Doorgaans neemt het aantal hoogtepunten aan het einde van
een reis af. We begonnen inmiddels aan onze laatste week in Chili. Dan strijk
je ergens neer waar je gaat relaxen, op je gemakje terugkijkt op de weken die
je op de reisbestemming doorbracht en maak je je klaar voor de lange reis naar huis. Wij
niet. Deze dagen in Norte Chico, de laatste dagen in deze regio, zijn nog uiterst
enerverend!
We gingen hier allereerst op excursie naar de wijngaard van de
schoonzoon van onze Chileense vriendin Luz Maria (die vandaag haar laatste radiotherapie
ondergaat; joehoe!). Zijn Croatische grootvader kocht hier ooit land omdat
diens vrouw in deze regio was opgeleid en dol was op de omgeving. Hij begon hier
een wijngaard, zijn vader is hedentendage president van een inmiddels veel groter
bedrijf. Ovalle ligt in een landbouwgebied maar toen de familie een wijngaard
begon, had men daar nog nauwelijks ervaring met het verbouwen van wijn. Wel verbouwde
men al eeuwenlang de druivensoort die basis is van de pisco sour, het lokale drankje
waaraan ik gedurende deze reis verslaafd raakte.
Op zaterdagochtend hadden we een afspraak met Raúl, een intelligente
en innemende jongeman die studeerde aan de landbouwuniversiteit van Chili en zich daarna
verdiepte in vinologie. Felipe, de schoonzoon, is derde generatie oenoloog
en general manager van het bedrijf. (Hij was zelf niet aanwezig.) Raúl wist ons
veel te vertellen over de druivensoorten en de wijnen die zijn werkgever
verbouwt. Ze komen onder vier namen op de markt: Payen, Roca Madre, Talinay en
Tabalí. Het gaat dit bedrijf niet om het verbouwen van grote hoeveelheiden wijn
(circa 2 miljoen liter jaarlijks) maar om wijn van hoge kwaliteit. Ze noemen
zich dan ook producent van boetiekwijnen. De meerderheid van die wijnen gaat
naar het buitenland, naar 47 landen. Tabalí is het enige wijnhuis in Chili dat wijngaarden hoog
in de bergen (op 1.600 meter) en direct aan de kust heeft. Er wordt volop
geëxperimenteerd en geëxpandeerd. Het logo dat de Tabalí-wijnen gebruiken, is afkomstig
van de nabijgelegen Valle del Encanto, de Vallei van de Charme maar ik noem dat Magie.
Die vallei bezochten we op maandag. Eigenlijk is het een
ravijn (quebrada) vol met bijzonderheden. Je vindt er petrogliefen, pictografieën
en ‘piedras
tacitas’,
dat zich niet zo gemakkelijk laat vertalen. Het zijn grote stenen met ronde gaten
erin. Die zouden dienstdoen als vijzels voor het vermalen van granen en andere
voedingsmiddelen maar zouden ook kunnen dienen als opvang voor het bloed voor offerandes (vooral guanacos). Petrogliefen zijn tekeningen die in stenen zijn
gekrast of geschraapt, pictografieën zijn tekeningen die in stenen en rotsen
zijn aangebracht met pigment van planten en mineralen. Het was werk van de
Molles en Diaguitas, inheemse volkeren die hier ooit leefden.
In mijn Spaanstalige reisgids las ik dat je de vallei het
best kan bezoeken rondom het middaguur omdat de zon dan gunstig staat ten
opzichte van de rotstekeningen. Soms moet je moeite doen om iets te zien. We
reden er dan ook op het heetst van de dag, om 12:00 uur binnen. Chili staat bol
van de culturele bijzonderheden en dit terrein is er zeker een van. Het enige
dat vaak te wensen overlaat, is de documentatie. De Valle del Encanto is daarop
helaas geen uitzondering. De man die de slagboom voor ons opende, was echter alleraardigst.
Hij lichtte toe hoe we het best konden lopen. (En hij vroeg hoe het met Ajax
gaat, geloof het of niet?!) We kregen een kaartje mee maar de verhoudingen
klopten niet en de aanwijzingen waren verwarrend. De auto moest op een centrale
parkeerplaats worden gestald, het terrein moest je vervolgens te voet
verkennen. De hele route zou twee à drie uur in beslag nemen. We smeerden nog
een extra laag zonnebrandcrème over onze lichamen uit, deden onze hoeden op en
staken een flesje water in de achterzak. Klaar om te gaan!
Het is er prachtig maar die zand- en keipaden zijn niet voor
iedereen weggelegd. Soms moesten we een beetje en soms veel klauteren. Met mijn
nieuwe heup is dat geen probleem meer maar ik heb nog regelmatig last van duizelingen
en onstandvastigheid vanwege de oorinfectie dus ik was extra op mijn qui-vive. Bovendien was het erg warm.
Op enig moment zag ik een wit bord met schots en scheef geschreven tekst ‘Banos del Inca’ en een pijl naar rechts. Ik had wel behoefte aan een toilet dus ik zei tegen mijn liefje dat ik daar even naartoe ging. Zij stelde voor dat ik beter kon gaan toiletteren bij de uitgang. Braaf als ik (soms) ben, volgde ik haar raad op. We liepen na 2.5 uur licht gekookt terug naar een bloedhete auto. Wel geurde ons de eucalyptus tegemoet. Ik was verrast deze boom, die ik alleen ken van onze reizen door Australië, ook hier aan te treffen. Die ochtend plukte ik een takje en stak dat in de airco. Uit nadere bestudering van het kaartje van de vallei tijdens de lunch, bleek dat schots-en-scheve bordje te verwijzen naar eeuwenoude baden van de inheemse bevolking. Hierbij voeg ik een foto toe van het gemiste object. Nou ja, zo nodig hoefde ik nu ook weer niet. Tja.
Op enig moment zag ik een wit bord met schots en scheef geschreven tekst ‘Banos del Inca’ en een pijl naar rechts. Ik had wel behoefte aan een toilet dus ik zei tegen mijn liefje dat ik daar even naartoe ging. Zij stelde voor dat ik beter kon gaan toiletteren bij de uitgang. Braaf als ik (soms) ben, volgde ik haar raad op. We liepen na 2.5 uur licht gekookt terug naar een bloedhete auto. Wel geurde ons de eucalyptus tegemoet. Ik was verrast deze boom, die ik alleen ken van onze reizen door Australië, ook hier aan te treffen. Die ochtend plukte ik een takje en stak dat in de airco. Uit nadere bestudering van het kaartje van de vallei tijdens de lunch, bleek dat schots-en-scheve bordje te verwijzen naar eeuwenoude baden van de inheemse bevolking. Hierbij voeg ik een foto toe van het gemiste object. Nou ja, zo nodig hoefde ik nu ook weer niet. Tja.
Morgen reizen we door naar kustplaats Viña del Mar, een oude
lieveling van ons tweetjes en de een na laatste bestemming op deze rondreis. Daar waren we in januari/februari 2015 een dag of tien toen een hittegolf Santiago de Chile teisterde. Destijds vonden we het er
erg leuk. We gaan deze keer veel korter maar dat mag de pret niet drukken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten