Translate

woensdag 11 augustus 2021

Naar de reddingsboot! (deel 1)


Illustratie: Jip van den Toorn
Dit wordt weer een longread. Aan mijn schrijftafel is er geen sprake van komkommertijd! Recent verscheen een Engelstalig rapport dat mijn liefje onder mijn aandacht bracht. Het bleek te gaan om een uiterst interessant document. Nee, niet over het recente IPCC-rapport over klimaatverandering maar dat heeft zeker een relatie met dit onderzoek. Ik knip deze blog in twee delen op, uit compassie voor de lezer.  

In het kort: Nieuw-Zeeland zou het best zijn voorbereid op het instorten van de wereldwijde samenleving. Mocht het tot zo´n instorting komen door een financiële crisis, de verwoesting van natuur door klimaatverandering of een pandemie die ernstiger is dan corona (of alles tegelijk), dan zitten de Kiwi´s aan de andere kant van de aardbol er het best bij van ons allemaal!

Landen werden in het onderzoek gerangschikt op basis van een aantal criteria; onder andere de mogelijkheid om in eigen voedsel te voorzien, de eigen grenzen te bewaken en het electriciteitsnetwerk in stand te houden. Een shortlist van vijf landen kwam zo tot stand. Die blijkt te bestaan uit dunbevolke eilanden, eilandarchipels of eilandcontinenten op gematigde breedtegraden met sterke oceanische klimatologische invloed. Nieuw-Zeeland kwam uit de bus als land met het grootste potentieel. De andere landen op die lijst zijn: Australië -te weten Tasmanië, Ierland, IJsland en het Verenigd Koninkrijk. (Canada en de Verenigde Staten eindigden samen op de zesde plaats.)

N.B. IJsland ligt weliswaar op subpolaire breedtegraden maar heeft een klimaat dat wordt afgeschermd door de Noord-Atlantische (Golf)stroom en heeft dus kenmerken van een landmassa die verder naar het zuiden ligt. Eilandcontinent Australië omvat meer klimatologische regimes vanwege zijn enorme omvang maar omvat een gebied met een gematigd zeeklimaat, te weten de zuidelijkst gelegen staat Tasmanië.

In het Britse onderzoek worden deze landen 'knooppunten van aanhoudende complexiteit' genoemd. Dit zijn geografische locaties die minder effecten kunnen ondervinden van een mogelijke instorting vanwege gunstige startomstandigheden. Die maken het mogelijk een zekere mate van maatschappelijke complexiteit te behouden in tijden van crisis. Dit onderzoek werd gedaan door Britse wetenschappers van het Global Sustainability Institute.

Professor Aled Jones leidde dit onderzoek en werd in de Engelse krant The Guardian geïnterviewd. Hij noemt het zorgelijk dat men op de meeste plekken op aarde niet goed is voorbereid op dit soort crises. Volgens Jones toonde de coronacrisis aan dat overheden snel kunnen reageren op een wereldwijde crisis al werden veel landen erdoor overdonderd. Hij meent dat landen meer speling moeten inbouwen in hun systeem. Overigens gelooft hij niet dat onze beschaving tenonder zal gaan aan de gevolgen van klimaatverandering maar het zal wel zorgen voor een wereldwijde schok die we wellicht niet te bovenkomen.

Ik ging op zoek naar het wetenschappelijke rapport zelf maar zocht eerst uit of en hoe mijn liefje en ik zouden kunnen emigreren naar Nieuw-Zeeland. Dat bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het land geeft verblijfsvisa uit aan studenten, personen in de werkzame leeftijd wier skills set men daar tekortkomt en aan toekomstige inwoners die miljoenen dollars of euros in het land willen investeren. 

Het zal niemand zijn ontgaan dat Nieuw-Zeeland miljardairs in de afgelopen jaren residentie verschafte omdat ze er land kochten en daar hun ondergrondse bunkers konden bouwen. Ze worden ‘doomsday bunkers’ genoemd, als schuilplek voor wanneer de wereld dreigt te vergaan. Nieuw-Zeeland bood voor de uitbraak van de coronapandemie zogenaamde ‘investor visa’ aan voor USD$6.000.000 voor een verblijf van drie jaar. Vorig jaar ging een recordaantal Silicon Valley-superrijken die kant op, voor een verblijf in de eigen bunkers. Sommigen waren te laat. Het land sloot zijn grenzen namelijk voor elke buitenlander.

Onder de knop ‘permanente residentie’ op de website van de migratiedienst van Nieuw-Zeeland zit echter het grote niets… Geen enkele functie, geen informatie, je kunt niet doorklikken. Met andere woorden: als je niet in bovenstaande categorieën valt, zwaait men in Wellington de deuren echt niet voor je open!

In 2006 maakten wij een wekenlange rondreis over het noorder- en zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Ik moet bekennen dat mijn eerste ervaringen ter plaaste nogal tegenvielen. Aan deze reis ging drie maanden rondtoeren in een camper in buurland Australië vooraf. Op dat grote continent voelden we ons zo vrij als vogels en bovendien zeer welkom. Alles liep daar van een leien dakje. De ongedwongenheid en gemoedelijkheid van de Ozzies stond in sterk contrast met de afstandelijkheid en stuursheid die we aantroffen in Nieuw-Zeeland. We maakten daar gemakkelijker contact met de (miljoenen) schapen die er rondlopen! Die ervaring schokte mij destijds. De natuur van het land is echter overweldigend en onovertroffen maar zou ik daar echt willen wonen? Nee. Zelfs niet nu het land 's werelds belangrijkste reddingsboot blijkt te zijn.

De inleiding van dit rapport begint met de geschiedenis van de menselijke beschaving. Die maakte sinds het begin een voortdurend traject van toenemende sociaal-politieke complexiteit door; een trend die de laatste jaren in een dramatische stroomversnelling terechtkwam. Dit fenomeen leidde tot een steeds ernstigere verstoring van het aardsysteem (naar het Griekse woord 'Gaia', voor aarde). Een recente manifestatie van zo´n verstoring op wereldschaal is klimaatverandering.

De eerste grote verandering die de mens bereikte na een lange periode van leven in kleine, verspreide groepen jager-verzamelaars, was de overgang naar een op landbouw gebaseerde beschaving. Die vond onafhankelijk en op meer locaties tegelijkertijd plaats. Dit werd grotendeels mogelijk gemaakt door de verschuiving naar een warmer, stabieler interglaciaal klimaat op wereldschaal dat we het Holoceen gingen noemen.

De grote verschuiving als gevolg van de verspreiding van de landbouw leidde tot consistente energetische en materiële overschotten die op hun beurt de vestiging van vaste stedelijke nederzettingen, hiërarchische samenlevingen en organisatorische complexiteit zoals arbeidsspecialisatie mogelijk maakten.

De opkomst van deze verschijnselen zette mechanismen in gang (onder andere voedseloverschotten) die leidden tot een verder toenemende bevolkingsgroei en de ruimtelijke uitbreiding van landbouw en menselijke activiteit over het grootste deel van de aarde. De groei van de omvang en de complexiteit van de menselijke beschaving ging eeuwenlang door, maar werd uiteindelijk beperkt door de afhankelijkheid van natuurlijke energiestromen en de toepassing van spierkracht van mens en dier om energie en materiële hulpbronnen te gebruiken.

Het overwinnen van deze begrenzingen begon rond 1800 -het begin van de Industriële Revolutie- met grootschalige exploitatie van de zeer grote energievoorraad in fossiele koolstofafzettingen, met behulp van nieuw ontwikkelde technologieën. De wereldbevolking en de industriële capaciteit groeiden snel door maar bereikten pas rond het midden van de 20e eeuw een bijna exponentiële groei. Deze periode, die de ‘Grote Versnelling’ (de afgelopen 70 jaar) wordt genoemd, leidde tot de snelste en ingrijpendste van alle eerdere veranderingen. 

Deze grote versnelling wordt gekenmerkt door een substantiële en voortdurende toename van de maatschappelijke complexiteit en de omvang en intensiteit van menselijke activiteiten over een breed spectrum: bevolkingsgroei, energie- en zoetwatergebruik, stikstofbinding en cementproductie. Het effect van deze dramatische groei in de collectieve menselijke beschaving leidde tot de karakterisering van de recente geschiedenis van de aarde: het ‘Antropoceen’ (naar het Griekse woord 'anthropos' voor mens). Een tijdperk waarin menselijke activiteit van invloed is op de aarde en het klimaat.

Het aardsysteem is echter eindig in ruimtelijke omvang, energetische capaciteit en algehele complexiteit, en de voortdurende uitbreiding van menselijke inspanningen resulteerde (en zal blijven resulteren) in het overschrijden van de grenzen van dat systeem en het uit balans raken ervan. Dat aardsysteem is op zich zelfregulerend maar lijdt onder een sterke en groeiende verstoring door menselijke activiteiten. Deze kunnen het potentieel hebben om de op landbouw gebaseerde beschaving die tot bloei kwam in goedaardige Holoceen-omstandigheden, fundamenteel te ondermijnen.

Deze verstoringen resulteerden in een scala aan effecten op de wereldwijde menselijke beschaving. Die bevindt zich thans in een hachelijke situatie door klimaatverandering, een verhoogd risico op pandemieën, ecologische vernietiging (die zich manifesteert als de zesde uitstervingscyclus) en groeiende risico's van systemische instabiliteit. Met name de combinatie ervan brengt onze complexe beschaving mogelijk in een precaire positie. Er hangen donkere wolken boven onze toekomst!

Je zou dit scenario code rood voor de mensheid kunnen noemen, zoals António Guterres, secretaris-generaal van de VN onlangs deed na publicatie van het IPCC-rapport. Deel 2 verschijnt binnenkort.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten