We keken zaterdagmiddag omhoog naar waar het bromgeluid vandaan kwam. Het was deze keer niet de kustwacht. De renners van La Vuelta, deelnemers aan de Ronde van Spanje, raceten langs en deze helicopter kondigde ze aan. We vonden het niet interessant genoeg om langs de route te gaan staan; bovendien was het op het heetst van de dag. Wel keken we naar een reportage op de Nederlandse televisie.
Er kwamen veel bekende beelden langs, vooral van het Murciaanse traject van de etappe: het peloton op de AP-7 bij de afslag naar San Javier, fietsers op de rotonde van Los Alcázares, velden met citrusbomen, uitgestrekte roze zoutmeren, de binnenhaven van Cartagena inclusief een close-up van museum ARQVA (zie een vorige blog), de mijnstreek inclusief het rode meer (idem dito), de baai van Pórtman (sterk vervuild maar dat zie je niet vanuit de lucht), natuurgebied Calblanque, de vele golfbanen en de landtong van La Manga. Een feest van herkenning! Overigens las ik dat men denkt dat de strip van La Manga niet meer zal bestaan over 60 jaar. Die zal als Atlantis zijn verdwenen in de golven…
Op de maandag erna trof ik deze foto aan, op de sportpagina van de Volkskrant. Je ziet een deeltje van de wielerkaravaan en aardig wat toeschouwers langs het parcours, met een blik op het strand en de zee van buurgemeente Lo Pagán.
Ook daar komen we regelmatig. In die kustplaats zit namelijk een van onze favoriete restaurants (Venezuela, door ons ‘De Tonnetjes’ genoemd), onze fietsenmaker, de Chiringuito waar een lokale zigeunermamá de lekkerste gefrituurde inktvisjes van de omgeving bereidt (krokante chipirones), de modderbaden naast de zoutmeren en de wandelboulevard die mijlenver de Middellandse Zee in steekt (links bovenin).
Wat op deze foto niet is te zien, is dat zich een van de grootste ecologische rampen afspeelt in die regio. Afgelopen week was het weer raak aan de oevers van Mar Menor, de grootste binnenzee van Europa. Op tv hoorde ik de NOS-sportverslaggever deze waterplas een ‘omsloten meer’ noemen. Volgens mij zijn meren altijd omsloten, door land? Nou ja, gelukkig had hij meer verstand van wielrennen!
Vrijwilligers en gemeenteambtenare haalden een record aan dode vissen uit de Mar Menor, geschat op 4.500 à 5.000 kilo. Dat zou 1.500 kilo meer zijn dan het trieste record van 2019. Ecologisten menen dat de lokale overheid het genoemde cijfer expres laag hield. Het zou gaan om 28 ton dode vissen en schaal- en schelpdieren, oftewel 28.000 kilo. De bulk bestond uit kleine vissen maar voor mij doet dat er niet toe; hoe klein ook, ze gingen dood in hun eigen habitat. Ze zouden zijn omgekomen door zuurstofgebrek in het zeewater. Volgens dezelfde ecologisten wordt dat veroorzaakt door de aanhoudende lozing van giftige land- en tuinbouwafvalstoffen (nitraten en fosfaten) in zee. Ik blog daarover al jaren en inmiddels haalde de trieste gevolgen zelfs het Nederlandse nieuws. Het regionale ministerie van Milieu wees de aanhoudende hittegolf aan als grote schuldige.
De schoonmaakacties aan de getroffen stranden werden ongetwijfeld ingegeven door het wielerevenement. Als bestuur van Murcia wil je immers niet dat er foto´s worden gemaakt, die over de wereld zullen gaan, van stranden met ontelbare dode vissen in de branding. Afgelopen zondag werd aan de meeste stranden van Mar Menor de rode vlag gehesen voor badgasten. Niet vanwege kwallen, stroming of hoge golven maar vanwege deze dode zeedieren.
De president van de autonome regio Murcia vroeg de regering van Pedro Sánchez inmiddels de zone formeel en met spoed uit te roepen tot nationaal rampgebied. De catastrofe van de vervuilde Mar Menor ettert maar door, tot groot verdriet van velen. De lokale overheden doen al jarenlang niets om de situatie te veranderen en verbeteren. De maat is vol. Burgers met vakantiehuizen zetten hun huizen te koop, geen hond zwemt daar meer in zee. Een onhoudbare situatie.
Teresa Ribera, de minister van Ecologische Transitie en goed mens, bezocht het gebied de dag na het verzoek. Dat gaf de urgentie aan. Zij besloot ter plekke dat in zone 1, direct gelegen aan de oevers van de binnenzee, land- of tuinbouwers voortaan geen meststoffen meer op hun land mogen gebruiken. Overtreders zullen hard worden aangepakt. Illegale lozingen zullen zwaar worden beboet. Bedrijven in dat gebied die zich aan de afspraken houden, krijgen een bonus. Een goed start maar ik heb het eerder gelezen. Ik weet niet of Mar Menor überhaupt nog is te redden...
Wij gaan al jarenlang op zomervakantie in eigen land (maar we zwemmen al jaren niet meer in Mar Menor). Daarmee bedoel ik dat we al minstens 15 jaar permanent in zonnige oorden wonen. Als we Spanje in deze tijd van het jaar zouden verlaten, zouden we de warmte, zonneschijn en de dagelijkse zwempartij in de Middellandse Zee zeer missen. We doen het dan ook niet. Mijn liefje en ik geven de voorkeur aan overwinteren buiten de landsgrenzen. Als we in zomertijd zouden verkassen, is het om vrienden en familie in Nederland te bezoeken. Dat kwam er in de afgelopen twee jaar niet van vanwege corona maar we namen ons voor daarin volgend jaar verandering te brengen. We zijn wel weer toe aan een rondje Holland. Overwinteren zal helaas nóg langer op zich laten wachten.
De zomervakantie loopt hier ten einde en daar zijn wij niet rouwig om. Augustus was dit jaar veel warmer en klammer dan dezelfde maand in voorgaande jaren. We kregen te maken met meer bewolking, veel meer wind en minder strakblauwe dagen. Nu ben ik daar als semi-professionele wolkenstaarder niet verdrietig om maar de airco moest overdag vaker dan gewoonlijk verlichting bieden. Augustus was en is dé maand waarin Spanjaarden op vakantie gaan; de afgelopen twee jaren dus vooral in eigen land. Het was druk maar niet overmatig druk in de wijk al waren er weekenddagen waarop je aan het strand over de koppen kon lopen. Wij vermeden die drukte bij voorkeur. De klamme hitte was de belangrijkste reden voor gematigde drukte in eigen straat, al waren er uitschieters. De grote (drukste) Spaanse families, doorgaans drie generaties op één terras, zaten vaker binnen dan buiten. Elluk nadeel hep se voordeel!
Afgelopen week kwamen alle kleuren van de zwemvlag langs op het eigen strand (groen, geel en rood). Dat had gelukkig niets te maken met een ecologische ramp. Er stond een harde wind en een sterke onderstroom waardoor de golven toenamen. Bij een golfhoogte van 0.5 à 1.25m wordt de vlag geel, vanaf 1.25m wordt die rood. De app Infomedusa die ik voor kwallen gebruik, verschaft deze informatie. Op de rodevlagdag werden golven van 1.4m gemeten. Dan is badderen eenvoudigweg niet toegestaan. Zwemmen in zee deden we nog wel bij een gele vlag. De strandwachten hielden alle badgasten in de gaten. Af en toe klonk een fluitje dat aandacht vroeg. We moesten dan meer in hun zicht zwemmen, niet te ver in zee. Na een half uurtje vechten met de golven, vonden we het welletjes.
De mannen en vrouwen van de Spaanse strandwacht deden hun werk goed dit seizoen; niemand verdronk aan de lokale stranden, al hoorden en zagen we regelmatig een ambulance voorbijkomen. Dat was in vorige jaren weleens anders. Vorig jaar verdronken in heel Spanje 338 personen; een flinke daling ten opzichte van 2019 (440).
Nog
even en de wijk en het strand zijn weer van ons, permanente bewoners. We kijken
ernaar uit!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten