Translate

dinsdag 5 februari 2019

Voorbij de dip

Zelf liet ik de dip inmiddels achter mij die ontstond toen we in Calama (Noord-Chili), net voor San Pedro de Atacama, piepend en kreunend tot stilstand kwamen door noodweer. Het is daar nog steeds hommeles: inmiddels is ook in Calama 80% van het stadje afgesneden van drinkwater. We zagen beelden op de lokale tv van mensen in lange rijen met jerrycans. Overigens vond daar een aardbeving plaats, met een kracht van 4.5 op de avond van ons vertrek. Dat maakten we nu een paar keer mee: wij gaan weg en meteen daarna gebeurt het. In San Pedro komt de regen nog steeds met bakken naar beneden. Afgelopen weekend las ik in Nederlandse kranten dat aanhoudende regen in Bolivia mensenlevens eiste. Dat is hetzelfde water boven dezelfde Andes maar dan aan de andere kant van de grens. Er viel in de afgelopen dagen in de omgeving van San Pedro meer neerslag dan in de afgelopen 20 jaar; het betreft ruim 40 millimeter, een verdubbeling van het record van 2015. Daarmee werden wij ongevraagd onderdeel van de Chileense geschiedenis. 

Van extreme regenval is ook sprake in de Australische stad Townsville (Noord-Queensland) die wij in 2006 aandeden. Het is niet verwonderlijk dat huizen daar op vijf meter hoge stelten staan. Daar viel onlangs in één dag tussen 150 en 200 millimeter regen, meer dan normaliter in een heel jaar valt. Zoveel neerslag kwam daar in de afgelopen 100 jaar niet voor. De plaatselijke rivieren traden daar buiten hun oevers met als resultaat bijtgrage krokodillen everywhere! En dan blijven sommige lui maar beweren dat er niets aan de hand is qua klimaatverandering. Trump in zijn Amerika, dat lijdt onder een polar vortex, blijft maar vragen waar die ‘zogenaamde’ opwarming van de aarde zich nu ophoudt. We need you badly! De dommerd. Moeder Aarde scoort record op record. Tja.

Afgelopen weekend ging in heel Chili een nieuwe wet van kracht die plastic zakken in winkels verbiedt. Ze zijn het eerste land in Zuid-Amerika dat deze actie neemt. Politici waren elf jaar druk bezig om dit voor elkaar te krijgen. Ook dat is geschiedenis, ook daarvan waren wij deelgenoot. In Chañaral, waar we een tussenstop maakten, schaften we een tasje aan met daarop een Eco-leus en een foto van de wereldbol. In de Stille Oceaan drijft een plasticsoep die net zo groot is als Mexico dus het werd hoog tijd voor actie.

We reisden inmiddels ruim 500 kilometers zuidwaarts, gingen van Norte Grande terug naar Norte Chico. Via de kust reden we het binnenland in, waar bestemming Copiapó ligt. We zijn nu in een deel waar Chili het smalst is. Dat betekent dat we de Andes continu om ons heen zien, pieken van 5.000 tot 6.000 meter hoog. In deze stad zelfs 360 graden om ons heen. Al blijven we zeemeerminnen, we kijken onze ogen uit. Onze Chileense vriendin Luz Maria noemde deze stad muy feo” (heel lelijk) maar wij vonden het erg meevallen. Op onze recente rondreis door het noorden kwamen wij in veel lelijker steden terecht!

Het moet worden gezegd: Chili is niet een land dat zich gemakkelijk laat liefhebben. Vrienden met wie we in de afgelopen weken regelmatig appten, gebruikten woorden als “leeg”, “kaal” en “woestijnachtig” bij foto’s die we doorstuurden. Dat is precies waar het merendeel van het land uit bestaat. In de afgelopen dagen ontmoetten we Duitse toeristen voor wie het nóg meer tegenzat dan voor ons. Een stel maakte hier een tussenstop op hun reis naar Nieuw-Zeeland. Ze moesten aanvankelijk terugkeren naar Madrid na de Atlantische Oceaan te zijn overgevlogen omdat iemand aan boord  een hartaanval kreeg. Toen ze na veel oponthoud eindelijk landden in Chili konden ze, net als wij, niet naar San Pedro de Atacama doorreizen. Andere Duitsers maakten na 40 jaar een sentimental journey naar Chili. Zij vlogen van Santiago naar Calama (waar we hen ontmoetten en waar het voor ons allen ophield), waarna ze nog naar Puerto Montt en Punta Arenas zouden doorvlogen. Twee van hen hadden nu al last van depressies terwijl ze nog twee tamelijk onooglijke steden voor de boeg hadden.

Die somberheid voelen wij als reizigers soms ook. Mijn liefje kreeg er zelfs last van en die is toch gelijkmatig van gevoel, veel meer dan ik. Wat is dat met dit land? Is het de armoedigheid die altijd op de loer ligt? Hangt die samen met het feit dat mijnbouw zo prominente rol speelt? Rondreizend deed het mijn liefje vaak denken aan de jaren '50 van de vorige eeuw in Nederland. We spraken erover met andere reizigers. Sommigen rekenden die sfeer toe aan de politiek: het land zou tussen Pinochet en een linkse koers zijn blijven steken? Ik krijg er de vinger niet helemaal achter. We gaan er met Luz Maria verder over spreken. Prachtige bergen, een constant veranderend landschap, en übervriendelijke Chilenen maken deze reis echter de moeite waard.

We zijn nu dus in mijnstad Copiapó, in een hotel met groot buitenzwembad, naast het casino. We verblijven in de grootste kamer ooit. Het uitzicht is amazing. We kregen beiden een tegoedbon om te gokken maar we werden die avond geen lid van de Luckia Club. Naarmate we zuidelijker reizen, zullen we te maken krijgen met hoge temperaturen die hier heersen. In Santiago worden thans warmterecords bereikt. Er vielen in de regio al doden vanwege felle bosbranden.

Voor de deur bleek het Fiesta del Virgen de la Candelaria’ te worden gevierd. De maagd is beschermvrouwe van de mijnwerkers en daar hebben ze er hier nogal wat van. Vele groepen vanuit de regio gingen felgekleurd en dansend door de straten. Zelfs uit Calama. Het sluitstuk was een beeld van de maagd zelf dat op de schouders van stoere mannen door de straten werd gedragen. Dat kennen we van Spanje!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten