In het Vaderland is
het thans bitterkoud; alleen al dat bericht doet mijn tanden klapperen.
Nederlandse jongeren maakten dit niet eerder in hun leven mee, mijn liefje had
meteen (sterke) verhalen over hoe zij in barre kou naar school fietste met
kranten onder haar kleding. De laatste keer dat ik dergelijke kou trotseerde,
was in 2009 toen wij vanuit Bali hals over kop naar Nederland vertrokken voor de
crematie van mijn vriendin Nelly die op 48-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen
van longkanker. Vriend Hugo, bij wie we logeerden, wachtte ons destijds op Schiphol op met warme kleding.
Er is wel iets
vreemds aan de hand met het weer van nu. In de Sydney Morning Herald van gisteren spraken klimaatwetenschappers hun zorgen uit. Het
weerstation op Kaap Morris Jessup (Groenland) mat 6 graden Celsius op zaterdag
24 februari jongstleden, 35 graden meer dan normaal in deze tijd van het jaar. Daarmee is
het op deze noordelijkste landpunt warmer
dan in menig Europees land. Het water ten noorden van Groenland is open; daar
trof men voorheen de dikste ijslaag aan. Het vriest daar nu al 61 uur niet en ook
dat is een record. Op de Noordpool werd deze maand 0 graden gemeten. Voor het
eerst wijkt de temperatuur in deze tijd van het jaar daar af van alle metingen
in de voorgaande 60 jaar. Foute boel.
De zogenaamde Polar
Vortex, een zone van aanhoudende lage druk die koude lucht doorgaans gescheiden
houdt van zuidelijker geleden regio’s, nam in de afgelopen jaren meer en meer in
kracht af. “A massive jet of
warm air” kwam recent het hoge noorden binnen en dat stuurt een
krachtige stroom kou naar lager gelegen gebieden. Daaraan heeft Nederland De Siberische
Beer te danken en het Verenigd Koninkrijk ‘The Beast from the East’. De ijslaag in
de Beringzee ligt op dit moment op het niveau van mei of juni. Die ijslagen
zijn op hun dunst ooit rond de Noordpool en Antarctica. Voorheen voorspelde men
nog dat de polen rond 2050 ijsvrij zouden zijn maar nu denkt men dat we dit punt
veel eerder zullen bereiken. Dat is slecht nieuws voor alle lage landen ter
wereld.
In onze woonwijk komen
mensen langzaamaan uit hun winterverblijven. Er staan meer auto’s in de buurt
en we horen af en toe een kinderstem. Spanjaarden komen weer naar hun
vakantiehuizen aan de kust om te snoeien, schuren, lakken, verven en dergelijke.
Ook de plantsoenendienst kwam uit de winterslaap. Een Spaanse buur uit Madrid
wist ons te vertellen dat deze vakantieweek ‘semana blanca’ wordt genoemd, witte week. Hier loopt de
temperatuur weliswaar op tot 20 graden Celsius en meer, in de bergen rondom
Madrid en in de Sierra Nevada -op een uurtje rijden van ons huis- wordt volop
geskied.
Dat soort feitenkennis
maakt deel uit van onze inburgeringscursus. Mijn liefje begon voor de tweede
keer met Spaans voor Engelstaligen. Zelf begon ik met de omgekeerde Duolingo, te
weten Engels voor Spaanstaligen. Op dit moment zit ik op niveau 9. Volgens het
programma ben ik 60% vloeiend in een taal die qua beheersing dicht tegen die
van mijn moedertaal aanligt. Dat durf ik dus te betwijfelen! Deze nieuwe manier
van Spaans leren vind ik leuker omdat het lastiger en daardoor leerzamer is. Aan
het begin van een nieuwe sectie kun je een gokje wagen. Als je foutloos blijft,
krijg je alle punten in één keer en kun je die sectie overslaan; dat doe ik
echter niet. Het nazeggen van Engelse zinnen is een eitje maar ik moet daarnaast
veel Spaanse zinnen vormen. Je kunt ervoor kiezen herhalingsoefeningen tegen de
klok te doen; het aantal goede antwoorden bepaalt je score. Ik ben erg
enthousiast over deze aanpak. Een dag niet geleerd, is een dag niet geleefd.
Dat je ondanks al
dat geoefen met je mond vol tanden kunt staan, bleek afgelopen weekend. We
gingen met de fiets op weg naar een van onze favoriete restaurants om onze (bijna Parel-)verbintenis te vieren toen
ik buurman Pepe op zijn terras ontwaardde. Hij en zijn vrouw Lola brachten de afgelopen zomer door in een tussenhuis aan onze kant van de straat. In de herfst van vorig jaar kochten zij een vrijgekomen hoekhuis aan de overkant van de straat. In de afgelopen
maanden knapte hij de binnen- en buitenkant behendig op. Pepe heeft gouden
handen.
Ons eerste jaar in
deze woonbuurt zit er bijna op. Wij leerden dit echtpaar kennen als hartelijke
lui. Ze waren de eerste Spaanse buren die ons aanspraken. Daarna leerden we de
rest van hun familie kennen. Na onze terugkeer uit Bali, zagen we elkaar nog niet.
Hij was weer aan het klussen maar zijn lichaamshouding leek anders dan normaal.
Deze doorgaans energieke man liep met afhangende schouders. Eenmaal dichterbij,
zag ik hoe grauw hij er uitzag. We vroegen hoe het met hen ging. Het antwoord
was ontluisterend.
Zijn oudste dochter,
43 jaar oud, overleed net voor kerst. Bij haar was twee maanden daarvoor kanker
aan de lever ontdekt. Een primaire tumor in de lever is zeer zeldzaam; meestal zaait
kanker van elders uit naar dit orgaan. Zij merkte het pas op toen ze niet meer
kon eten. Genezing bleek niet meer mogelijk. Ze sliep in, zonder pijn. Drie
kinderen treuren om hun moeder. Ik nam Lola in mijn armen en sloeg mijn arm om Pepe’s
schouders. Woorden schoten tekort.
Inmiddels weet ik hoe
je ‘gecondoleerd’ zegt in het Spaans. Hier druk je je medeleven mooier
uit: ‘yo te acompaño’, ik vergezel je, loop met
je mee. Lola nam ons mee naar binnen,
naar het portret van haar oudste kind. Een mooie vrouw. Wij keken en
luisterden, zij sprak. Geen ouder zou zijn of haar kind mogen overleven. (Mijn
eigen moeder overkwam het tweemaal, door dezelfde oorzaak... Kasian.) Ze vertelde ons dat ze ‘muy católica’ is, dat ze ervan overtuigd is dat haar kind in de hemel vertoeft en dat
ze daaruit kracht put. Ze hoopt zelfs ooit op een teken van haar. Op zo’n
moment zijn mijn liefje en ik, niet-religieuzen, uiterst meegaand; elke vorm
van troost komt haar toe. Ze vertelde ook dat er momenteel veel jonge mensen
aan kanker lijden in hun Murciaanse dorp.
We liepen met kou om
ons hart naar huis terug. Het bericht raakte ons dermate dat we de fietsen
terugzetten en in een opgewarmde auto naar een warm restaurant reden. De behoefte
aan comfort en troosteten was groot. Slaap kwam die avond niet snel.