Onlangs namen we afscheid van de Nomade die ons bijna 6.000 kilometers lang
veilig vervoerde. Ze was een topper op alle ondergronden! Gisteren reden we linea recta naar de
autoverhuur dankzij de goede voorbereiding van de bijrijder. Een groot deel van
onze reis voerde langs Ruta 5, de Via Panam. Daarlangs zagen we om de kilometer
een monument om het verongelukken van een chauffeur of een medepassagier te
herdenken en dat is een conservatieve schatting. Het hield ons vaak bezig… Viel
de chauffeur in slaap op die vaak eentonige weg? Gebeurde het in het donker of
overdag? Was het de tegemoetkomende weggebruiker die de macht over het stuur
verloor? Staken kinderen over zonder naar beide kanten te kijken? Tja. Vaak
zagen we mensen een monument schoonmaken of nieuwe bloemen plaatsen. Dat ging
mij niet in de koude kleren zitten. Zelf maakten we slechts twee à drie keer een
gevaarlijke situatie mee op de weg maar we kunnen het navertellen.
Toen wij twee maanden geleden in Santiago de Chile arriveerden, verbleven
we in een appartement op de 14de verdieping van een aparthotel in het centrum
van de stad. De studio was klein, warm en luidruchtig vanwege rondrazend
verkeer. Er lag een zwembad op de bovenste verdieping maar wij durfden onze
teen er niet in te steken… Nu verblijven we in een ander deel van deze
metropool, onder andere omstandigheden. Wel weer op de 14de verdieping; dat
moet kennelijk zo zijn. Het is een internationaal hotel met ruime kamer, aan de
schaduwzijde van het gebouw, met weinig geluid en zicht op een besneeuwde top
van de Andes. Er ligt een goed onderhouden buitenbad op de begane grond maar
het water is té koud om te zwemmen. Het is erg warm in de stad (35 graden
Celsius) dus we kozen bewust voor een zwembad maar de temperatuur daalt 's
nachts naar 16 graden dus het badwater koelt behoorlijk af. Het dauwpunt ligt zelfs
op 7 graden. Ik heb nog nooit een vakantie gehad waarin ik zó weinig zwom! De
Humboldt-stroom mag dan goed zijn voor het onderwaterleven, voor verwende dames
is die koude stroom een klap in het gezicht. (De luchtvochtigheid is hier gelukkig
laag, circa 18%.)
In de afgelopen weken probeerden we allerlei soorten accommodatie uit: hut
aan boord van een cruiseschip, piepkleine studio in aparthotel, cozy kamer in traditionele
hacienda met patio andaluz, magere blokhut met nepveranda (daar liepen we weg),
blokhut met badkamer buiten en gat in het dak (om sterren te kijken), kamer in een
van de eerste patrimoniële huizen van de vallei, felgekleurde kunstenaarsstudio,
eigenaarsuite in zelfgebouwde hacienda, bed- & breakfastplek, balzaal met
drie dubbele bedden, hostel met aso-buren, junior suite in sombere binnenlanden, goed
hotel pal aan de oceaan (tweemaal), ruime kamer in casinohotel, domus op het
strand met oceaanveranda (aka ‘de iglo’), haciendakamer in vallei, kamer in
Pippi Langkous-huis, ruime kamer met zicht op de Andes in internationaal hotel.
Wat opviel, waren de uitstekende bedden in hotels, motels, blokhutten, B&B's en hostals. Daar kunnen Aziatische hotels een puntje aan zuigen. Je hoeft de Chilenen niet te vertellen hoe belangrijk goede bedmatrassen zijn! Die troffen we overal aan. Onderweg zagen we zelfs vakantiegangers die hun eigen (dikke) matrassen op het dak van hun vans en personenauto's vervoerden. Dekbedovertrekken zoals wij die kennen, heeft men hier nauwelijks of niet. Men heeft dekbedden maar die legt men bovenop bed, met losse lakens eronder. Dat werkt overigens prima. Op wat ouderwetsere plekken sliepen we onder dekens; daar zal ik nooit (meer) een fan van zijn. Wat nog minder plezierig was, was het gebrek aan blindeergordijnen die 's nachts de straatlichten buiten hielden. Soms hingen er doorzichtige vodjes voor de ramen. Menigmaal droeg ik dan ook mijn ooglapje. Op sommige logeerplekken waren ook de oordoppen nodig. Als we op reis zijn, zitten die standaard in onze toilettassen.
Calama vond ik de eenvoudigste plek om te verblijven maar dat komt waarschijnlijk
omdat we daar op de dag van onze geplande doorreis naar San Pedro de Atacama voor
het eerst werden geconfronteerd met zware bewolking en lichte regen. Het werd er later die dag zo
erg dat de rivier El Loa uiteindelijk buiten zijn oevers trad en het stadje en
de wegen er omheen overspoelde. Deze kleine mijnwerkersplek en de plaatsen San
Pedro en Iquique (alsmede Arica in het allerhoogste noorden, dat wij niet
bezochten) werden in de daaropvolgende dagen rampgebied vanwege exceptionele
regenval en levensgevaarlijke modderstromen. Dat kostte levens. Duizenden bewoners
en bezoekers werden geëvancueerd. De Atacama-woestijn, droogste plek ter
wereld, werd voor ons, toeristen, onbereikbaar. Op de weg die je moet nemen om de
stad Iquique te verlaten, stond het modderwater tot aan de wielkast. Die route werd
uiteindelijk ook afgesloten. We zagen een tv-opname van de oceaan die wij destijds
nog intens blauw zagen: die veranderde in een donkerbruine massa. Uiteindelijk kregen 50 dorpen in Norte Grande grote problemen vanwege noodweer, zo las ik in een recente krant.
De plaats Bahia Inglesa, die we zelfs tweemaal uit vrije wil aandeden vanwege de wonderschone kust,
kreeg recent te maken met een vreemd verschijnsel. Duizenden meerkatten
spoelden aan en veranderden een van de mooiste baaien van het land in een onbegaanbaar en onwelriekend gebied. De Chileense Armada moest uitrukken
om de dieren (een soort inktvis) van de stranden te verwijderen. De overheid
liet de plaatselijke bevolking weten de dieren niet aan te raken of te eten. Gezien de topografie van Chili vermoed ik dat het land in de toekomst nog erger onder de gevolgen van klimaatverandering gaat lijden. Kasian.
Al voelde het destijds niet zo, als reizigers hadden we mazzel. Veel
mazzel!
Eenmaal terug in Santiago, gingen we op zoek naar ons wasgoed dat we in
december 2018 door omstandigheden niet konden ophalen. De beide dames van de
wasserette hielden hun deuren voor ons gesloten
terwijl ze hadden toegezegd open te zijn. Wij gingen toen op pad zonder sokken,
ondergoed en enkele favoriete shirts en bermuda’s. We lieten een briefje bij
buurvrouw Nelly achter dat we het rond deze tijd wederom kwamen ophalen. Vanmorgen
gingen we gespannen op pad. De deur van hun pandje stond open, de dames zaten
aan een kopje soep. Ze zijn zussen, 70+ en uiterst beminnelijk. Hoe kun je boos
zijn op hen?! Ik stapte als eerste binnen, gevolgd door mijn liefje. Toen ze
haar zagen, ging er een langgerekte “Ahhhh” door hun winkeltje. Zij was
en is immers de wasvrouw, een collega. We hoefden niets te zeggen, de volle waszak
met schoon goed werd van de bovenste plank getild. Wij leverden de bon in, zij
kregen hun geld. Beide partijen hadden mazzel.
Morgen gaan we nog eenmaal een van de hippere wijken van deze stad onveilig maken. Ook gaan we nog een bioscoopje pikken: Green Book. Deze gelauwerde film heeft als ondertitel: ‘vriendschap heeft geen grenzen’. Lijkt ons een toepasselijke afsluiter. Misschien wil onze Chileense vriendin mee. Zondag vliegen we terug naar huis. Het is hoog tijd om weer voet
op Spaanse bodem te zetten. We hebben er zin an. Mijn liefje stuurde haar juf Loreta elke week een Spaans reisverslag. Zij liet weten uit te kijken naar de terugkeer van haar gewaardeerde leerling. Zelf kijken wij vooral uit naar ons eigen bed, de luiken voor de ramen 's nachts en de eigen kokkerelski. Erwtensoep staat onder andere op het menu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten