Zelf liet ik de dip inmiddels achter mij die ontstond toen we in Calama
(Noord-Chili), net voor San Pedro de Atacama, piepend en kreunend tot
stilstand kwamen door noodweer. Het is daar nog steeds hommeles: inmiddels is ook
in Calama 80% van het stadje afgesneden van drinkwater. We zagen beelden op de
lokale tv van mensen in lange rijen met jerrycans. Overigens vond daar een
aardbeving plaats, met een kracht van 4.5 op de avond van ons vertrek. Dat maakten
we nu een paar keer mee: wij gaan weg en meteen daarna gebeurt het. In San
Pedro komt de regen nog steeds met bakken naar beneden. Afgelopen weekend las ik
in Nederlandse kranten dat aanhoudende regen in Bolivia mensenlevens eiste. Dat
is hetzelfde water boven dezelfde Andes maar dan aan de andere kant van de
grens. Er viel in de afgelopen dagen in de omgeving van San Pedro meer neerslag
dan in de afgelopen 20 jaar; het betreft ruim 40 millimeter, een verdubbeling
van het record van 2015. Daarmee werden wij ongevraagd onderdeel van de Chileense
geschiedenis.
Van extreme regenval is ook sprake in de Australische stad Townsville (Noord-Queensland)
die wij in 2006 aandeden. Het is niet verwonderlijk dat huizen daar op vijf
meter hoge stelten staan. Daar viel onlangs in één dag tussen 150 en 200
millimeter regen, meer dan normaliter in een heel jaar valt. Zoveel neerslag
kwam daar in de afgelopen 100 jaar niet voor. De plaatselijke rivieren traden daar
buiten hun oevers met als resultaat bijtgrage krokodillen everywhere! En dan blijven
sommige lui maar beweren dat er niets aan de hand is qua klimaatverandering. Trump
in zijn Amerika, dat lijdt onder een polar vortex, blijft maar vragen waar die ‘zogenaamde’
opwarming van de aarde zich nu ophoudt. “We need you badly!” De dommerd. Moeder
Aarde scoort record op record. Tja.
Afgelopen weekend ging in heel Chili een nieuwe wet van kracht die
plastic zakken in winkels verbiedt. Ze zijn het eerste land in Zuid-Amerika dat
deze actie neemt. Politici waren elf jaar druk bezig om dit voor elkaar te
krijgen. Ook dat is geschiedenis, ook daarvan waren wij deelgenoot. In Chañaral,
waar we een tussenstop maakten, schaften we een tasje aan met daarop een
Eco-leus en een foto van de wereldbol. In de Stille Oceaan drijft een
plasticsoep die net zo groot is als Mexico dus het werd hoog tijd voor actie.
We reisden inmiddels ruim 500 kilometers zuidwaarts, gingen van Norte
Grande terug naar Norte Chico. Via de kust reden we het binnenland in, waar bestemming
Copiapó ligt. We zijn nu in een deel waar Chili het smalst is. Dat betekent dat
we de Andes continu om ons heen zien, pieken van 5.000 tot 6.000 meter hoog. In
deze stad zelfs 360 graden om ons heen. Al blijven we zeemeerminnen, we kijken
onze ogen uit. Onze Chileense vriendin Luz Maria noemde deze stad “muy feo” (heel
lelijk) maar wij vonden het erg meevallen. Op onze recente rondreis door het
noorden kwamen wij in veel lelijker steden terecht!
Het moet worden gezegd: Chili is niet een land dat zich
gemakkelijk laat liefhebben. Vrienden met wie we in de afgelopen weken
regelmatig appten, gebruikten woorden als “leeg”, “kaal” en “woestijnachtig” bij foto’s die we doorstuurden.
Dat is precies waar het merendeel van het land uit bestaat. In de afgelopen
dagen ontmoetten we Duitse toeristen voor wie het nóg meer tegenzat dan voor
ons. Een stel maakte hier een tussenstop op hun reis naar Nieuw-Zeeland. Ze
moesten aanvankelijk terugkeren naar Madrid na de Atlantische Oceaan te zijn
overgevlogen omdat iemand aan boord een
hartaanval kreeg. Toen ze na veel oponthoud eindelijk landden in Chili konden
ze, net als wij, niet naar San Pedro de Atacama doorreizen. Andere Duitsers maakten
na 40 jaar een sentimental journey naar Chili. Zij vlogen van Santiago naar
Calama (waar we hen ontmoetten en waar het voor ons allen ophield), waarna ze nog
naar Puerto Montt en Punta Arenas zouden doorvlogen. Twee van hen hadden nu al last
van depressies terwijl ze nog twee tamelijk onooglijke steden voor de boeg
hadden.
Die somberheid voelen wij als reizigers soms ook. Mijn
liefje kreeg er zelfs last van en die is toch gelijkmatig van gevoel, veel meer
dan ik. Wat is dat met dit land? Is het de armoedigheid die altijd op de loer
ligt? Hangt die samen met het feit dat mijnbouw zo prominente rol speelt? Rondreizend
deed het mijn liefje vaak denken aan de jaren '50 van de vorige eeuw in Nederland. We spraken erover met andere reizigers. Sommigen rekenden die
sfeer toe aan de politiek: het land zou tussen Pinochet en een linkse koers zijn
blijven steken? Ik krijg er de vinger niet helemaal achter. We gaan er met Luz
Maria verder over spreken. Prachtige bergen, een constant veranderend
landschap, en übervriendelijke Chilenen maken deze reis echter de moeite waard.
We zijn nu dus in mijnstad Copiapó, in een hotel met groot
buitenzwembad, naast het casino. We verblijven in de grootste kamer ooit. Het
uitzicht is amazing. We kregen beiden een tegoedbon om te gokken maar we werden
die avond geen lid van de ‘Luckia Club’. Naarmate we zuidelijker reizen, zullen we te maken krijgen met hoge
temperaturen die hier heersen. In Santiago worden thans warmterecords bereikt. Er
vielen in de regio al doden vanwege felle bosbranden.
Voor de deur bleek het ‘Fiesta del Virgen de la Candelaria’ te worden gevierd.
De maagd is beschermvrouwe van de mijnwerkers en daar hebben ze er hier nogal wat
van. Vele groepen vanuit de regio gingen felgekleurd en dansend door de
straten. Zelfs uit Calama. Het sluitstuk was een beeld van de maagd zelf dat op
de schouders van stoere mannen door de straten werd gedragen. Dat kennen we van
Spanje!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten