvoor in 2017 een meerderheid ontstond. Down Under werd daarmee het 26ste land ter wereld dat same-sex marriage toestaat. Volgend jaar zal het daar dan ook verbintenissen regenen. 

Jou, trouwe alsmede toevallige lezer, dank ik voor je tijd en aandacht. Ik wens je een gezellige oudejaarsavond en een goed begin van het nieuwe jaar.


P.S. Alle illustraties van politieke personen zijn van de hand van tekenaar Siegfried Woldhek. Die had een heel goed jaar.


vrijdag 29 december 2017

Safe in the Cave?


We gingen gisteren met de boys en hun ouders op pad. Yuda vertelde ons eerder dat hij had gelezen over een geologisch museum is in de buurt van vulkaan Batur (een buur van vulkaan Agung). De jongeman is erg geïnteresseerd in wetenschap en een van zijn hobby’s is lezen dus zo’n verzoek konden wij vanuit educatief oogpunt niet weigeren. Het bleek te gaan om een museum, gekoppeld aan UNESCO-werelderfgoed, te weten: Gunung Batur. Daarover raakten wij ook enthousiast.

Elsa (de oudste van het gezin) heeft een jong broertje, Rafie, dat in de zesde klas van de lagere school zit. Yuda, die in de vierde klas zit, noemt hem formeel ‘oom Rafie’. We kennen het ventje al jaren. Hij spreekt niet of nauwelijks maar zijn ogen spreken boekdelen. Hij kan wel praten maar hij vindt het kennelijk niet nodig. Elsa komt uit een arm Balinees gezin en ik denk, met mijn psychologie van de koude grond, dat de jongste van het gezin veel aandacht en liefde tekortkomt. Zijn ouders zijn zó druk met het organiseren van hun leven dat hun jongste kind erbij in schiet. Kasian. We kennen Elsa’s ouders ook; zij is niet zo begaan met kids, haar vader is een ontzettend aardige man en een liefhebbende opa... Rafie loopt af en toe bij Elsa & Ketut binnen waar hij gezelligheid en vriendschap vindt. Hij blijf nooit slapen, keert altijd naar zijn ouderlijke hutje terug. Op Kerstavond bleek hij ook van de partij. Wij overtuigden Yuda ervan dat het goed was een van zijn kerstkado’s, een kek shirt met lange mouwen, aan zijn oom af te staan.

We gingen met ons zevenen in een gehuurd busje op pad. (Rafie droeg zijn nieuwe shirt.) De route er naartoe is prachtig groen. Naarmate we hoger kwamen, liet het zicht te wensen over. Het was bewolkt en we kwamen zelfs in dichte mist terecht. Gelukkig waren er strepen op de weg waarop chauffeur Ketut zich kon oriënteren. Hij was één brok concentratie maar we voelden ons prima onder zijn verantwoordelijke rijstijl. Na circa twee en half uur rijden zagen de mannetjes voor het eerst van hun leven een vulkaan met eigen ogen. Alleen al dat gegeven maakte het uitje dubbel en dwars waard. De Wows” en “look at that” waren niet van de lucht. Wij legden uit dat je een wens mag doen voor jezelf als je iets voor de eerste keer ziet of meemaakt. Yuda volgde dat advies braaf op.

We gingen eerst naar het museum, daarna zouden we lunchen aan het meer van Batur. Je kunt het museum gratis betreden; wij waren op dat moment de enige bezoekers. Het museum was jarenlang eigendom van UNESCO en stond onder beheer van deze VN-organisatie maar sinds twee jaar is het eigendom van het Indonesische Ministerie van Toerisme dat het sindsdien tevens beheert. Het grote, bijzondere gebouw kan wel wat meer onderhoud gebruiken, eerlijk gezegd.

Mijn liefje leerde daar hoe Bali tot stand kwam, Elsa maakte aantekeningen voor een toekomstige spreekbeurt of een schoolproject van haar oudste zoon (!). Zelf liet ik mij van hot naar her slepen door de mannetjes. Van steen naar steen, van vulkaanuitbarstingen naar de oerknal. De gehele bovenverdieping is gewijd aan de biodiversiteit en het culturele leven rondom vulkaan Batur. Bali werd 23 miljoen jaar geleden gevormd, vulkaan Batur ontstond 500.000 jaar geleden. Batur is een zogenaamde caldera vulkaan; dit soort vulkanen heeft aan de bovenkant een brede krater. Het aparte van Batur is dat er een vulkaan met krater in de grote krater ontstond, plus een groot kratermeer. Dat alles maakt deze plek terecht werelderfgoed. Tussen 1804 en 2000 vonden hier 26 erupties plaats. Lokale Balinezen woonden in de vulkaankrater in diepe grotten waar ze zich veilig waanden. Die gua’s bestaan nog steeds, we zagen ze langs de weg liggen. 

Het museum heeft een aardige portie interactiviteit voor kids. Ze kunnen scrollen op schermen, op knopjes drukken waarna iets op een scherm gebeurt. Dat deden alle heren dan ook naar hartenlust. Ze genoten zienderogen. We brachten ongeveer twee uur door in de zalen. Mijn liefje had hier en daar graag meer toelichting gewild van een (levende) gids of meer Engelstalige uitleg. De website van het museum biedt evenmin Engelse teksten. Het aantal internationale bezoekers is dan ook gering, zag mijn liefje op Tripadvisor. Een tweetalige brochure zou geen overbodige luxe zijn geweest. Desalniettemin is dit museum een bezoek waard. 

We aten bij een kleine warung, genaamd Batur Bagus. Mijn liefje en ik bestelden een eenvoudige nasi goreng en voor ieder een cola. Eventuele germs drukken we daarmee direct de kop in. A coke a day keeps the doctor away! Tot nu toe hebben we geen last van Bali Belly en dat houden we graag zo. Wat mij opviel was dat oom Rafie zijn kippenpoot afstond aan neef Yuda… Dat mannetje zal niet vaak vlees eten maar toch gaf hij dat waardevolle ingrediënt weg. Mijn liefje dacht dat hij wellicht geen kip lust, ik kon mij dat niet voorstellen. Sterker nog: ik verdenk uitgekookte Yuda ervan dat hij zei ik vraag wel of je mee mag maar dan wil ik bij de lunch jouw ayam.

Vanaf die lunchplaats hadden we uitstekend zicht op de binnenkant van de grote krater en op het meer. Uiteindelijk zagen we Batur zonder wolken rond de top. We waren niet ver van Agung, de vulkaan die thans opspeelt. Vanwege de mist konden we het gevaarte niet zien; jammer. Geen moment voelden we ons onveilig. De lokale kranten staan hier elke dag bomvol artikelen over hoe veilig Bali is. Jokowi, de Indonesische president, was hier vorige week op bezoek. Hij twitterde dat de stranden van Bali veilig zijn en liet zich fotograferen, met opgerolde pijpen in de branding. Huh?! Daarover is toch ook geen twijfel?! Een aantal Balinese bestuurders trok zich bij die gelegenheid in een achteraf kamertje terug om te knutselen aan de status (die thans op 4 -Gevaarlijk- staat). Alsof de Chinezen en Australiërs, die respectievelijk niet naar het eiland van de Goden vliegen en geen reisverzekering aanbieden, gek zijn. Tja. De vulkanologen en andere experts zwichtten terecht niet voor deze druk. De status blijft zoals die is. 

Met beter weer en meer zicht keerden we weer huiswaarts. Dat gebied van Bali is prachtig. Je ziet de fraaiste bloemen en planten, overal waar je kijkt hangt fruit aan de bomen. Als je kijkt, tenminste. De mannetjes zaagden het stukje tropisch regenwoud om waar we doorheen reden. Glimmende avocado’s, diverse soorten mango’s, jackfruit, mangoestan, ramboetan en… doerian. Dat laatstgenoemde fruit verdeelt het gezelschap in zij die de smaak intens haten en zij die het oprecht lekker vinden. Zelf behoor ik tot de laatstgenoemde groep, mijn liefje haat zelfs de geur al (laat staan de smaak). Het lekker-kamp kreeg toestemming om er eentje te proeven buiten de auto. Joehoe! Elsa, Yuda, Ketut & me smulden, de rest keek gedogend toe. Na een goede wasbeurt mochten we instappen, met tassen ander tropisch fruit. We waren hondsmoe na zo’n intense dag uit. Als dankbetuiging trakteerde de maan ons die avond op een fraaie halo. Vanmorgen ontbeten we weer fris & fruitig, met mango en mangoestan. Dicht naast elkaar.


woensdag 27 december 2017

Vitamines L & A


Vannacht, ruim voor het ochtendgloren, zat ik even op het kleinste kamertje van ons huisje toen de holy man reeds uit volle borst oreerde. Onlangs kwam ik tot de conclusie dat we al tien achtereenvolgende jaren naar Bali komen. Een lustrum! Het zijn dus bekende klanken. Momenteel wordt in Kalibukbuk (Lovina) de verjaardag van de tempel aan zee gevierd; het is de derde dag dat we de heilige man horen zingen en praten. Het gebeurt niet in de nationale taal Bahasa Indonesia, het is geen Balinees, het is Sanskriet, een Indo-Arische cultuurtaal. Er is niets van te verstaan. Soms klinkt de zanger zeer bombastisch, dan weer als een kleine jongen; dat wordt door kenners omschreven als ‘met grote adem’ en ‘met kleine adem’ zingen. In westerse oren klinkt zijn gezang alsof hij geen toonhoogte kan houden. Toen ik terugkeerde naar de slaapkamer, bleek ook mijn liefje wakker te zijn. Ze mopperde op de holy man. (Er kwam zelfs idioom uit het schoenmakersgilde uit haar mond...) Normaliter vindt ze dit hindoeïstische chanten rustgevend en mooi dus daarover maakte ik een opmerking. Ja, maar niet om half 5 's ochtends.” Als je aan haar slaap komt, kom je aan haar!

Momenteel worden werkelijk overal om ons heen ceremonies gehouden. Je kunt niet opkijken of opstaan of je ziet mensen in ceremoniële kleding voorbij komen en hoort de daarbij behorende klanken. We vroegen een holy man die wij kennen waarom het thans zo uitzonderlijk druk is op dat vlak. Hij is de echtgenoot van Ayu, de eigenaresse van de warung met dezelfde naam die wij wekelijks meermalen bezoeken als we lekker lokaal willen eten. Uit principe blijven we uit de buurt van dit soort mannen maar hem kennen we al jarenlang. Hij is vader van een groot gezin, bescheiden, zeer aardig en op vele manier actief in de gemeenschap. (Zo is hij tevens controller van een gemeentelijk donatiefonds). Hij legde uit dat er in de afgelopen maanden geen betere tijd was dan nu om een huwelijk in te zegenen. Als zo’n ceremonie niet plaatsvindt onder het juiste gesternte, in een door de Goden goed bevonden dag of week, kan er zomaar ongeluk en zelfs scheiding uit voortkomen. We zeiden maar niet dat een relatie in stand houden, vooral hard werken is; met veel vitamines L & A: Liefde & Aandacht … Dat laatste leerden wij Elsa & Ketut wel.

Gisteravond luisterden we bij het vallen van de avond naar de traditionele hindoe-klanken van dichtbij en moderne Indonesische muziek van een feestje ver weg. Het zijn de twee gezichten van hetzelfde Bali (al laten de traditionele hindoes zich hier inmiddels ook horen via luidsprekers). Daarna riep de zanger van de moskee in de verte ook nog op voor het avondgebed. Een kakofonie van mysterieuze geluiden. Toen we op kerstavond bij Els & Ketut op hun terras zaten, hoorden we de moskee van veel dichterbij. Ik vroeg hen hoe laat hij 's ochtends voor het gebed oproept. Niet voor zeven uur; dat is een afspraak die men maakte met de overwegend hindoeïstische bewoners in de buurt. Moslims zijn in de minderheid op Bali al neemt hun aantal met de jaren toe. In sommige gemeenten, zoals het dorp aan de Bali-zee waar wij zelf ooit terechtkwamen, worden ze niet gedoogd. Dat wisten wij destijds niet, we leerden het in de loop van de tijd. (Dat ze evenmin open stonden voor buitenlanders, leerden wij ook...)

De tuin kreeg hier inmiddels enkele hevige regenbuien te verduren. In een mum van tijd verandert een lieftallig stukje tuin dan in een zwembad van semi-Olympische afmetingen. Een uur later zie je de grasmat terug, groener dan ooit. Een regendruppel op een lotusblad is het enige dat aan de stortbui herinnert. Het is hier trouwens minder warm en klam dan gebruikelijk. De temperatuur daalt hier in de nacht naar 25 graden, als de zon even niet schijnt voor of na zo'n bui, vinden wij het zelfs fris in het zwembad!

's Avonds bij helder weer kijken we onze ogen uit naar de fonkelende sterrenhemel. Soms waait er een windje en is het heerlijk om buiten te zitten. De eerste keer dat we het hier deden, stond de kleine beer recht boven onze hoofden. Hier is geen sprake van lichtvervuiling dus als star gazer kun je je hart ophalen.

Op een middag zat ik te lezen op het terras toen ik in mijn linkerooghoek iets zag bewegen. Het was de kleur geel die mijn aandacht trok. Ik spiedde in de richting waarin ik dacht dat de  gedaante zich bewoog en ontwaarde een bruine salamander met een gele keel op een boomstam voor het huis. Ik snelde naar binnen om mijn telelens te pakken en was verheugd te constateren dat het diertje er nog zat bij terugkomst. 

Het gele schild dat ik door de lucht zag zeilen was inmiddels gekrompen, zijn bruine lijf bevond zich nog deels in een opgeblazen toestand. Langzaamaan kromp zijn lichaam tot normale proporties. Het bleek te gaan om een vliegend draakje (draco volans), een hagedissensoort met huidflappen langs de flanken. Alleen mannetjes hebben een geel valscherm. De kleine dieren kunnen niet vliegen (in de zin van opstijgen) maar kunnen wel goed zweven. De foto van het draakje met gespreide gele flappen komt van Wikipedia. Dat verschijnsel zag ik niet door eigen lens; de overige foto's wel. (Ik werk mijn digitale foto-album trouwens voortdurend bij. De link staat in mijn vorige blog.) 

Leven in de tropen is boeiend. We zijn alweer twee weken hier. Time flies when you’re having fun.


maandag 25 december 2017

Prettige kerstdagen


Kerst is de perfecte tijd om te reflecteren op de eigen bijdrage aan de wereld... En die van anderen! In de afgelopen week las ik het boek ‘The Dangerous Case of Donald Trump: 27 Psychiatrists and Mental Health Experts Assess A President’, samengesteld door Bandy X. Lee (oktober 2017).

“Collectively with our coauthors, we warn that anyone as mentally unstable as Mr. Trump simply should not be entrusted with the life-and-death powers of the presidency”. Aldus twee deskundigen in het voorwoord van dit boek.

Leden van de American Psychiatrics Association (APA) zijn gehouden aan de Goldwater Rule uit 1973 die stelt dat het onethisch is als psychiaters, psychologen en psychotherapeuten een publieke persoon analyseren zonder dat hij of zij tijdens therapie door hen persoonlijk is onderzocht en zonder dat toestemming tot publicatie van de resultaten is verkregen. De mannen en vrouwen die een bijdrage leverden aan dit boek doen dat dan ook niet. Wat ze wel doen is het Amerikaanse publiek waarschuwen voor de mogelijke gevaren van een persoon; een officiële plicht van deze beroepsgroep. Een boek schrijven over de psyche van de president van jouw land verdient respect want er valt veel te verliezen... Vele auteurs zijn of waren namelijk stuk voor stuk autoriteiten in de Amerikaanse geestelijke gezondheidszorg. Met hun 27-en vertegenwoordigen ze honderden jaren ervaring.

Een van hen schrijft in zijn essay dat mensen in hun professie doorgaans een liberale denkwijze aanhangen. Hun beroep is immers gericht op sociale gerechtigheid, recht op gezondheidszorg en andere onderwerpen op de progressieve agenda. In de aanloop naar en na de presidentsverkiezing van 2016 ervoeren zij als therapeuten een grote toename in het aantal patiënten dat last kreeg van het zogenaamde Trump Effect. Mensen ter linker- en rechterzijde van het politieke spectrum lijden onder de erosie van de fatsoenlijke samenleving die zij tot dan toe kenden. “Donald J. Trump is normalizing previously outrageous behaviors, negatively impacting everyone from leaders of other nations to our own children.”

Het is niet de eerste keer dat een president lijdt aan een mentale aandoening: depressie bij Lincoln, bipolaire stoornis bij Johnson, Alzheimer bij Reagan, paranoia bij Nixon, extreem hedonisme bij JFK. Maar Trump slaat alles. Hij wordt door de meeste deskundigen in dit boek in verband gebracht met psychische aandoeningen en persoonlijkheidsstoornissen als: narcissistic personality disorder, antisocial personality disorder, paranoid personality disorder, delusional disorder, malignant narcissism (narcissistic psychopathy) en dementia. Ze baseren zich op Trump’s boeken, tv-optredens, persoonlijke interviews, interviews met voormalige vrienden, collega’s, biografen en presidentiële historici, zijn uitspraken tijdens verkiezingsrally’s, tienduizenden tweets en zijn eerste jaar in the het Witte Huis.

De auteurs sommen kenmerken van die aandoeningen en stoornissen op en leggen Trump’s gedragingen en uitspraken ernaast. En zie: er zijn overtuigende overeenkomsten. De 45e president van de Verenigde Staten heeft een mentale ziekte. Hij lijdt aan grootheidswaanzin, is een manipulator en een sociopaat (sadistisch, met roofdierlijke trekken en een bullebak). Hij toont gebrek aan empathie, geweten en schuldgevoel. Hij is ongevoelig, paranoïde, immoreel, agressief en vijandig. In een aantal essays in dit boek wordt hij vergeleken met Hitler vanwege zijn oproep tot geweld jegens tegenstanders en minderheden, zijn autoritaire optreden, tirannie en absolutisme.

Na lezing van dit boek weet ik het zeker: Trump is ongeschikt voor de functie die hij bekleedt. De man kan Amerika eenvoudigweg niet Great Again maken. Thomas Singer (psychiater en Jungiaanse psychotherapeut) zegt onder andere in zijn essay It now feels as though we have all been groped by the tentacles of Trump’s octopus-like psyche, which has invaded our own and threatens to tighten its squeeze for several years. Als er niets tegen hem wordt ondernomen, verziekt hij zijn vaderland en de rest van de wereld. De maatschappij is nu al sterk verdeeld door zijn beleid, de sociale structuur vertoont reeds grote scheuren.

Niet ieder essay vond ik even waardevol of interessant maar ik las het boek in één adem uit. Wat ik zonder meer goede suggesties vind, is dat er een onafhankelijk, onpartijdig panel van GGZ-experts komt dat de psyche van Trump gaat onderzoeken. En voor de toekomst pleiten deze deskundigen ervoor dat het Amerikaanse Congres wetgeving gaat opstellen en aannemen dat voorschrijft dat toekomstige presidents- en vice-presidentskandidaten onderhevig zijn aan een evaluatie van hun geestelijke gesteldheid. Zo'n onderzoek wordt dan elk jaar herhaald na inauguratie.

Ik ben benieuwd of Trump vanuit Florida nog een kersttoespraak houdt. Hij zal zeker niet iedereen een zalig Kerstfeest toewensen. Hoe het ook zij, mijn liefje en ik gaan door met ademen en laten deze feestdagen niet versjteren door gestoorde types op het wereldtoneel. 

Gisteravond zaten we bij onze extended family aan het kerstdiner. Volgens Ketut & Elsa, die alles afstemmen op de Balinese kalender, was het een goede dag voor een feestje. Er was een heuse kerstboom met sneeuw (watten), een kerstster en een bungelende kerstman en koala met Santa-muts completeerden het tafereel. Elsa kookte ayam betutu (een hele kip gevuld met typisch Balinese kruiden, gestoomd in pandan-blad), saté met zelfgemaakte saus en een mooie groentenschotel. En de lekkerste fruitsalade na: van mango en mangoestan. We zongen Engelse kerstliedje en maakten er een gezellige avond van. De jongens onderhielden ons met een verrassend schaduwspel op de muur. En vanmiddag hebben we een kerstlunch met resort-eigenaren Tini & Richard, hun grote familie en onze kleine. Via deze link en de link in de linkerkolom van mijn blog (het Bali-logo) kun je mijn huidige digitale foto-album bekijken. Toen ik na lezing van dit boek aan mijn liefje zei wel wat Trump-trekjes te hebben, zei ze “ik ben blij dat je het zelf zegt.” Tja... hoezo zalig kerstfeest en vrede zij met ons?!

Merry X-Mas to the rest of you!


zondag 24 december 2017

Stoute jongens


Vanuit het resort liepen we onlangs met de mannetjes naar een restaurant voor de lunch toen mijn oog viel op een kleine boom met hangende oranje bessen en paarse bloemen. Huh?! Die staat ook bij ons op het terras in Spanje! Aan een van de tuinmannen vroeg ik of hij de naam wist: Bonsai Bali.” Dat kon niet kloppen... Na terugkeer zocht ik op het web naar de werkelijke naam. Dat had ik veel eerder moeten doen want een zoekopdracht met “hanging, yellow berries and purple flowersleverde direct een hit op.

Het blijkt te gaan om duranta erecta (ook wel duranta repens genoemd). De struik voelt zich lekker in de tropen en in vorstvrije gebieden en houdt van zon en beschutting. Dat is precies wat het hier en bij ons in het sub-tropische Spanje krijgt. Menig bezoekende vriend vroeg zich, met ons, af hoe die mooie bloemen heetten. Op het terras thuis werd het een gevaarte dat ik aan het einde van de zomer drastisch moest snoeien. Vervolgens zocht ik naar de Nederlandse naam hetgeen ook direct raak was. Deze struik of kleine boom heet ‘stoute jongens’. Nergens vond ik een verklaring voor die opvallende naam maar de gele bessen zijn giftig; wellicht is dat reden genoeg om stout te worden genoemd. Zo, dit raadsel is opgelost. Tick in the box!

Dat is misschien wel het allerleukst aan reizen: je leert iedere dag en legt allerlei dwarsverbanden. Zo ontdekten wij tijdens onze wereldreis in 2005 dat we in Campoamor aan de Costa Blanca op een breuklijn woonden. Dat ontdekten we in een museum in Nieuw-Zeeland -dat ook aardbeving-gevoelig is- op een wereldkaart met lampjes. Ik drukte op een zo’n knopje en de enorme beving van Torrevieja die de stad in 1829 bijna geheel van de kaart veegde, lichtte op…

Foto: Luciano Ferrero
In een recente Jakarta Post las ik over de Balinese kunstenares Ni Nyoman Tanjung, wiens werk momenteel deel uitmaakt van de Biënnale van Jakarta. Deze inmiddels 85-plusser is momenteel een van de evacués van berg Agung, haar geboortegrond. Ze verblijft in een evacuatiekamp in Denpasar. Voor haar is de vulkaan niet slechts een berg stenen en lava, het is de verblijfplaats van haar voorouders en een bron van inspiratie.

Ze was een getrouwde vrouw toen Gunung Agung voor de eerste keer in haar leven uitbarstte (1963). Ze had destijds reeds een dochter maar, zoals vele Balinezen, wachtte zij smachtend op een jongen. Die zorgt namelijk later voor zijn ouders en maakt hen zelf tot voorouder. Volgens Balinese traditie verlaten meisjes het ouderlijk huis om te gaan wonen bij de schoonouders die zij vervolgens gaan verzorgen. Een zoon (sentana) is hier de garantie voor een verzorgde ouderdom. Ze kreeg twee zonen maar die overleden beiden rond 1970. Na hun dood raakte Ni Tanjung de weg kwijt. Kasian. Ze begon kinderkopjes op brokken lava te schilderen en die stapelde ze op in haar achtertuin. Een Zwitserse kunstenaar (levend in Bali) ontdekte haar bijzondere kunst die hij ‘Art Brut’ noemde. Hij gaf Ni Tanjung karton en een schaar om haar te stimuleren haar kunsten verder te ontwikkelen. Haar werk is inmiddels tentoongesteld in Lausanne. Je zou haar creaties-op-een-stok primitieve varianten op de traditionele wajang-poppen kunnen noemen.

Een review van een nieuwe horeca-gelegenheid in Lovina, Cafe Greco, mag hier niet ontbreken. Sinds enkele jaren woont een Griekse Nederlander (een soort blond-grijze Demis Roussos al weet ik niet of hij kan zingen), met zijn Indonesische vriend in deze omgeving. In het Vaderland was hij een succesvol ondernemer en hij is een heuse polyglot. Hij naturaliseerde tot Indonesiër en begon hier een Grieks restaurant waar we vorig jaar een aantal keren aten. Dat restaurant sloot zijn deuren afgelopen jaar. Hij verplaatste zijn restaurant en bouwde bovendien een nieuw pand op de hoek van de straat van ons huidige resort. In maart 2017 opende hij dat eetcafé dat wij een ware aanwinst vinden. Je kunt er ontbijten, lunchen en dineren. De zaak oogt heel modern, fraai en clean. De koffie is er heerlijk, de taarten groot en zoet, de feta is van topkwaliteit, het lamsvlees komt uit Nieuw-Zeeland en ze hebben een mooie rosé uit de Côte de Provence. Kom er eens om in Noord-Bali! Het personeel lijkt te zijn geselecteerd op hun looks en seksuele geaardheid… Wij vinden het leuke, stoute jongens.

Afgelopen vrijdagavond keken mijn liefje met de laptop op schoot naar enkele afleveringen van Masterchef Australia 2017. In het begin van de week was de internetverbinding nogal instabiel. Tv-uitzendingen terugkijken lukte dan ook niet. Vrijdag jongstleden echter wel weer dus we bekeken we de oorspronkelijke Australische (langere) episode 61, zonder reclame (dat is een zegen). 

We zagen allereerst een zeer ontspannen en gezellige masterclass en daarna werden de rollen omgekeerd. Deze keer was er een Mystery Box-uitdaging voor de chefs in de jury. De mannen zweetten peentjes, er zat namelijk van alles in de doos waarmee nauwelijks te koken viel. Afscheidskado van de overgebleven kandidaten. Daarna volgde een competitie waarbij de drie finalisten tegen de professionals moesten koken. De amateurs wonnen. George & Gerry kwamen door vals spel op de ‘Naughty Chair’ terecht, de stoel in de strafhoek. Zoiets kan alleen in de Australische versie van dit mooie kookprogramma. In Bali is dat verschijnsel ook bekend en wordt ‘kursi nakal’ genoemd. Ik miste mijn kijkmaatje Bernadette wel. Afgelopen jaar keken we vaak synchroon van verschillende locaties. Zij zag de finale reeds. Het wordt, naar verluidt, een emotionele rollercoaster. Wij gaan het vanavond of morgen beleven. En daarna bijna een jaar wachten op de volgende jaargang. 


donderdag 21 december 2017

#I’m in Bali Now


De huidige gouverneur van Bali, Made Mangku Pastika -die zich volgend jaar niet verkiesbaar zal stellen maar met pensioen gaat-, nodigde vrijdag jongstleden consuls van 34 buitenlandse consulaten uit voor een vergadering op zijn kantoor. Hij wilde de situatie uitleggen rondom vulkaan Agung. Hij vertelde die diplomaten dat daarover veel onzin wordt verkondigd en dat is te wijten aan foute vertalingen. Pastika is van mening dat er onnodig veel annuleringen plaatsvinden. Bali is veilig!

Mocht de vulkaan weer tot uitbarsting komen dan verplaatst de gouverneur zijn kantoor naar de luchthaven om ervoor te zorgen dat de uitreis van binnen- en buitenlandse toeristen efficiënt en effectief zal verlopen. Hij ging zelfs een stap verder: als reizigers alternatief transport nodig hebben naar luchthavens buiten Bali, dan zal het provinciale bestuur de kosten daarvan voor eigen rekening nemen. Ik knoopte de boodschap in mijn oren.

Diezelfde gouverneur riep jonge(re) generaties in de afgelopen weken op om werkgelegenheid en toekomst te zoeken in sectoren buiten de toeristenindustrie. Hij denkt dat dit een uitgelezen kans is om Bali’s agricultuur nieuw leven in te blazen. Maybe now is the time to return to agriculture; let’s return to our birthright – farming and livestock development” aldus Pastika. Wat mijn liefje en mij opvalt, is dat Agung op het eiland van de Goden zelf zoveel paniek veroorzaakt. Er is drie maanden stagnatie vanwege een sputterende vulkaan en iedereen is in zak en as. Waar is de veerkracht? Wij in Spanje (en andere Europese landen) zaten jarenlang een economische crisis uit zonder dat het land of het continent in elkaar donderde en burgers de hoop opgaven!

De situatie rondom Gunung Agung luidde hier dus een tijd in voor reflectie en dat vind ik goed. Want waar is de visie voor dit geliefde oord? Balinezen zijn volgens mij niet van de langetermijnplanning. Het bestuur lijkt geen plannen voor infrastructuur en hotelbouw te hebben, laat staan dat er een algemeen ontwikkelingsplan is. Als er een grote internationale conferentie gloort, is er weer geld beschikbaar voor het upgraden van een weg of iets dergelijks. Het bestuur van het eiland lijkt slechts één ding te aspireren: zoveel mogelijk toeristen trekken. Ik heb sterk de indruk dat men in Bali heden ten dage alles wenst wat de wijde wereld te bieden heeft maar er zelf niets of weinig voor wil laten. Vanwege de vulkaan zal 2017 geen recordjaar qua bezoekers worden en dat wordt alom betreurd terwijl ik juist blij zou zijn met minder toeristen. Ongecoördineerde groei brengt het eiland juist aan de rand van de vulkaan. Tja.

Als je mijn vorige blog hebt gelezen, zie je mogelijk ook in dat er nogal wat haken & ogen zitten aan de oproep van gouverneur Pastika. Heeft Bali in de nabije toekomst wel voldoende water om agricultuur te doen herleven? Is het sexy genoeg voor de jeugd? Ga je net als je opa of je overgrootvader de rijstvelden in of achter het vee aan als je een goed opgeleide Balinees bent? Perfect Engels zal geen heilige koe sneller doen lopen… Ik geef Pastika gelijk als hij doelt op het belang van gerichtere en betere beroepsopleidingen voor jongeren. Het percentage jeugdwerkloosheid in Indonesië ligt op 19.4%. De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) is van mening dat Indonesië meer is gebaat bij de ontwikkeling van hoogwaardige fabricage en high-value dienstverlening. Dus niks landbouw en veeteelt.

Het hoofd van de Nationale Restaurant Associatie en het hoofd van het Balinese Bureau voor Toerisme (Anak Agung Gede Yuniartha Putra), zeiden onlangs in een kranteninterview dat de gevolgen van de uitbarsting van berg Agung verstrekkender zijn dan die van de eerste terroristische bomaanslag (2002). Dat is nogal wat. Mijn liefje  en ik waren voor het eerst in Bali na de bom van 2005. Destijds voelde het voor mij dramatischer aan. Die aanslag was immers een opzettelijk verwoestende daad van kwaadwillende mensen. Het was geen natuurverschijnsel dat slechts te controleren is maar niet te stoppen. Ik herinner mij dat we op een uitgestrekt maar leeg Jimbaran-strand zaten te dineren en keken naar de golven en de ondergaande zon. De pret met een grote groep musicerende Balinezen was er niet minder om.

Gede Yuniartha Putra vertelde in datzelfde interview dat men een sociale media-campagne begon die onlangs viraal ging, getiteld #I’minBaliNow. We are doing everything we can. We have to promote Bali.

Ik verwacht dan ook dat het Balinese hotelwezen klanten die wel (willen) komen, tegemoet zal komen. Wij overwegen aan het einde van ons verblijf in het noorden nog een paar dagen in het zuiden door te brengen. We zochten op internet naar aantrekkelijke accommodatie in Nusa Dua, een deel van Bali waar we niet eerder verbleven. Daarop mailden we enkele hotels met de vraag naar gratis annulering en zonder vooruitbetaling, uit coulance voor hen die wel komen.

Er zijn hotels die flinke korting geven op hun kamerprijzen. Ik vond het echter opmerkelijk dat men vasthoudt aan annuleringskosten en  betalingen vooraf. Het antwoord op onze  vriendelijke verzoeken om die te laten vallen, was telkens ontkennend. Op het eiland wordt steen en been geklaagd over haperend toerisme maar als je als individuele klant vraagt om een tegemoetkoming, geeft men nul op request of begrijpen ze je vraag niet. 

Er was één hotelmanager die een verklaring gaf voor de weigering: hij heeft die inkomsten hard nodig om zijn personeel te betalen. Zo droevig is het dus gesteld op het eiland van de Goden... (Misschien laten we ons plan varen voor Nusa Dua; we zien wel.)

Yes, we’re in Bali now en het eiland is veilig volgens de lokale overheid. De Indonesische crisismanager van de vulkaan laat echter de hoogste alarmcode intact: code 4, Awas. Gloeiend lava was gisteren te zien bij de krater. Agung roert zich dus nog steeds.


dinsdag 19 december 2017

Onder water


Het duurt dit jaar wel lang voordat ik in de Zuid-Oost Aziatische tijdzone geraak. Doorslapen lukt maar niet en dat ligt niet aan de bedden. Na aankomst in een hotel doen we wat we altijd doen: douchen, omkleden in iets luchtigs en in teenslippers, lekker eten en daarna slapen met een pilletje. Normaliter is dat -waar dan ook- dé manier om in het Hier & Nu te komen en de jetlag te managen. Alles werkte deze keer, behalve de slaappil.

Halverwege de eerste nacht lag ik met open ogen op het ochtendgloren te wachten. De avond na aankomst in het noorden van het eiland van de Goden sloeg ik de slaappil over; die werkte toch niet. Dat kwam mij duur te staan. De daarop volgende nacht was nog moeilijker. Terwijl ik lag te lezen snurkte mijn liefje reeds zachtjes. Toen mijn ogen dreigden dicht te vallen, knipte ik het bedlampje uit om rond half twee 's nachts weer klaarwakker te zijn en te blijven. Op zondagochtend stond mijn liefje om 6 uur 's ochtends op; zij was toen door de overgang heen. Ik hoorde de voordeur zachtjes dichtgaan en draaide mij, compleet onder water, om in bed.

Ik doe geen middag dutje, ga niet vroeg naar bed, drink nauwelijks alcohol, ben overdag actief met zwemmen, wandelen en de mannetjes bezighouden, nachten zijn hier rustig en toch wil het deze keer niet echt lukken met slapen en aarden. Bovendien heb ik gezwollen voeten, ze zitten shocking klem in mijn slippers (met jeuk en blaren tot gevolg). Niet eerder meegemaakt. Het goede nieuws is dat mijn haar goed zit en de luchtvochtigheid niet hoog is.

Afgelopen weekend deden we het rustig aan. Vader en moeder, Yuda & Damai kwamen naar ons toe. Yuda vroeg ons of we een keertje meegaan naar zijn zwemclub in Singaraja. Ik wil zijn coach Rachman graag ontmoeten, zijn club en clubgenoten van dichtbij zien. Een van zijn zwemmaatjes, een meisje, trainde onlangs in Jakarta voor kwalificatie voor de nationale cup dus het is een club met aanzien en potentie. (Zij haalde de limiet nog niet.)

Een nieuw tijdperk brak aan in het zwembad: niet meer spelen maar trainen. Tjongejonge, wat maakten zij progressie! We zijn onder de indruk van de zwemkwaliteiten van de beide mannetjes. Schoolslag, rugslag, crawl en vlinderslag; ze kunnen het allemaal. Yuda vertelde dat zijn spieren af en toe pijn doen na een training. Kasian. Hij traint vijf maal per week ruim twee uur en met ons hier dus nóg meer. Ik zal mijn stinkende best moeten doen om hem te verslaan tijdens de aanstaande zwemwedstrijd. Als hij onder water als een dolfijn beweegt, ben ik sprakeloos. Hij maakt mooie, vloeiende bewegingen. Zijn broertje Damai zwemt ook heel goed en weet van geen ophouden. De coach noemt dit mannetje een natuurtalent. Hij liet oudere zwemmers naar de beenslag van deze beginneling kijken en zei “zo moet het.” Dat wordt nog wat…

In het grote zwembad van ons resort trainen de heren met hulpstukken aan handen en voeten, met badmutsen en zwembrillen op. Ik luisterde naar hun gekwetter in Bahasa Indonesia en ving woorden op als “underwater” en “cool down.” Grappig. Dat laatste verwijst naar uitzwemmen, ze herhalen dan alle slagen alvorens ze uit het water stappen. Zelfs dat is amusant om te zien. Ze gedragen zich als junior Kromowidjojo’s! Voor de eeuwigheid maakten we een Underwater Selfie.

Daarnaast namen we ons voor met ons zessen een dagje naar Ubud te gaan. Het is lang geleden dat ik daar was. Momenteel is het er, naar verluidt, heerlijk rustig vanwege het uitblijven van Chinees massatoerisme. Misschien gaan we ook nog snorkelen in Menjangan maar dat bepaalt Yuda. Als hij er klaar voor is, gaan we; anders niet. Niets moet, alles mag. We gaan Elsa’s jongste zus Nur (die bij ons werkte) en haar familie nog bezoeken in de bergen. En met ons allen zijn we door de eigenaren van ons resort uitgenodigd voor een feestelijke kerstlunch. Een mooi gebaar.

Dit jaar kwamen er tot dusver 2 miljoen Chinese reizigers naar Bali. Dat aantal zou tot 2019 naar 10 miljoen moeten uitgroeien. Maar waar laat je al die mensen? Hoe gaat dit kleine eiland om met de ermee samenhangende vraag naar water? Het grondwater zakte in de afgelopen jaren met meters tegelijk, de plaatselijke zoetwaterreservoirs zijn nog slechts voor 30% gevuld. Volgens officiële bronnen gebruikt een toerist gemiddeld 1.785 liter water per dag; voor een lokale Balinees is dat gemiddeld 14 liter. Dat is extra verontrustend als je bedenkt dat Bali naast toerisme van agricultuur leeft. En wat te doen met al het afval? In het zuiden wordt dagelijks 240 ton troep afgevoerd.

Toen mijn liefje en ik vrijdagochtend jongstleden op Kuta Beach stonden, konden we onze ogen niet geloven. Niet eerder zagen we zoveel plastic in het water dobberen. Elke golfomslag spoelde een brei van drijvend afval aan. Jakkes. We zwommen daar voor de eerste keer in jaren niet in zee. Na China is Indonesië de grootste vervuiler van zeeën en oceanen, met 3.2 miljoen ton plastic in Indonesische wateren (aldus een studie uit 2015 door wetenschappers van de Amerikaanse universiteit van Georgia).

Mij klinkt zo’n ambitieus groeiscenario voor Chinezen in Bali dus ongezond in de oren. Dit jaar is het de eerste keer dat Australiërs niet de grootste groep toeristen op Bali uitmaakten. Volgens het Indonesische Bureau voor Toerisme besteedt de gemiddelde Chinees USD $1,018 per bezoek; dat is minder dan de gemiddelde Australiër. In 2014 droegen Ozzies met elkaar 18 triljoen roepiah (USD $1.8 miljard) bij aan de Indonesische economie. Chinese vliegmaatschappijen zijn al wekenlang de enigen die niet naar Bali komen omdat men vreest niet te kunnen uitreizen als vulkaan Agung uitbarst.

De Duitse bakker zei onlangs toen we zijn winkel binnenstapte “dus er zijn nog mensen die niet bang zijn...” Het beste hotel van Lovina (The Lovina Bali Resort) kreeg, naar verluidt, te maken met 250 annuleringen voor kerst en Oud & Nieuw. Er wordt dus op grote schaal geleden. Mijn liefje en ik laten alles op ons afkomen. Ons vertrek is voorlopig niet aan de orde.


zaterdag 16 december 2017

Moe

We kwamen veilig aan in Denpasar met een rechtstreekse vlucht. Joehoe! We verlieten Alicante met een kleine vertraging, in Barcelona liepen we een grotere vertraging op maar de piloten wonnen flink wat tijd terug. Totdat we het Balinese luchtruim binnenkwamen… Toen cirkelden en cirkelden we, zonder dat er vanuit de cockpit ook maar een flintertje info kwam. Waarom? Hoe lang? Geen idee. Niet goed maar we accepteerden het. We waren immers zo dicht bij onze eindbestemming.

Ook in de bagagehal van luchthaven Ngura Rai was het wachten geblazen. De passagiers van het vliegtuig dat na ons landde, haalden hun reistassen eerder van de lopende band dan wij. Op zo’n moment, na ruim 24 uur onderweg te zijn geweest, begint mij dat te irriteren. Ik hield echter mijn mond, wachtte min of meer rustig op mijn beurt. De reistassen legden net als wij een lange weg af maar we werden herenigd.

Toen moesten we nog langs een bagagescan om het land in te komen (onzin!) en vervolgens langs de plaatselijke douane. Mijn liefje instrueerde mij geen oogcontact te maken met de spiedende heren. Dat advies volgde ik keurig op. Zij werd echter door een van de ambtenaren verordonneerd mee te gaan voor inspectie van haar tas. Zelf was ik al bijna de hoek om toen ik hoorde: Wacht op mij!” Samen liepen we naar de uitpaktafel, ik ben immers chef van de sloten. Ik ritste haar tas open en hij vroeg of er soms dozen in zaten. Ja, nou en of! Ik vroeg hem -ironisch, maar dat ging verloren- hoeveel hij er wilde zien… Beide tassen (we verdelen de buit) bevatten dozen met Lego, bouwauto’s, kleurpotloden en stiften, lichtgevende en niet-lichtgevende grote en kleine puzzels, t-shirts, dropjes en zo voorts. Daarop vroeg hij “Charity?” Ja, voor leuke Balinese jongens, we zeiden niet dat het er maar twee zijn... Na die flutcontrole mochten we doorlopen. Tja.

Tenslotte kregen we nog te maken met een lokale taxichauffeur die steen & been klaagde en ons zijn compleet lege portemonnee voor de neus hield. Of we wilden donoren. We zijn heel wat gewend op Bali dus ik verblikte of verbloosde niet toen ik zei dat wij blij zijn als toerist op vakantie te zijn in zijn vaderland. “Sir.” Hij begreep de hint en hield vervolgens zijn mond. Het is inderdaad extreem rustig. In het zuiden kon je met een gerust hart een kokosnoot afschieten in de straten. Het aantal annuleringen moet gigantisch zijn. In de Jakarta Post van vandaag las ik dat het er tussen 6.000 en 13.000 per dag zijn. Overal wordt gemopperd, ook in het noorden.

Wij waren gewoon moe. Ergens op het laatste traject keken we elkaar aan, hangend in onze best comfortabele stoelen, en vroegen onszelf af waar we dit allemaal voor doen. We wisten het antwoord 100% zeker toen we op vrijdagochtend werden opgehaald door de hele familie: voor het weerzien met hen! We hebben beiden wallen van hier tot Tokyo maar van binnen zijn we gelukkig. De hereniging had niet mooier kunnen zijn.

We zaten te wachten in de lobby van het hotel (Accor); ook dit onderkomen was slechts voor 50 à 60% gevuld, aldus de receptioniste. Mijn liefje liep even naar buiten om te zien of hun witte personenauto in aantocht was. Niet lang daarna hoorde ik gejoel uit drie kelen. Ik dacht “laat haar maar even met de mannetjes alleen zijn…” Gedrieën kwamen ze mijn kant op gelopen, hand in hand, arm om rug. Ik keek Yuda aan, zijn ogen lichtten op, hij schalde mijn naam en rende rechtstreeks mijn armen in. Hij wist niet hoe vaak hij mij moest omarmen, het regende kusjes. We kregen beiden een fraaie bloemenkrans van frangipani uit eigen tuin. Hoe leuk wil je het hebben?!

We dronken en aten nog iets op het dakterras van het hotel alvorens op weg te gaan. Op enig moment vroegen we Yuda hoe het voelt om een 10-jarige te zijn. Het duurde even voordat er antwoord kwam. Deze teenager doet niets overhaast. Zijn antwoord luidde (met een zucht): “Tired.” Hij blijkt moe te worden van zijn jonge broer. Moeder en vader proestten het daarop uit. Dat hadden ze hem niet eerder horen zeggen. Het mooie is dat we nu rechtstreeks Engels met hem kunnen praten, zonder vertaler. Zelfs zijn broertje begrijpt reeds veel. Het contact met dit gezin wordt elk jaar leuker.

Voor deze gelegenheid leende Ketut een personenbus van zijn neef, waarin wij en de volle reistassen pasten. Hij nam ons langs een bekende route naar het hoge noorden. Daarna koos hij een prachtige weg binnendoor die recent werd gerenoveerd. Aanvankelijk reden we in de richting van Munduk waar toeristische attracties herrezen. Lokale kunstenaars bedachten en ontwikkelden bijzondere vormen langs het fraaie meer van Beratan en omstreken. Van ratan, bamboe en rubber maakten ze constructies waarop en waarmee je op de foto kunt, hangend boven het meer. De mannetjes zagen de attracties eerder maar stopten niet op deze tempat Selfie’; een leuk nieuw woord. Nu dus wel. Daar ik hoogtevrees heb, moest ik wel even slikken maar liefde overwint alles. Het werden de mooiste foto’s van hen van dit verblijf dus als dat je interesse is, kun je hierna stoppen met lezen.


dinsdag 12 december 2017

Wel vlucht, wel hotel

Gisteren kregen we hier een staartje van storm Ana te verduren die over de noordelijke regio en de Balearen raasde. De Spaanse meteorologische dienst gaf voor de eerste keer in de geschiedenis een naam aan een lokale storm; te beginnen met ‘A’. Het aangeveegde terras lag weer boordevol blaadjes. We mochten echter niet mopperen: in het Vaderland kwam het leven op veel plaatsen tot stilstand vanwege hevige sneeuwval. Als tegenhanger stuurden vele vrienden ons fraaie beelden van hun tuin, hun stad, hun land. Much appreciated! Er stond gisteren 1.500 kilometers file op de Nederlandse wegen. Wie daar gisteren reisde, had engelengeduld nodig. Schiphol annuleerde 670 vluchten. Geen vlucht, geen hotel. Komt u morgen maar terug. Het resulteerde in 1300 veldbedden op locatie. Door één dagje sneeuw. Iemand van het KNMI berekende dat er 70.000.000.000.000.000 (70 biljard) sneeuwvlokken dwarrelden.

Wij gaan weldra aan onze reis naar tropisch Bali beginnen. 15.000 internationale toeristen cancelden hun vakantie naar deze Indonesische provincie vanwege vulkaan Agung. Op dit moment is er geen reden te twijfelen aan een rechtstreekse vlucht naar Denpasar. Als dat goede nieuws de komende 24 uur aanhoudt, is er geen noodzaak voor Plan B. Ik verwacht geen veldbedden op onze tussenlandingsplaats. We vroegen onze Hindoe-familie in Bali in de afgelopen dagen extra te offeren namens ons opdat de goden op het Eiland van de Goden ons als reizigers gunstig zijn gezind. We wonen er weliswaar niet meer maar toch kregen we een klapje van de molen mee, za’kmaar zegguh. Tegelijkertijd schaften we twee degelijke 3M-stofmaskers aan (€2,50 per stuk). Zo nuchter zijn we ook.

De reistassen kwamen uit de opslag en na enkele dagen luchten waren ze klaar om te worden gevuld. Het was nog nooit zo erg met kadootjes… We gaan zoals gewoonlijk een maand in Bali overwinteren maar deze keer doen we dat tijdens de belangrijkste feestdagen van december. Aan iedereen is gedacht maar aan de beide mannetjes het meest. Deze keer nemen we bovendien alvast de verrassingsdoos voor Damai mee die begin februari jarig is. Er is te weinig tijd tussen onze terugkeer in Spanje en zijn geboortedag om een goedgevulde birthday box op tijd bij de jarige te bezorgen. Daardoor bleef verbluffend weinig ruimte over voor eigen kleding en spullen. We blijven hopelijk nèt binnen de toegestane kilo’s.

De reisportemonnee bevat twee extra bankbiljetten die gulle gever en vriendin Joan ons meegaf voor de mannetjes die vorige week hun schoolrapporten ontvingen. Moeder Elsa meldde afgelopen weekend dat het rapport van de jongste ‘very good’ en van de oudste ‘good’ was. We zagen inderdaad dat Yuda iets achteruitging met rekenen maar dat zal zijn toe te schrijven aan verminderde focus op huiswerk en leren door al dat recente zwemmen van hem.

Onze tassen bevatten tevens twee advent-kalenders met Zwitserse chocolaatjes die Rose-Marie en Ingrid voor de kleine Balinezen meebrachten. We zijn niet de enigen die onze mannetjes verwennen. Zelf werden we ook bepaald niet misdeeld. Een van de leukste dingen die de dames meebrachten, was een zak zelf geplukte, welriekende maar gedroogde paddenstoelen. Als we in januari 2018 op het Spaanse honk terugkeren, gaat Ingrid daarmee een winterschotel bereiden. Een soort omgekeerde bonte avond.

Mijn liefje volgde op maandag jongstleden haar laatste les Spaans van het jaar. Juf Pilar die haar en haar klasgenoten in de afgelopen maanden begeleidde en motiveerde,  bleek vervangster van juf Lorena die met zwangerschapsverlof was. Een grote, energieke vrouw stapte, naar verluidt, het klaslokaal binnen en veroverde haar volwassen leerlingen in een storm. Het aantal personen in de klas verminderde in de afgelopen weken drastisch dus er is veel tijd en aandacht voor een handjevol doorzetters. Mijn liefje vaart daar wel bij. Het was juf L. die haar bijbracht dat de Spaanse taal geen eigen woorden kent, beginnend met ‘W’ (wel leenwoorden). Ik vind zoiets interessant en sla het met plezier op in het Grote Boek van Zinloze Feiten. Mijn liefje kijkt uit naar haar volgende les in het nieuwe jaar, onder de vleugels van nieuwe oude Juf Lorena.

We waren afgelopen dagen druk met entertainen en kennisoverdracht. De Zwitserse meisjes voelden zich direct thuis in onze casita maar wilden vanzelfsprekend graag weten hoe alles werkt. We lichtten toe hoe de vaste keukenapparatuur opereert, hoe ze langzaam kunnen koken met de Crock-Pot, hoe ze muziek van hun iPad kunnen streamen naar de Bose, hoe Spotify werkt, hoe je kerst-CDs kunnen afspelen, waar de Duitse en Franse televisiezenders zitten, wat is te zien op Netflix, hoe de kachels werken, hoe de wasmachine en -droger functioneren, wat ze moeten doen als de electriciteit hapert en meer van dat soort praktische dingen.

Na de route langs leuke restaurants, reden we met hen een rondje langs de beste supermarkten en winkels in de omgeving. Consum-Lidl-Alcampo. Zij gaan hier kerst en Oud & Nieuw vieren dus dan wil je uitpakken. Vroeger kon dat hier niet, nu wel degelijk. Vandaag komen de Colombiaanse schoonmaaksters het huis van boven naar beneden soppen en overhandigen we hen hun welverdiende kerstgeschenk. Die dames zijn zo leuk en goed! (Het contact met hen doet ons terugverlangen naar Zuid-Amerika…) Ook voor onze postbode Carlos hadden we een verrassing. Hij weet dat hij post kan blijven bezorgen in onze afwezigheid, de dames nemen de pakketjes graag namens ons aan.

Backups van documenten, digitale foto’s, boeken en andere bestanden zijn gemaakt, de bank is op de hoogte gesteld van ons aanstaande verblijf in Azië, ons gedetailleerde reisprogramma stuurden we aan onze executeur testamentair toe. Hij weet wat hij moet doen als mijn liefje en ik samen uit de lucht vallen. De camera’s en readers zijn opgeladen, de rugzakjes voor onderweg staan klaar. Die van mij is vol met electronica en kabels, die van mijn liefje bevat alle officiële reisdocumenten. Wat een noviteit is in de mijne is een goedkope leesbril. In 2018 ga ik een oogarts bezoeken. Tja.

Mijn leesvoer voor deze reis zal bestaan uit ‘Sleeping Beauties’, een samenwerkingsverband van Stephen King en zijn zoon Owen. Het is een spannende roman die de vele reiskilometers met gemak kan overbruggen, een ironische blik op de hectiek van de feestdagen, getiteld ‘Skipping Christmas’ van John Grisham en ‘Hillbilly Elegy. A Memoir of a Family and Culture in Crisis’ van J.D. Vance over de witte werkende middenklasse in Amerika. Ik ben nog steeds bezig te begrijpen wat er tijdens de afgelopen presidentsverkiezing gebeurde in de VS... Dat moet genoeg zijn voor een reis van 14.000 kilometers door de lucht.


Mijn volgende blog komt uit Bali, leo dovente.


zaterdag 9 december 2017

There is no planet B

Afgelopen weekend aanschouwden we hier en elders een supermaan, deel 1 van een bijzondere drieluik. Op 1 januari 2018 zal er wederom een extra grote, zeer lichte maan te zien zijn en op 31 januari zal er sprake zijn van een volledige maansverduistering. Die grootte en felheid komt voort uit het feit dat dit hemellichaam dan het dichtst bij de aarde staat. Op de avond van de eerste dag van het nieuwe jaar zal de maan op zijn grootst zijn voor dat jaar. Die supermaan is ook in Azië zichtbaar dus dat verschijnsel ga ik in Bali zeker op de gevoelige plaat vastleggen (net als ik hier onlangs deed). Deel 3 zal een zogenaamde ‘Blood Moon’ betreffen en is ook te zien in Bali. Wij zullen tegen die tijd echter op het Spaanse honk zijn teruggekeerd en van daaruit is deze maansverduistering niet zichtbaar. Tja, you can’t have them all.  

Afgelopen week zag ik een zwart-wit foto van de supermaan in Bali, hangend naast een ogenschijnlijk rustige vulkaan Agung. De foto werd gepubliceerd door Dr Sutopo Purwo Nugroho, hoofd van het Indonesische Centrum voor Data, Informatie en Public Relations van de nationale Disaster Management Agency (BNPB). Hij begeleidde de foto met de volgende tekst: Nature is telling a story: the mountain, full moon and human beings. There is harmony between humans and nature.Volgens hem is Bali veilig. Zijn tweet was nogal poëtisch voor de omstandigheden...
Over de veiligheid van het huidige Bali bestaan tegenstrijdige berichten. Een andere Indonesische deskundige, een vulkanoloog wiens naam ik vergat, meldde met stelligheid dat gunung Agung vóór 12 december tot fikse uitbarsting zal komen. Hij vermoedt dat de lagere kraterrand aan de noordkant het binnenkort zal begeven.

Vorig weekend leek het inderdaad relatief rustig rondom de vulkaan. Dat werd toegeschreven aan gestold magma in de krater dat functioneerde als een deksel op de hete brei. Als het daaronder honderden graden is en sist, stoomt en borrelt, kan ik mij echter voorstellen dat die rust niet lang houdbaar is. Welnu, gisterochtend om 7:59 uur plaatselijke tijd barstte de vulkaan weer uit. In de evacuatiezone, een straal van 8 à 10 kilometer rondom de krater, blijft de noodtoestand tot tenminste 10 december gehandhaafd.

Mijn liefje en ik bedachten inmiddels plannetje B. Als we volgende week niet rechtstreeks naar Denpasar kunnen vliegen, laten we ons naar Java transporteren. Daarna gaan we met een interne vlucht naar provinciehoofdstad Surabaya om van daaruit met openbaar vervoer naar de oostelijke havenplaats Ketapang te rijden. Er is geen vaste dienstregeling maar overdag rijdt er elk uur wel een bus die kant op; de rit duurt 7 à 8 uur. We kunnen ook voor de trein kiezen; vanuit Surabaya doet die er ruim 6 uur over. Treintickets voor de meest luxe eksekutif-klasse kost € 6,50 à 9,50 per persoon.
Aan de oostkant van Java moeten we vervolgens met een ferry van de ene naar de andere provincie oversteken. De veerboten van staatsbedrijf ASDP Indonesia Ferry steken 24 uur per dag over (elke 20 à 30 minuten). De oversteek duurt 45 à 60 minuten en kost nog geen €0,50 per volwassene. In de haven van Gilimanuk zal Ketut ons dan met auto opwachten en ons naar onze eindbestemming brengen. Of deze omweg nodig zal zijn, hangt af van de plaatselijke goden. Reizen is niet alleen verslavend, het kan ook uitdagend zijn.

Morgen gaat de derde etappe van de Volvo Ocean Race van start. Deze route loopt van Kaapstad naar Melbourne. De zeilers gaan aan een spannende race beginnen, er kunnen dan ook dubbele punten worden verdiend. In de 2017-2018 jaargang van de zeilrace zullen de teams driemaal meer nautische zeemijlen op de zuidelijke oceaan doorbrengen dan in vorige edities. Ze krijgen daar te maken met kou, mysterieuze en huizenhoge golven, Bijbelse stormen en ijsbergen. Het gebied kent vele bijnamen: ‘Liquid Himalayas’, ‘Roaring Forties’, ‘Furious Fifties’ en ‘Shrieking Sixties’. Veilig op het droge vind ik ze al eng klinken, laat staan dat je in een notendop op die woelige baren gaat ronddobberen. De echte liefhebber treft hier echter het summum van zeezeilen maar het wordt zwaar afzien. Slapend met de ogen open en van top tot teen ingepakt zijn in thermische kleding zijn dan kleine ongemakken.

Momenteel staat het Spaanse team MAPFRE bovenaan in het klassement, de Nederlandse teams Brunel en AkzoNobel liggen respectievelijk op de vierde en vijfde plaats. Het jonge team van Turn the Tide on Plastic, het enige team met een vrouwelijke schipper, is hekkensluiter.

Ik las afgelopen week een interview met het Portugese bemanningslid Martine Grael (1991) van team AkzoNobel. Zij is winnares van Olympisch goud (zeilen), dochter van een Olympische medaille winnende vader (ook zeilen) en een ecologe als moeder. Het interview begon met goed nieuws: ze zag heel veel walvissen, dolfijnen en zeeduivels langs de kust van Spanje en Portugal, op weg naar Kaapstad. Daarna kwam het nare nieuws: er ging geen wacht aan boord voorbij zonder dat zij grote hoeveelheden plastic zag drijven, ook op weg naar het zuiden. Deze contreien zijn niet per se berucht om hun plastic soep. De grootste hoeveelheden vind je in het westen en oosten van de Stille Oceaan, gebieden die de zeilers van de Volvo Ocean Race grotendeels rechts laten liggen. De grootste slachtoffers wereldwijd van deze vervuiling zijn schildpadden. In Kaapstad bezocht Martine een opvangcentrum voor deze dieren (ze mocht met hen zwemmen in een reuzen aquarium).

Er is tijdens deze editie van de Volvo Ocean Race veel aandacht voor het plastic-probleem in de oceanen. Zeer terecht, wat mij betreft. Op zeilschip Turn the Tide on Plastic, met Dee Caffari aan het roer, werd tussen Alicante en Lissabon wetenschappelijk onderzoek gedaan met hypermoderne apparatuur. De verzamelde gegevens werden gepresenteerd tijdens de Ocean Summit in Kaapstad. Boyan Slat (oprichter van de Ocean Cleanup) was onder andere spreker op dat congres. Wetenschappers vonden 3 miljoen microplastic-deeltjes per vierkante kilometer oceaan; een nieuw dieptepunt. De resultaten van de proeven die het schip deed op traject 2 worden thans bestudeerd en op een later moment tijdens de race gepresenteerd.

De zeilers beginnen aan een zeer uitdagende reis van 6.500 nautische mijlen lengte, die hen in circa 16 dagen naar Melbourne moet voeren. Op mijn beurt wens ik alle teams een behouden vaart toe. Ik ga hun verrichtingen weer op de voet volgen, via de app.