Het goede nieuws is dat de coronapandemie ervoor zorgde dat veel mensen wederom of voor de eerste keer in hun leven op de fiets stapten. Het slechte nieuws is dat diezelfde pandemie de productie van onderdelen ernstig verstoorde. Daar ondervond het Nederlandse bedrijf Accell, onder andere producent van Batavus, Sparta en Koga de gevolgen van. Ook fietsenhandelaren kampen met problemen. Dat las ik recent in het Financieel Dagblad. Hoe waar dit is, ondervonden we onlangs aan den lijve!
Mijn liefje fietst op een Sparta, zelf heb ik een Koga onder de kont. Toen wij in 2005 stopten met werken en aan ons leven als pensionistas begonnen, kochten we ze. We woonden in de daaraan voorafgaande jaren in Engeland en daar maakten we gebruik van een strakke Gazelle (ontwerp van Jan Jansen) en een roze Giant mountain bike. Die rijwielen bestegen we daar nauwelijks. De toenmalige woonplaats heette ‘Caversham Heights’ dus dan raad je het al: een plaats op hoogte. Sommige wegen naar ons huis kenden een stijgingspercentage van 14%. Dat is al met moeite te doen voor de klimgeiten in de Tour de France; laat staan voor Nederlandse vrouwen die meer met hun hoofd dan met hun lijf werken. Voordat we vanuit Engeland naar Spanje verhuisden, verkocht ik die fietsen voor een prikkie via eBay aan Britten die vanuit het hele land op onze (zo goed als ongebruikte) oer-Hollandse fietsen afkwamen. Het is goed om te weten dat ze een tweede leven begonnen, eentje met blije, nieuwe eigenaren.
In de aanloop naar ons nieuwe leven kochten we een Fendt-caravan waarmee we in Europa wilden gaan kamperen. We startten op de camping van Kijkduin, onze voormalige woonplaats in Nederland; om te leren hoe zoiets gaat en vrienden te ontvangen. Destijds gingen we naar een fietsenspeciaalzaak in Delft om nieuwe stalen rossen te kopen van Hollandse makelij. De Sparta en Koga verhuisden mee naar Spanje. In onze vorige woonplaats aan de Costa Blanca was fietsen geen voor de hand liggende bezigheid. Ook daar woonden we namelijk op een steile heuvel. De stijgingspercentages lagen daar hoger dan in Engeland. De nieuwe fietsen kwamen dan ook nauwelijks uit de schuur. Op enig moment stonden we op het punt ze van de hand te doen maar terugkijkend, zijn we blij dat we dat niet deden.
Nu wonen we immers weer in vlak gebied. Onze woonplaats heeft zelfs zogenaamde ‘ciclocalles’, straten waar autobestuurders niet harder dan 30km per uur mogen rijden omdat ze het wegdek delen met fietsers. We hebben hier ook bijna overal gescheiden rijwielpaden; soms met een doorgetrokken streep, vaker via verhoogde paden of afgeschermd met reflecterende paaltjes. Kortom, een fiets(er)vriendelijke omgeving.
Spanjaarden fietsen ook graag en ze zijn er goed in. Dat blijkt niet alleen uit het aantal Tour de France winnaars (als Induráin, Contador en Delgado). Overal en altijd duiken hier fietsteams op en zie je stoere eenlingen; sommigen zijn een tikkie gezet maar de meeste fietsers zijn volledig afgetraind. En iedereen is hier altijd tot in de puntjes gekleed in rijwielkleding. Dat geldt zowel voor amateurs als voor de meeste recreatieve fietsers. Een Spanjaard sport bij voorkeur in de kleding die erbij hoort, tot en met bijpassende sokken! Mijn liefje en ik fietsen bij voorkeur in korte broek, luchtig t-shirt en teenslippers. Fietsers zag ik hier jaren geleden doorgaans op gammele, te kleine fietsen met te lage zadels. Aangezien ook in dit deel van Europa fietsenhandelaren als paddenstoelen uit de grond schoten, is er inmiddels een ruime keus aan fietsen-op-maat. Als je merken als Koga of Sparta zoekt, dien je echter lang te speuren (al kun je alles bestellen, zij het met veel wachttijd) maar de aangeboden collectie kan ermee door voor de gemiddelde liefhebber.
Enkele spaken van onze ouwe-trouwe fietsen lieten het onlangs afweten. Na 15 jaar is dat niet verwonderlijk. We fietsten na een zwempartij in zee naar huis toen ik de eerste pang van mijn voorwiel hoorde komen. Het voorwiel van mijn liefje reageerde subiet met tweemaal pang: bij haar sprongen op dat moment twee spaken na elkaar. Geen goed teken. We stapten af, bekeken het euvel en liepen voor de zekerheid te voet naar huis. Zonder voortanden is het lastig broodjes eten!
We hebben een vaste fietsenmaker in buurgemeente Lo Pagán (Murcia). Eigenaar Ruben is de man die altijd alle probleem oplost. Zijn uurtarief ligt beduidend lager dan dat van zijn Nederlandse collega´s maar dat is hier in bijna alle branches het geval. Iemand raadde onlangs aan eens een andere fietsenwinkel uit te proberen in de omgeving van het lokale politiebureau. We wilden Ruben niet ontrouw zijn maar een alternatief in eigen gemeente (regio Alicante) klonk goed. Ik haalde de beide voorwielen los. In het geval van een Koga is dat een fluitje van een cent: je tilt het wiel eenvoudigweg uit de voorvork. Bij een Sparta moet je eerst de remkabel en dan de trommel van de rem (voor de zekerheid) losmaken.
Ik trof de nieuwe zaak, Moto Yepes, op de beschreven route aan. Het is een grote winkel die vooral motoren en brommers tentoonspreidt maar klaarblijkelijk ook in stevige fietsen handelt. Ik legde de situatie van de beide wielen uit aan de receptioniste, herhaalde dat voor de technische man en vroeg of ze kans zagen de kapotte spaken te vervangen. Als dat niet kon, mocht er ook een nieuw wiel voor de Sparta worden besteld. Ze gingen aan de slag, het zou een dag of drie duren. Ze hadden mijn telefoonnummer dus ze zouden bellen.
Na drie dagen hadden we nog niets gehoord dus ik belde zelf maar eens. Het verhaal aan de telefoon was dat ze op dat moment niet wisten waar de spaken waren. Ze waren zoekgeraakt. Na een week stapte ik de zaak maar weer eens binnen. Er bleek helemaal niets te zijn gebeurd. Het was een smoes. De spaken waren niet te krijgen. Waarom was ik dan niet eerder gebeld? Dan had ik geen week verloren... Hij zei dat ik groot gelijk had en boog zijn hoofd verslagen. Ik dankte hem voor niets, pakte de wielen op en verliet de winkel.
Terug naar vertrouwde Ruben, die zei direct aan de slag te gaan. Als hij de spaken op voorraad had, zou de klus de volgende dag zijn geklaard. Als hij ze moest bestellen, zou het een dag of drie extra gaan duren maar hij zou bellen als de reparatie was gedaan. De volgende dag kwam geen belletje, vier dagen later evenmin. Mijn liefje reed dus maar weer naar de winkel. Ruben zelf was niet aanwezig maar een collega vertelde een verhaal over een andere collega die op weg ging om de spaken te halen en toen een motorongeluk kreeg. Zo liepen ook zij extra vertraging op.
Het klonk als de smoes van de openstaande brug of de pijamabroekband die in het matras verknoopt raakte… Tja.
Na enkele dagen reden we langs de winkel en zagen dat die potdicht zat. Oh-oh. Wat nu weer? Na thuiskomst belde ik Ruben op zijn privénummer. Waarom was de winkel gesloten? En waar waren mijn voorwielen? Ze hadden de werkplaats gesloten omdat een collega-fietsenmaker ontbrak (die van het motorongeluk) en al hun onderhanden reparatiewerk overgebracht naar hun winkel in San Pedro. Ik wist niet eens dat hij een tweede zaak bezat?! Daar stonden de beide wielen. Eentje was al gereed (mijn Koga), naar verluidt, de andere zou de volgende dag klaar zijn.
Ik vroeg naar het adres van de winkel en dat bleek precies de zaak te zijn die ons destijds was aangeraden! (De tipgever vergiste zich alleen in de plaats...) Mijn liefje wilde per se haar wiel ophalen maar ze keerde met lege handen terug. Ze had namelijk niet opgeslagen dat haar wiel op het oude adres wachtte, in Lo Pagán. Die verwarring kon er nog wel bij. De volgende dag was het eindelijk zover: het nieuw bespaakte wiel werd met haar Sparta herenigd. Eindelijk!
Nee hoor, te vroeg gejuicht. Aan een kant miste een moer die het wiel moet vastzetten. We checkten de kofferbak maar daar lag het dingetje niet. Ik maakte een foto van de lege naaf en omcirkelde de plek van het ontbrekende onderdeel. Geen idee hoe zoiets heet in het Spaans, zover reikt mijn talenkennis nog niet. Het bleek te gaan om een ‘tuerca pasada’ (borgmoer). Die konden we de volgende dag ophalen. Zo tikte weer een dag weg, zonder rijwiel.
Uiteindelijk zetten we het voorwiel met hulp van buurman Jan weer in de Spartafiets en sloten de remkabel aan. Het oogde vreemd... Op dat moment pas ontdekten we dat een veel essentiëler onderdeel ontbrak: de trommel van de rem. Dat is een heel nieuwe invulling van het begrip onderdelenschaarste!
Weer zocht ik contact met Ruben, nu via Whatsapp; de foto ging mee als bewijs. Kon het onderdeel bij de verhuizing van de spullen in de oude werkplaats zijn achtergebleven? Zou kunnen, was zijn antwoord. Dat bleek juist. Een slordigheidje, noemde hij dat; ‘un abandono’. Het ding werd een dag later in een plastic tasje met twee losse schroeven aan ons overhandigd. Ruben bood zijn welgemeende excuses aan voor deze rommelige gang van zaken. Al was deze servicebeurt slecht, we blijven hem voortaan trouw. Ontrouw wordt namelijk afgestraft!
Ruim twee weken later fietsen we weer veilig en vrolijk rond, als de hitte en harde wind (uit het bloedhete zuiden) luwt. Toch wonderlijk hoe zo´n kleine spaak zo´n groot verhaal kon worden. Maar als blogger realiseer ik mij dat het komkommertijd is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten