Translate

donderdag 28 november 2019

In de soep

Afgelopen weken entertainde we tamelijk vaak in Huize Barefoot. Etentjes voor vrienden, voor vrienden van vrienden, voor de Deense buren, de buren uit Wales die  vrienden werden, de ouders van vriendin Joan. Pfffffff. Gezellig maar je zou er bijna stress van krijgen… Naast zelfgemaakte paëlla stond vaak soep op het menu. Pompoen-soep, Zuid-Amerikaanse bruinebonensoep en bietensoep; allemaal vegetarisch. Met paëlla bereiden ben ik voorlopig klaar.

De pompoenen liggen thans hoog opgetast in de schappen; een lekker en veelzijdig, lokaal en seizoengebonden product dat uitermate geschikt is voor soepen, stamppotten en curries. Met behulp van specerijen en andere toevoegingen maakte ik Aziatische en Europese varianten. De bonensoep maakte ik deels met gepureerde en hele bonen. Het werd afgemaakt met partjes verse avocado, ringetjes rode peper, verse koriander en gebakken reepjes tortilla die ik even door een mengsel van geroosterd koriander- en komijnpoeder haalde.

Mijn bietensoep oogstte echter de meeste lof. Daarvoor ontving ik van de meeeters 9 (van 10) punten. Joehoe! Die soep oogde werkelijk prachtig. Het recept bedacht ik niet zelf maar zag ik recent op de tv bereid. Het is eenvoudig, gezond en heel smakelijk. Traditionele borsjt maar dan anders. En zo maak je het: zet een rode ui aan in olijfolie, in een soeppan. Zodra de ui glazig is, voeg je daar 500 gram gekookte bieten en 200 gram kookaardappelen aan toe. Als laatste voeg je 700 centiliter groentebouillon of water met een bouillonblokje toe. Genoemde hoeveelheden zijn genoeg voor vier kommen. Een kwartiertje laten koken op laag vuur en daarna met de staafmixer tot een gladde soep pureren. Daarna wat geitenkaas door de soep brokkelen en regelmatig roeren totdat het is opgenomen. Je kunt er voor het opdienen nog extra geitenkaas over kruimelen. Een kind kan de was doen, sukses verzekerd.

Wat onlangs ook in de soep liep, was de kookkunst van mijn favoriete mannelijke kandidaat bij Masterchef Australia 2019. Deze week begon het programma met een leuke en spannend concept: kandidaten moesten bieden op producten waarmee ze vervolgens moesten koken. Elke aankoop kostte minuten; ze begonnen met 120 en telden af. Derek deed het niet goed in dit spel van loven en bieden. Hij wilde een gooi doen naar buikspek maar zijn taktiek mislukte helemaal. Als hoofdproteïne kreeg hij geen vis of vlees maar eieren in zijn maag gesplitst. Zo creatief als hij doorgaans is, daar wist deze Australiër met Aziatische roots zich nu geen raad mee. Het eerste idee, zelfgemaakte ravioli met hele kwarteleidooier, mislukte. Zijn tweede idee, spaghetti met eendenei er bovenop viel bij de jury niet in de smaak. Het huilen stond hem nader dan het lachen. Ook ik pinkte een traantje weg bij zijn vertrek. We belandden inmiddels aan bij de Top7 van het programma.

Alle hoop is nu gevestigd op mijn eerste en allerlaatste favoriet: Tessa Boersma. Simon en Larissa kunnen ook heel goed koken maar ik heb nu eenmaal vanaf dag 1 een zwak voor deze jongedame... Met kwebbelkous Anuschka ben ik klaar; de gunfactor is voorbij. Barman Simon waardeer ik ten zeerste als creatieveling met groenten; daarin is hij (bijna) onverslaanbaar.

Sinds die eerste uitzending van deze jaargang van het beste kookprogramma-aller-tijden, noem ik Tessa ‘het brutaaltje’. Dat is ze op zich niet maar ze is recht-voor-zijn-raap en heel zelfverzekerd. Dat mag wat mij betreft want ze kan veel. Vaak oppert ze ideeën en combinaties waarvan de drie juryleden niet enthousiast worden, om vervolgens als een blok te vallen voor haar eindresultaat.

Zo ook deze week. De amateurs werden uitgedaagd Surf & Turf 2.0 te bereiden, vis of zeevruchten in combinatie met vlees, gestoken in een nieuwe jasje. Zij koos voor lamsvlees en gekaramelliseerde Sint Jakobsschelpen en maakte er een Sri Lankaanse laksa met bloemkool bij. Als dat geen nieuwe uitvoering van het traditionele gerecht was?! De heren trokken hun wenkbrauwen op. Desalniettemin ging ze met zelfvertrouwen aan de slag. Uiteindelijk werd haar gerecht bekroond met de titel ‘Surf & Turf 10.0’. Dat noemen wij, Hollanders, winnen met vlag en wimpel!

Begin deze week las ik in een Engelse krant dat jurylid en chef George Calombaris  zijn restaurant ‘Hellenic Republic’ in Melbourne (een van drie met die naam in het land) gaat sluiten. Jarenlang betaalde hij zijn huidige en vorige werknemers van dit en andere restaurants (‘Press Club’ en ‘Gazi’) systematisch onder. Men schat in dat  Calombaris 5 miljoen Ozzie dollars op zijn bankrekening heeft staan. Hem werd in juli jongstleden door de Fair Work Ombudsman opgelegd zijn ruim 500 medewerkers achterstallige salarissen te betalen, ter waarde van $7.8 miljoen. Calombaris is niet de eerste sterrenchef die dit deed. Neil Perry deed het ook. Hij is waarschijnlijk wel de zwaarst beboete kok.

In een lokale krant las ik dat onderbetaling van horecapersoneel een structureel probleem is in Australië. De Britse krant The Guardian noemt het zelfs een epidemie. Die krant schreef eerder deze maand over de structurele onderbetaling door supermarktketen Woolworths; zij betaalden hun personeel over een periode van tien jaar AUD$200 miljoen te weinig. Het bedrijf verweerde zich met geklaag over de complexiteit van het Australische beloningssysteem. Als ik in Australië zou wonen, zou ik mijn boodschappen voorlopig bij supermarkt Coles gaan doen; dat is de concurrent en toevallig de sponsor van Masterchef Australia.

Dit jaar stapten er 22 bedrijven met vergelijkbare overtredingen uit zichzelf naar voren. De vakbonden roepen op tot zwaardere straffen voor overtreders. Het Openbaar Ministerie wil onderbetaling bij wet strafbaar stellen. Er zijn naar schatting meer dan 830.000 mensen werkzaam in de Hospitality-branche dus het gaat om veel geld. Een nieuw systeem van de Australische Belastingdienst, genaamd ‘Single Touch Payroll’, moet dit soort uitwassen per 1 juli van dit jaar helpen voorkomen.

Hoe leuk ik George ook vind in zijn rol van jurylid van mijn favoriete kookprogamma, hij maakte er als zakenman een potje van. Direct na de uitspraak van de Ombudsman werd de geplaagde Calombaris geïnterviewd op nationale televisie. Hij barstte in snikken uit en bood zijn excuses aan alle benadeelde medewerkers aan. Hij smeekte het publiek zijn bedrijf niet links te laten liggen en legde de volgende verklaring af.

“We apologise to all our affected team members, past and present - as it is our people that make our restaurants great, and it is our priority to ensure all of our employees feel respected, rewarded and supported in their roles. [..] We are committed to acting as a force for change in the industry and leading by example when it comes to building and promoting supportive, healthy and compliant hospitality workplaces.”

Personeel gerespecteerd en gewaardeerd? Zelf een voorbeelfunctie? Nakomen van afspraken? Mooie woorden maar too little, too late...

Snap je dat nou?! Als je een imago hebt als hij, geen domme jongen bent, met een reeks suksesvolle restaurants, goede managers en koks voor je werken, zelf knetterhard werkt en dus ook goed verdient, dan betaal je toch wat je jouw personeel wettelijk bent verschuldigd?! Ik heb geen goed woord over voor dit soort graaigerig, post-koloniaal gedrag. Ooit was ik zelf manager van een team. In die korte tijd leerde ik dat als je goed bent voor je mensen ze hun benen uit hun billen lopen voor jou! Calombaris werd kennelijk meer gedreven door bedrijfsdollars dan door een moreel kompas. Tja.

De deuren van zijn restaurant in Melbourne zullen op 31 december van dit jaar sluiten. Het personeel van dat etablissement stapt baanloos over de jaargrens. Voor hen geen vuurwerk op New Year's Eve. Deze beslissing noemde de chef met Griekse roots wrang”. Ik blogde eerder dat het veel tijd en inspanning kost om een goed imago op te bouwen maar ‘from hero to zero’ ga je in een handomdraai. Deze kwestie is een smet op het blazoen van Calombaris maar hij krijgt nog een kans, wat mij betreft. 

Er zullen complottheoretici zijn die beweren dat hij en zijn twee collega’s vanwege dit schandaal volgend jaar niet terugkeren als jury van Masterchef Australia. Ik denk daar het mijne van maar jammer is en blijft het. Temeer daar ik onlangs een vleugje 2020 opsnoof. Not amused! Een van de leden van de, wederom driekoppige, nieuwe jury is de Schotse sterrenkok Jock Zonfrillo. Zijn restaurant Orana in Adelaide ontving drie koksmutsen, de hoogste culinaire onderscheiding van Australië (equivalent van de Michelinsterren), dus koken kan hij.

Zonfrillo werd enkele weken geleden uitgenodigd als gastkok in de Masterchef-keuken. Kandidaten moesten op zijn verzoek koken met inheemse ingrediënten. Ik vond hem in die episode tamelijk onsympathiek. De inspiratie kwam uitsluitend van de oude garde. Gemiste kans. 
Ik zou het overigens beter hebben gevonden als ze deze opdracht door een inheemse Australische chef hadden laten uitvoeren. Dat geldt ook voor de toekomstige jury. Down Under heb je genoeg veelbelovende, jonge chefs met oorspronkelijke roots (Aborigines) die zo’n positie meer dan waard zijn: Mark Olive, Zach Green, Luke & Samuel Bourke, Josh Moore, Jayde Harris, Ben Shewry. Dat wordt nog wat, volgend seizoen...

Ik ga niet al te zeer op de ontwikkelingen vooruitlopen. Eerst maar eens zien wie de competitie van 2019 gaat winnen. Go Tessa! Vanavond kunnen we kijken of ze een immuniteitsspeld wint die haar direct een plaats in de finaleweek garandeert. Ik denk dat we het einde van deze jaargang dit jaar net kunnen meemaken, voordat we naar Bali afreizen.


maandag 25 november 2019

Bevlogen jaren

Het onderhoudende programma De Wereld Draait Door (DWDD) viert dit jaar een jubileum, al is het sinds 2005 op de Nederlandse televisie te zien. Waar mijn liefje en ik ook woonden, we keken naar het programma. In Bali bekeken we het dagelijks via BVN. De Wereldomroep biedt Nederlanders en Belgen in den vreemde via satelliet en internet gratis het ‘Beste van Vlaanderen en Nederland’.

Sinds we terugkeerden naar Europa is het vast onderdeel in ons avondprogramma. We vinden Matthijs van Nieuwkerk een goede en leuke presentator maar hij is niet de reden van ons trouwe kijkgedrag. We zijn fan van het programmaconcept: veel aandacht voor boeken, muziek, documentaires, films, binnen- en buitenlands nieuws. We zijn bepaald niet de enigen: op de meeste avonden heeft het programma meer dan 1 miljoen kijkers. Doorgaans schuiven boeiende, soms opmerkelijke gasten aan tafel aan. Soms heeft men een primeur, heel vaak zet het de toon van een debat. Het is vernieuwend maar met oog voor traditie. Zo zien we dagelijks een tafeldame, -heer of -mens (een van hen is in transitie), krijgen we op woensdag een gedicht van Nico Dijkshoorn, wordt regelmatig afgesloten met iets van LucktyTV. Elke maand is er een boekenpanel dat de mooiste boeken in het Nederlandse literaire spectrum aanbeveelt. Dat verveelt nooit.

Dit jubileumjaar is extra feestelijk. 100 jaar radio, 70 jaar Partij van de Arbeid, de beste studiomuzikanten die het programma in de afgelopen 10 jaar liet horen, aandacht voor jubilea van andere Nederlandse bands, dé muziek van het eerste decennium van de 21ste eeuw en dergelijke. Afgelopen week introduceerde de redactie iets nieuws: de verkiezing van de Vogel van het Jaar. In Nieuw-Zeeland en Australië is het een jaarlijkse happening, in België kiest men al jarenlang. Waarom zouden we dat niet ook in Nederland organiseren? Mijn idee! Het is echter niet alleen ter vermaak. Het doel is om de dalende vogelstand en de noodzaak tot beschermende maatregelen onder de aandacht van het grotere publiek te brengen. Het programma werkt samen met de Vogelbescherming en het radioprogramma Vroege Vogels. Een oude favoriet toen we nog in Nederland woonden.

Ruben Terlou, gewaardeerd documentairemaker voor de VPRO en Chinakenner kwam vorige week in DWDD uit de kast als vogelaar. Ik moest erom gniffelen. Het imago van een vogelaar is suf dus het vraagt karakter voor deze passie uit te komen. Hij zat in de studio met vriend en übervogelaar Arjan Dwarshuis. Hij schreef vorig jaar het boek ‘Een bevlogen jaar’ dat ik dit jaar las. Dwarshuis is een wandelende vogelencyclopedie. Als kleine jongen was hij nogal zonderling; hij trok er liever met zijn verrekijker op uit dan dat hij in de klas zat. Zijn definitie van een vogelaar? Zodra je naar een vogel kijkt en beseft hoe waanzinnig mooi hij is of op een voorjaarsavond even stiltstaat om naar een zingende zanglijster of merel te luisteren, ben je er wat mij betreft een (pagina 355). Afgevinkt!

Het was boeiende lectuur al werd het, naarmate het boek vorderde, steeds meer een tamelijk sobere opsomming van wel of niet gespotte vogels in de wereld. Dwarshuis bezocht 40 landen en deed alle continenten aan (behalve Antarctica). Hij ging voor de zeldzaamste exemplaren, voor vogelsoorten die slechts in één land of gebied voorkomen. Graag had ik meer vogelfoto’s in het boek gezien. Hij schoot de hoofvogel: het lukte om een stevig wereldrecord te vestigen. Hij spotte 6.852 vogelsoorten in één jaar, 250 daarvan telde hij mee op gehoor (toegestaan). Dat is bijzonder als je weet dat er wereldwijd circa 10.500 vogelsoorten bestaan. Zuid-Amerika bleek het rijkste continent wat betreft vogels. Peru was zijn suksesvolste land: daar zag hij 574 soorten in 24 dagen. De Top3 van Dwarshuis: de apenarend in de Filipijnen, de witnekkaalkopkraai in Ghana, de hoorngoean in Guatemala.

Wereldwijd gaat het momenteel om 28.000 bedreigde diersoorten volgens de ‘International Union for the Conservation of Nature’ (IUCN). De unie hanteert sinds 1964 een rode lijst. 14% daarvan betreft vogelsoorten. Volgens de woordvoerder van de Vogelbescherming gaat het in Nederland op dit moment om zeker tien vogelsoorten die op het punt staan uit te sterven als er geen maatregelen worden getroffen. 44% van de broedvogels wordt met uitsterven bedreigd. Oorzaak: verandering van het boerenlandschap, intensivering van de landbouw en de opmars van pesticiden en kunstmest. Volgens IberiaNature komen in Spanje 390 vogelsoorten voor; 99 daarvan worden bestempeld als bedreigd. (Gegevens uit 2010.)

Zolang als ik fotografeer, leg ik gevederde vriendjes op de gevoelige plaat vast. Beter tien vogels in de lucht dan een in de hand. Van mijn vader kreeg ik een Kodak clic clac-camera; zo’n ouderwetse met een uitklapbare lens. Later gebruikte hij een modernere Kodak-camera, in een leren hoes die hij ook aan mij naliet. Vroeger was ik dus een Kodak Girl. Mijn eerste eigen camera ontving ik toen ik een jonge puber was.

Toen ik mijn liefje in de jaren '80 van de vorige eeuw ontmoette, gebruikte zij een analoge Canon-camera. De vroegste foto die ik ermee van haar schoot, was op een boot in voormalig Joegoslavië; onze eerste buitenlandse reis samen. Het is een van haar mooiste portretten. Al zeg ik het zelf, zo trots als een pauw. Zij liet fotograferen vanaf dat moment graag aan mij over. Dat komt goed uit: ik sta liever achter dan voor de camera.

De allereerste digitale camera werd in 1975 ontwikkeld door Eastman Kodak. Het was een apparaat van vier kilo, bevatte 16 nikkelcadmiumbatterijen en kon foto’s van 0,01 megapixel schieten; het duurde 23 seconden om er eentje te maken. In 1988 kwam de eerste commerciële DSLR-camera (Digital Single Lense Reflex) op de markt, geïntroduceerd door Nikon; de QV-1000C. Die kostte destijds ruim US$20.000.

's Werelds snelste digitale camera werd gebouwd door een team van Canadese wetenschappers. Het apparaat kan 10 triljoen frames per seconde schieten. Dat komt neer op 25 beelden met een interval van 400 femtoseconden. Eén femtoseconde is 1/1.000.000.000.000.000, ofwel één quadriljoenste van een seconde. Ben je er nog? De camera van nu met de hoogste resolutie heeft 100 megapixels; het gaat om de Hasselblad H6D-100C voor de professionele fotograaf, met een prijs van meer dan €30.000. Intussen betraden we een nieuw tijdperk: dat van de spiegelloze camera’s. Alle grote merken bieden ze aan. We zijn ver gekomen in die 40+ jaar!

Mijn eerste digitale compact camera kreeg ik in 2000 voor mijn verjaardag. We woonden destijds in Engeland. Als ik de CFO moet geloven, kostte het ding een klein fortuin. Met deze Canon PowerShot G1 fotografeerde ik jarenlang met veel plezier. Ik legde destijds alles vast dat los zat. Mijn liefje werd er soms gek van… Daarop volgde weer een Canon-camera, de EOS 300D met verwisselbare lenzen. Het apparaat werd in de Verenigde Staten de ‘Digital Rebel’ genoemd. Jarenlang sleepte ik de tas met hulpstukken mee, totdat ik genoeg kreeg van het gewicht aan mijn schouder. Toen werd het weer tijd voor een compact camera. Dat werd de Canon PowerShot SX50 HS die ik tot op de dag van vandaag gebruik. De prijs-prestatieverhouding van deze vederlichte camera is heel goed, de telelens is en blijft ongekend. Van een Kodak Girl werd ik een Canon-meid en dat blijf ik voorlopig.

Kenners verwachten dat toekomstige camera’s ultra-compact zullen zijn (tot een halve inch), geen sluiterknop meer hebben (je drukt af met je ogen of bestuurt met je stem) en over ongelimiteerde batterijen beschikken. Light field-camera’s worden de nieuwe norm, net als camera’s die nauwelijks of geen licht nodig hebben en dus ook in het donker goed functioneren. Ook ‘smellgraphy’ zal tot de mogelijkheden gaan behoren.

Als vogelaar en amateurfotograaf zette ik mijn eigen digitale vogelbestand op, genaamd Bevlogen Jaren, naar de boektitel van Arjan Dwarshuis. Het zijn er in mijn geval geen 6.852 maar slechts 238… Stuk voor stuk waanzinnig mooi”, inderdaad. Geen aantal dat indruk maakt maar ook geen dooie mus! Niet elke vogelsoort was mij meteen bekend op het moment van fotograferen. Een goede vogelgids is onmisbaar en niet-regiogebonden apps als ‘Ebird’ en ‘BirdsEye’ (beide gratis) zijn ook een aanwinst. Het webalbum is chronologisch opgezet. Dierbaar zijn de vogels die ik door de jaren heen in eigen tuinen aantrof. De gevederde vriendjes die we in Australië, Nieuw-Zeeland, Galapagos en Maleisië spotten, hebben een speciale plek in mijn hart vanwege de herinneringen aan die prachtige reizen.

De favoriete vogel van mijn liefje is het puttertje dat we hier in dit seizoen dagelijks zien in de duinen. Op dat diertje kon echter niet worden gestemd; niet bedreigd genoeg. Zij koos voor de veldleeuwerik die ze zich als kind, wandelend door de velden in Groningen, heel goed herinnert. Zelf was ik geneigd een roofvogelsoort als favoriet aan te wijzen al zijn pinguïns de ware hartenbrekers, wat mij betreft. Ik twijfelde tussen de velduil en de kraanvogel. Die laatste werd het. Groot, luid, en regelmatig gezien. In Azië staat deze vogel symbool van een lang leven. Tot 1 december kun je stemmen op jouw favoriet op Vaderlandse bodem, een van de twaalf vogels.

donderdag 21 november 2019

Hello, Hallo, Halo, Hola

Het is vandaag World Hello Day. Deze dag werd ingesteld in 1973 naar aanleiding van de Jom Kippoer-oorlog. De Amerikaanse bedenkers van dit wereldwijde evenement waren van mening dat conflicten met communicatie moesten worden opgelost, niet met geweld.

Even een opfrisser. Op 6 oktober 1973 vielen legereenheden van een coalitie van Egypte en Syrië Israël binnen. Die dag, ‘Grote Verzoendag’ (Yom Kippur) genoemd, is de belangrijkste dag van de joodse kalender. Het is op die dag net als op Stiltedag voor de Hindoes: geen radio, geen televisie, thuisblijven, niet eten, niet koken, geen sex of andere activiteiten. Uitsluitend bezinning en catharsis. Op die dag vielen de buren Israël binnen, met alle gevolgen vandien.
Dit is een heel beknopte versie van de dramatische en bloedige strijd die erop volgde, ter land en ter zee. Met een door de Verenigde Naties afgedwongen wapenstilstand eindigde die op 25 oktober 1973. In 1978 werd in Camp David een vredesverdrag tussen Egypte en Israël ondertekend waarvoor regeringsleiders Sadat en Begin in datzelfde jaar de Nobelprijs voor de Vrede ontvingen.

Mijn liefje woonde en werkte destijds als jonge meid in een kibboets in het noorden van Israël; niet ver van Nazareth, geboorteplaats van Gesoes. Ze was toen bij lange na mijn liefje nog niet. Alle Israëlische mannen werden opgeroepen zich voor de Yom Kipur-oorlog aan het front te melden. De achterblijvers, vrouwen van de kibboets, zaten vaak in de schuilkelder. Naast het uitvoeren van hun eigen taken moesten ze ook de klussen van de mannen overnemen. Voor mijn liefje betekende het dat ze driemaal daags koeien moest melken in volledige duisternis. Alles was namelijk geblindeerd. Ze is een kind van na de oorlog maar hier maakte ze het mee. Al was er regelmatig sprake van vals alarm, op een avond kwam een granaat in de omgeving terecht waardoor zij een scherf in een been opliep. Meer mag ik er niet over schrijven. (Ja, zij is mij er een!)

Wij bezochten haar kibboets samen in 1994, tijdens een sentimental journey door Israël. We vierden ons vijfjarig jubileum. Wat mij daarvan vooral bijbleef, zijn de Israëlische parachutisten die in de achtertuin van het kibbuthotel landden (een oefening) en de overheerlijke gegrilde auberginesalade die in het restaurant werd geserveerd. De commune bestaat nog steeds en heeft nu ruim 700 bewoners. In een huurautootje reden we vervolgens van noord (Rosh Hanikra) naar zuid (Eilat).

Dat jaar was erg gewelddadig vanwege terroristische (zelfmoord)aanslagen. De bom op het lichaam van een lid van Hamas die in april van dat jaar afging in een bus in Dizengoff Street, hoofdstraat van Tel Aviv, was de bloedigste in de geschiedenis van het land. Onder de 22 slachtoffers was ook een Nederlander. Het Midden-Oosten was en is nog steeds een brandhaard, helaas. Gisteren gingen er nog raketten tussen Israël en Syrië over en weer. Bombarderen helpt niet, praten wel. Mijn liefje denkt dat zij een verbetering in die situatie, laat staan vrede in de hele regio, bij leven niet zal meemaken. Tja. 

Het concept van deze Hallo-dag werd bedacht door de broers Brian en Michael McCormack, twee slimme promovendi aan Amerikaanse topuniversiteiten. De jongemannen schreven na de Jom Kippoer-oorlog 1.360 brieven in zeven talen aan regeringsleiders in de hele wereld. Ze vroegen hen deel te nemen aan de allereerste World Hello Day. Inmiddels wordt de dag in 180 landen gememoreerd. Het is hun bedoeling dat wij vandaag stilstaan bij het belang van wereldvrede.

En dat doe ik. Je moet het mij maar niet kwalijk nemen en het is ook zeker geen cynisme van mijn kant maar bij het woord ‘worldpeace’ denk ik altijd aan Sandra Bullock in de film Miss Congeniality (2000). Ze speelt daarin de rol van Gracie Hart die als undercover FBI-agent een terroristische aanslag op een Miss-verkiezing moet zien te verijdelen. Gracie is bepaald niet vrouwelijk, eerder ‘one of the boys’. Aan ieder van de deelnemende Missen wordt tijdens de verkiezing gevraagd: what is the one most important thing our society needs? Allen antwoorden: wereldvrede. Totdat Gracie aan de beurt is. Zij zegt that would be harsher punishment for parole violators, Stan. Een oorverdovende stilte daalt neer op het publiek. Je kunt een speld horen vallen. Gracie, met een lach van oor tot oor, herpakt zich… “and world peace”. Onvergetelijke scene. Girl Power!

We zeiden afgelopen weekend Goodbye en Tot ziens tegen Ramón en zijn team. Voor onze favoriete strandtent en de makers van de beste lokale paëlla met zeevruchten was het tijd om op te breken. Ze waren de laatsten die van het strand vertrokken. Ecuadoriaanse medewerker Royer keert tijdelijk terug naar zijn vaderland. (Daar keerde de rust onder de bevolking gelukkig terug.) We gaan deze aardige en hardwerkende kerel en zijn collega‘s missen. Het winterstrand wordt nu vooral bezocht door andere aliens.

Gelukkig komt er binnenkort een uitstekend alternatief voor de paëlla: nasi goreng seafood van Ibu Ayu in haar toko in Lovina (Noord-Bali). De reistassen haalden we eerder deze week uit de schuur. De twee schoolgaande Balinese mannetjes bleven deze week enkele dagen ziek thuis van school. Dat was niet voor het eerst. De overgang van het droge naar het regenseizoen gaat bij onze kids vaak gepaard met gesnif, gesnuit en koorts. Een nieuwe lading kinderaspirines ligt klaar. Het toeval wil dat nummer 2 van het gezin Damai heet, vrede... Vandaag over vier weken zijn we reeds op locatie. Halo, zeg!


maandag 18 november 2019

Snert in de sun

Op Vaderlandsche bodem is het momenteel 2 graden Celsius, hier halen we 's ochtends 10 graden niet meer. Ik kan mij niet heugen in november zo’n lage temperatuur te hebben meegemaakt. 

In het noorden van Spanje viel de eerste sneeuw, de skipistes rond Madrid zijn open. In die regio liep het verkeer aanvankelijk vast door de extreme sneeuwval. Op sommige bergpassen zijn nu sneeuwkettingen nodig. In de noordelijkste provincies van Spanje heerst momenteel Code Rood. Dat krijg je met poollucht!

In Nederland gaat men op korte termijn stoppen met de winning van aardgas vanwege de grote aardbevingschade die ontstond in Groningen maar wij zijn hier verguld met onze snorrende gashaard. We zetten ons schoentje niet voor Sinterklaas; die is momenteel toch niet in den lande. Mijn liefje bereidde afgelopen week een van haar beste erwtensoepen ooit. Een kwestie van very, very slow cooking. We vonden zowaar een ambachtelijk gemaakte rookworst in supermarkt ‘Costa Blanca’. Het eindresultaat was dik en vol smaak. We genoten van de goedgelukte winterse kost op een zonovergoten terras. Dubbel lekker & gezond!

Die winkel ligt vol met Hollandse producten die zijn afgestemd op deze tijd van het jaar: spliterwten, rookworst, chocoladeletters, speculaas, kruid- en pepernoten, marsepijn, kerststol en veel meer. Verder vind je er onder meer kalfskroketten, drop, hagelslag, pindakaas en een kleine selectie Nederlandse kazen. Het zijn heimweelekkernijen die in de top10 van menig expat voorkomen. Hoe ik dat weet? Er werd recent onderzoek gedaan onder Nederlanders die naar het buitenland emigreerden.

7.000 landgenoten deden aan het project ‘Vertrokken Nederlands’ mee. Dit onderzoek naar de Nederlandse taal en cultuur in den vreemde werd door het Meertens Instituut uitgevoerd, in opdracht van de Taalunie. Het is de eerste wereldwijde inventarisatie van het behoud of verlies van de Nederlandse taal onder geëmigreerde Nederlanders. Dat was spekkie naar mijn bekkie. Ik downloadde het meer dan 100 bladzijden tellende rapport en begon te lezen.

Geëmigreerde Nederlanders zijn een minder zichtbare en misschien veronachtzaamde doelgroep in de Nederlandse maatschappij. Eén deelnemer aan de enquête spreekt van “de algehele verwaarlozing van de Nederlandse buitenlanders door de overheid”. Daar heb ik zelf geen last van al ondervond ik dat aan den lijve. Ik trok namelijk eens aan de bel bij een Nederlandse ambassade in een heel ver land toen we daar, buiten onze schuld, in de problemen raakten. Men reageerde destijds niet eens op mijn verzoek tot hulp en bijstand. Dat werkte zeer ontnuchterend. Ik stelde mijn verwachtingen bij. Naar beneden, welteverstaan.

De opstellers van het rapport geven niet aan wat wordt verstaan onder een migrant maar men maakt wel onderscheid tussen expats, grensmigranten en gepensioneerden. Ze zijn van mening dat vervolgonderzoek nodig is. Er wordt geschat dat het wereldwijd over 700.000 à 1 miljoen Nederlanders buiten de langsgrenzen gaat. Ik vroeg mij in alle ernst af waarom men dat getal niet precies weet. Er wordt immers zoveel, zo precies vastgelegd door onze ambtenaren? Het Centraal Bureau voor de Statistiek barst uit zijn voegen van de gegevens!

Ik weet niet hoe je in zo’n onderzoeksbestand terechtkomt. Ons is in ieder geval (nog) nooit gevraagd eraan deel te nemen terwijl mijn liefje en ik toch al 20 jaar buiten de landsgrenzen leven. Ik vermoedde dat onze (bewuste) onzichtbaarheid op sociale media daarvoor een verklaring kon zijn. 

Welnu, dat blijkt inderdaad het geval. Alles verloopt via Facebookgroepen en -pagina’s. Nederlandse migranten in Europa blijken op sociale media zelfs in 155 van die groepen te zijn vertegenwoordigd!
Voor dit specifieke doel werd een openbare Facebookgroep ‘Vertrokken Nederlands – Emigrant Dutch’ opgericht. Dit gezelschap telde op 1 oktober van dit jaar 1.070 leden. Ook emigrantenverenigingen in het buitenland werden bij de voorbereiding van het onderzoek betrokken. Men maakte tevens gebruik van zogenaamde burgerwetenschappers, een idee dat ontstond tijdens een workshop ‘Citizen Science Lab’ van het Leidse Lorentz Center. BW’s zijn niet-wetenschappelijke personen (in binnen- en buitenland) die meewerken aan langlopend of kort wetenschappelijk onderzoek.

In grafieken van hoofdstuk 1 zag ik dat onze vertrekdatum lag in een periode van dalende emigratie; wij waren in die periode (1999-2000; de een ging enkele maanden eerder dan de ander) twee van de circa 36.000 Nederlanders die naar het buitenland verhuisden. Vanaf het jaar 2000 stijgt het aantal Nederlandse migranten weer flink. Hun totale aantal in de periode 1995-2018 ligt op 947.416 (aldus CBS). Mijn liefje en ik zijn destijds meegeteld in het aantal dat naar het Verenigd Koninkrijk vertrok. Daarmee werden we er twee van de 77.539. In dat jaar vertrokken er 51.063 naar Spanje.

Dit pilot-onderzoek bestond uit twee enquêtes (zowel in de Nederlandse als de Engelse taal), één woordenschattest en een test van de kennis van Nederlandse uitdrukkingen.

Enquête 1 over taalkeuze vonden de participanten veruit het interessants; in totaal werden bijna 7.000 formulieren geheel of gedeeltelijk ingevuld. (Slechts 263 kwamen uit Spanje retour - versus 121 formulieren van enquête 2). Duf stelletje? Hier zitten vooral gepensioneerden. Tweederde van de populairste vestigingslanden leverde overigens de meeste respons dus het onderzoeksteam is tevreden.

Meer dan de helft van de Nederlandse deelnemers aan het onderzoek emigreerde alleen, bijna 25% deed dat met partner. Hun gemiddelde leeftijd is 50. Er deden iets meer vrouwen mee dan mannen. Bijna 73% van hen emigreerde langer dan tien jaar geleden. Ruim 88% van de Nederlandse deelnemers gaf aan, één of meer keren per jaar of per vijf jaar naar het Vaderland te reizen. Wij bezochten het tijdens dit voorjaar en keren volgend jaar zomer terug.

Nederlanders die meer dan 50 jaar geleden emigreerden, gaven hun taal vaak snel op.  38% van hen spreekt hun moerstaal nooit meer. Dat blijkt echter niet te gelden voor de migranten die in de 21ste eeuw naar het buitenland vertrokken. Het behoud van de moedertaal wordt tegenwoordig als belangrijk gezien en meertaligheid wordt positief beoordeeld. 97% van hen spreekt nog wekelijks Nederlands. Mijn liefje en ik zijn migranten van voor/rond de eeuwwisseling maar ik realiseer mij dat we samen vertrokken. Onze voertaal in huis is en blijft Nederlands, met steeds vaker een probleempje om het juiste Nederlandse woord te vinden. Engels, Spaans… Verwarring!

De Nederlandse taal wordt door respondenten met een vroege migratiedatum en hun kinderen regelmatig op de hak genomen, vanwege zijn harde g- en r-klanken (“klinkt als een keelziekte”). De geldt ook voor de Nederlandse keuken die met enige afschuw wordt genoemd: broodlunch in plaats van warm eten, het prakken van eten, het eten van kaas, drop, haring, patat met mayonaise of appelmoes, bleke kastomaten. Net als het meenemen van aardappelen op vakantie. Zelf haal ik de krenten uit de pap: Bolletje volkoren beschuit met hagelslag, zelfgebakken friet met mayo of oude boerderijkaas laat ik niet aan mijn neus voorbijgaan. Denkend aan Haagse Robbie’s haring loopt mij het water in de mond. Eens een kaaskop, altijd een kaaskop. In dit rapport las ik de grap dat we als kaaskoppen moeten uitkijken niet te smelten in de zon.

De meeste migranten volgen Nederlandstalige media op de voet: bijna 97% van hen leest Nederlandstalig nieuws online. 70% doet dit zelfs dagelijks of wekelijks. Wij zijn beiden news junkies dus wij lezen bijna alles online dat ons boeit: Nu.nl, Kranten.com, NOS, Blendle, FD, NRC, de Volkskrant. Ruim 73% van de deelnemers die deelnam aan de enquête kijkt Nederlandstalige televisie; 26% doet dat dagelijks of wekelijks. 94% van hen leest Nederlandse of Vlaamse boeken; bijna 37% doet dit dagelijks of wekelijks. (Later meer hierover.)

Enquête 2 ging over culturele gewoonten. Lezen emigranten Nederlandse boeken, sprookjes, strips en rijmpjes (of lezen ze daaruit voor)? Zeker. Luisteren ze naar Nederlandstalige radio of muziek? Zeker, maar in mindere mate. Kijken ze naar Nederlandse tv-programma’s? Heel zeker. Populaire actualiteitenprogramma’s blijken het NOS-journaal, De Wereld Draait Door, Pauw, Jinek, M en Buitenhof. Ruim 13% van de deelnemers aan de enquête kijkt er dagelijks naar en bijna 34% doet dat vaak. 80% van de deelnemers leest weleens Nederlandse verhalen, columns en/of blogs op het internet of kijkt naar vlogs.

Worden moppen over Hollanders verteld? Konden de participanten aan dit onderzoek zelf een mop bedenken? Zelf zou ik er geen hebben kunnen vertellen maar het rapport tilt een tipje van de sluier op. Daar gaan we! Hoe herken je een Nederlandse tent op de camping? Er hangt wc-papier aan de waslijn te drogen. Kent u dat verhaal van de Nederlandse keuken? Nee? Precies! Wat is de overeenkomst tussen Amsterdam en de Tour de France? Allemaal drugsgebruikers op fietsen. Wanneer zie je een Nederlander hard lopen? Als er een cent over straat rolt. Wat is de gelijkenis tussen een verstandige Hollander en God? Niemand heeft ooit een van beide gezien. De bekende negatieve eigenschappen.

Ruim 97% van de Nederlandse deelnemers aan het onderzoek maakt, koopt of eet weleens typisch Hollandse lekkernijen. De lekkernij die met stip op 1 staat, is..... taaaadaaaah: de Goudse stroopwafel! Die werd 1.100 keer  expliciet in de enquête genoemd. Hulde aan Koekenbakker van Kamphuisen. Of de Groot. Het is niet geheel duidelijk wie de bedenker was van dit suksesvolle Hollandse exportproduct. Wel weten we zeker dat het eerste exemplaar rond 1850 in Gouda werd gebakken.

Regelmatig nuttigen (of delen) we er eentje bij ons dagelijkse kopje koffie. Nee, geen Senseo. Dat vinden we nou juist geen exportproduct. Doe ons maar Nespresso. In voorgaande jaren vroegen we vrienden en familie altijd die lekkernij voor ons mee te brengen. Heimweeproductenworden ze in het rapport genoemd; mooi gevonden. Na vele jaren kunnen we hier nu Hollandse stroopwafels in Spaanse en Nederlandse supermarkten kopen. Inmiddels zijn zelfs onze Spaanse overburen Guillermo & María Angélica uit Madrid dol op deze Hollandse wafel. Mijn liefje neemt ze als tractatie mee naar taalles, we deden ze eerder kado aan onze Britse Franse en Chinese kennissen. Hollands cultureel erfgoed dat op de UNESCO-lijst zou moeten staan!

In de test van de woordenschat werd opmerkelijk slecht gepresteerd: de gemiddelde score lag op 42 punten (op een schaal van 100). Nederlandse mannen scoorden iets hoger dan vrouwen: 44. Dikke onvoldoendes! Deste opmerkelijk daar meer dan driekwart van de Nederlandse ondervraagden een HBO- of universitaire opleiding afrondde. Het migratiejaar bleek geen invloed te hebben op deze score. Het maakt dus niet uit of iemand vijf of 25 jaar geleden emigreerde. In Italië, Frankrijk en Spanje waren de scores per saldo het hoogst. Het ging echter om tè kleine aantallen en te weinig verschillen om er een conclusie aan te verbinden.

Tenslotte werden deelnemers gevraagd om zichzelf te beoordelen op taalbeheersing. Ruim 58% van hen gaf aan het vaardigst te zijn in Nederlands. Op de tweede plaats komt Engels maar het percentage participanten dat dat heeft ingevuld, ligt aanzienlijk lager: 17%. Daarnaast geeft ruim 9% aan een andere taal dan het Nederlands of het Engels het best te beheersen. Sommige deelnemers beschouwen zichzelf tweetalig: bijna 9% noemt de talencombinatie Nederlands-Engels, ruim 6% noemt Nederlands en een of meer andere talen.

De belangrijkste bevinding uit dit onderzoek is volgens de opstellers dat er onder geëmigreerde Nederlanders behoefte bestaat aan een digitaal of fysiek informatiecentrum over de Nederlandse taal, cultuur en onderwijs. Zo’n centrum kan een belangrijke trait-d’union zijn tussen emigranten en de Lage Landen. Het kan ervoor zorgen dat emigranten beter en gemakkelijker informatie krijgen op de drie genoemde terreinen. Wij zijn immers onbezoldigd ambassadeurs van de Republiek der Nederlanden. Daar komt bij dat een deel van de emigranten op termijn remigreert. (Wees gerust, persoonlijk ben ik dat niet van plan.)

Ruim 57% van de deelnemers aan dit onderzoek werd lid van een Nederlandse gemeenschap in het land van vestiging; omwille van de welbekende Hollandse “gezelligheid”. Daarin vallen wij volledig uit de toon. Wij hebben het hier al gezellig genoeg in de eigen kennissen- en vriendenkring. Wel meldde ik mij recent aan als burgerwetenschapper. Volgens mij ben ik nummer 30.


donderdag 14 november 2019

Wolkenpartij

Illustratie: Cloudspotter app (CAS)
Neeeeee, het gebeurde niet per ongeluk! Jaaaaaah, de veranderingen op mijn blog zijn helemaal opzettelijk en bewust. Het was hoog tijd. Ik wilde al lange tijd een andere,  modernere layout. Zeg maart: van 130 kilometer/per uur naar 100. Dat kon tot voor kort niet zoals ik wilde. Regelmatig bekeek ik de mogelijkheden achter de schermen en vormde mijn ideeën voor een nieuwe look. Tot maandag, de elfde van de elfde. Tijd voor actie.

Doe eens gek!? In mijn Vaderland viel die dag samen met de start van het carnavalseizoen. In het licht van deze traditie wordt 11 al eeuwenlang beschouwd als het getal van dwazen en gekken. Die dag ging het zelfs om tweemaal 11. Uiterst toepasselijk, wat mij betreft.

Mijn liefje komt uut Grunn. Zij vertelde mij dat zij als opgroeiend kind op 11/11  zingend met haar verlichte lampion in de bittere kou langs de deuren ging. ♪Sint Martinus bisschop, met zien hoge houd op, met zien lange slipjas an, daor komp Sint Martinus an♪. In Gronings dialect. Menigmaal ontving ze appel noch peer. Sommige buren waren zó zuinig dat ze de voordeur niet eens voor haar opendeden. Kasian.

Zelf groeide ik op in het westen des lands en kan mij niet heugen daar ooit op die datum langs de deuren te zijn gegaan. Wat ik mij wèl goed herinner, is dat ik als jonge student in de nacht van rommelpotterij een meisje met Nederlands-Zweedse roots kuste in een Delftse discotheek. Ze heette Gusta, was kunstenaar-in-de-dop, droeg blauwe haar en woonde in Rotterdam. Onze fling was een experimenteel project en duurde niet heel lang. Ik schreef destijds een gedicht over haar, getiteld ‘Gusta zit’ dat ik tevens illustreerde. Het poësiealbum met al mijn zelfgeschreven gedichten verdween op miraculeuze wijze uit ons huis in Bali. Nieuwsgierig als ik werd door deze gedachten, zoch ik op haar volledige naam, vond haar persoonlijke website, zag haar foto -geen blauw haar meer- en las over haar werk. Ze werd een veelzijdig kunstenares: beelhouwwerk, keramiek, grote installaties. Suksesvol bovendien: ze won een prestigieuze Rotterdamse oeuvreprijs en monumentale kunstwerken van haar hand staan door het ganse land. Hoe mooi is dat!  

Het was overigens tijd mijn activistische links van mijn blog te verwijderen. Het beschermen van oerang-oetans in hun oorspronkelijke leefgebied en van de koraalriffen in oceanen en wereldzeeën, stoppen met het afsnijden van haaienvinnen, vrijlaten van zeezoogdieren uit gevangenschap, steun aan pink ribbon, doneren aan Sea Shepherd en meer: de regelmatige lezer weet inmiddels waar ik vóór en tegen ben. Die weet dat zeeën, oceanen en hun bewoners mijn grootste passie zijn. Door het weghalen van die links werd het blogbeeld sowieso rustiger, al blijft de activist in mij springlevend.

Mijn nieuwe bloglayout had heel anders kunnen uitpakken maar grote veranderingen gaan langzaam, zelfs bij mij - voormalig veranderingsmanager. Ik vroeg mijn wederhelft wat zij leuk en goed vond aan mijn bestaande blog en wat er, wat haar betreft, moest worden behouden als ik ging veranderen. Zelf had ik daar zeker ideeën over maar het is zinvol om een kritische lezer als zij om feedback te vragen.

Haar antwoord verbaasde mij niet. Al jarenlang wissel ik de kop van mijn blog met foto’s van eigen hand. Al naar gelang seizoen, locatie, speciale datum of gelegenheid en zin. Als we in Bali vertoeven is de kop tropisch of Aziatisch van aard, tijdens de zomer in Spanje staat strandleven centraal, de gehele maand oktober prijkt er een roze strik boven mijn blogs en zo meer. Zij vond dat die functie per se moet worden behouden. Bovendien meende zij dat een te allen tijde zichtbare introductie van Barefoot on the Beach belangrijk is. Je wilt als lezer toch weten bij wie je op visite gaat. Ook dat was ik met haar eens.

Het Google-programma ‘Blogger’ stelt mij in staat te kiezen uit vele opties maar een thema zonder wijzigbare kop was geen optie. Een header met alleen platte tekst was saai, een standaardkop gaf te weinig afwisseling. Dat reduceerde de keuze aanzienlijk. Daarnaast wilden we beiden de functionaliteit van een meelopend fotoalbum in de zijbalk behouden. Dat beperkte de keuzemogelijkheid verder. Er viel nog steeds genoeg te kiezen.

Als permanente blogachtergrond koos ik voor een wolkenpartij, uit een lange lijst van  opties. (Je kunt een eigen achtergrondfoto uploaden; dat is wellicht leuk voor de toekomst.) Je mag best weten dat “wolken wolkenpartijkoosnamen zijn die mijn liefje voor mij gebruikt als ze een heel goede bui heeft en ik op mijn best ben. Daarenboven ben ik al jarenlang lid van de Cloud Appreciation Society (CAS), de Vereniging van Wolkenstaarders. De duizenden leden wereldwijd maken er een levensmissie van om naar wolken te kijken. Dat kalmeert en inspireert tegelijkertijd.

Een van mijn favoriete fotografen van wolkenpartijen is de Nederlandse luchtvrachtpiloot Christiaan van Heijst (1983). Hij vliegt al vele jaren als Senior First Officer op een Boeing 747 en fotografeert vanuit de cockpit. Dit jaar werd hij door de IPA uitgeroepen tot ‘Special Photographer of the Year’. In de webshop op zijn site kun je de 2020-kalender met prachtige platen bestellen. Zijn luchtfoto’s zijn ongeëvenaard. Je vindt hier een kleine selectie.

Drie van de wolkenpartijen uit de bijgevoegde collage fotografeerde ik in Spanje, een in Vietnam (de ‘Wolkenpas’) en een in Argentinië. De onderste foto is een long white cloud net boven zee die ik hier deze week maakte. Aotearoa, het Maori-woord voor Nieuw-Zeeland, is erom bekend maar deze wolken vind je overal ter wereld. Dit lage type bewolking wordt stratuswolk genoemd. Verder zijn het beelden van cirrus- en altocumuluswolken en een atmosferisch verschijnsel dat ik zelf ooit bestempelde als ‘engelenwerk’ maar anderen met een koeler hoofd irisatie noemen. Dat verschijnsel vormt zogenaamde parelmoerwolken. Ik heb honderden van dit soort foto’s in mijn digitale bibliotheek.

Ik houd van de kleur blauw in al zijn tinten al is het niet mijn lievelingskleur. Dat is zwart voor mij maar een blog in overwegend zwart kan ik niemand aandoen. Blauw wel. Een nieuw kleurenpallet en nieuwe lettertypes completeerden het geheel. Voorlopig doe ik het hiermee - en de lezer dus ook. De eerste enthousiaste reacties ontving ik reeds.  


maandag 11 november 2019

Hierheen, daarheen

Alhoewel hier afgelopen weekend de poolwind (‘chorro polar’), een straalstroom uit het Poolgebied, door de straten blies, bleef het zonnetje schijnen. De wind gierde om het huis maar toch werd die door het nationaal meteorologisch instituut afgedaan als matig. Het was goed weer voor Spaanse vlag. Op 10N, gisteren, vonden hier wederom nationale verkiezingen plaats. 

Onze overburen in Madrid meldden dat ze hun burgerplicht bij de stembus gingen doen maar er weinig zin in hadden. Dat begrijp ik: het is voor Spanjaarden dit jaar de tweede keer en de vierde keer in vier jaar. Het lukt maar niet een stabiele, politieke coalitie te sluiten. Dat is men hier niet gewend. Tot voor kort regeerde hier de PP of de PSOE alleen. Het tweepartijenstelsel veranderde in de afgelopen jaren rap en radicaal. Het politieke spectrum versnipperde ook hier. De Socialisten willen echter onder geen beding regeren met de Volkspartij of andere rechtse partijen en vice versa. Dit jaar wapperen in onze woonwijk meer nationale vlaggen. Het zou zo maar kunnen duiden op een VOX-aanhanger. Een oudere Spanjaard die aan de boulevard woont en ons altijd vriendelijk groet, ga ik een dezer dagen eens vragen naar het waarom van zijn vlag.

Mijn liefje kwam onlangs thuis met een oud, vuil stembiljet van VOX dat ze voor mij opraapte. Ze dacht dat ik er wel interesse in zou hebben. De leus van deze partij was en is ‘España Siempre’ (het platform dat deze leus bedacht, distancieerde zich recent van de partij). De ontvanger van het biljet wordt verzocht te stemmen voor: behoud van de eenheid van de natie, opheffing van het kostbare autonome model, verlaging van belastingen en reductie van overheidskosten, stoppen van illegale immigratie, verdediging van traditionele normen en waarden, milieubehoud en bescherming van het plattelandsleven. Als je dit lijstje leest, valt er weinig op aan te merken - ware het niet dat deze partij verder rechtsextreem gedachtengoed aanhangt. Het viel mij op dat er relatief veel vrouwen op deze lokale kieslijst stonden (zij het niet bovenaan). Daar begrijp ik niets van…

De uitslagen zijn bekend: de PSOE verloor drie zetels maar blijft de grootste partij, de PP won zetels maar niet zoveel als voorspeld, het aantal VOX-zetels verdubbelde ruimschoots. Daarmee werd het de derde partij van het land. Wellicht is de flinke winst op rechts een extra duwtje in de rug voor de vorming van een coalitie op links? We gaan het in de komende weken zien.

Vorige week stopte ik met zwemmen in zee; het water was toen nog ongeveer 21  graden Celsius. Het kwam er een paar achtereenvolgende dagen niet van vanwege andere verplichtingen en daarmee stierf mijn dagelijkse zwempartij een zachte dood. Ik vind het prima zo. Dit jaar zwom ik langer door dan in enig voorafgaand jaar; wat je noemt een persoonlijk record. Ik pak de natte draad weer graag op in Bali. Mijn kleine zwemvrienden aldaar kijken er ook naar uit. Het aftellen is begonnen.

Hier loop of fiets ik nog bijna dagelijks over de wandelboulevard langs het strand. Er viel in de afgelopen dagen van alles te zien. De Spaanse marine was met twee grote fregratten actief op de Middelandse Zee. Vanwege het relatief rustige weer steken momenteel veel bootjes met illegale vluchtelingen vanuit Noord-Afrika naar dit deel van Europa over. In Spanje stapten tot nu toe aanzienlijk minder migranten vanuit Marokko aan wal dan in 2018; het waren er destijds 65.000. De voormalige PSOE-regering wilde dat aantal halveren en sloot daarvoor een akkoord met Marokko; met een geldelijke vergoeding als tegenprestatie. Tot en met augustus 2019 daalde het aantal mensen dat via deze route naar Spanje kwam met 39% ten opzicht van vorig jaar. (Men noemt deze migratie in officiële Spaanse documenten niet illegaal maar irregulier.)

Ik verwacht dat werkwillende ‘irreguliere’ migranten hier momenteel welkom zijn. Spanje komt handen tekort om aardbeien, bosbessen en kruisbessen te plukken. In een recente lokale krant las ik dat de provincie Huelva, de grootste groenten- en fruitschuur van het land, voor dit seizoen slechts 600 van de 10.000 extra vacatures in de landbouw kan vullen, ondanks de hoge werkeloosheid in deze sector van Andalusië (ruim 9.000 personen). Dat is bovenop de 19.000 seizoensarbeiders uit Marokko die jaarlijks voor dit seizoen van de Spaanse regering een speciaal contract ontvangen om te komen plukken.

Er zijn weliswaar voldoende potentiële werknemers (ofwel: werklozen) in eigen land voorhanden maar die willen dit werk niet doen. Het is beneden hun opleidingsniveau, eventueel geïnteresseerden krijgen slechts een kortlopend contract en de collectieve arbeidsovereenkomst schiet op enkele punten tekort (te lange werkdagen, er wordt te weinig salaris betaald of niet alle gewerkte uren worden uitbetaald). Het officieel overeengekomen dagloon voor plukkers ligt rond €42. Agrariërs vrezen dat deze oogst zal blijven liggen en daardoor verloren gaat.

Wat ik die dag ook op zee zag, was een groot zeilschip met een extreem lange mast. Veel langer dan gebruikelijk. Met mijn telelens nam ik een foto die ik later thuis nader bekeek. Het bleek te gaan om het schip ‘Elida’ dat vaart voor Jezus. Het megajacht is 40 meter lang, de mast 45 meter; het heeft een zeiloppervlakte van 800m2. Het is een missieschip van een Zweedse christelijke organisatie die sinds enkele jaren in het voor- en najaar met gelovige jongeren van Stockholm naar Jeruzalem vaart. Uit solidariteit met het Joodse volk. Een groter contrast met de situatie van (vooral) jonge Afrikaanse mannen in rubberbootjes kun je niet bedenken.

Alhoewel de temperatuur hier nog rond 20 graden Celsius ligt, zag ik al vogels in V-formatie verder naar het zuiden trekken. Boten komen hierheen, zij vliegen daarheen. Het is de tijd waarin ik hoop op mooie plaatjes van trekvogels in onze duinrand maar tot dusver is het bepaald geen vogelaarsfestijn; in tegenstelling tot twee jaar geleden in dezelfde maand. Toen was het hier ‘bird galore’! Destijds trok ik er dagelijks met de camera op uit om een grote variëteit aan gevederde vriendjes te fotograferen.

Momenteel wordt mijn aandacht getroffen door dagvlinders. Tijdens de afgelopen zomer schitterden ze door afwezigheid en daarvoor had ik geen verklaring. Normaliter bezoeken ze in dat seizoen ook de planten en struiken in onze tuin. Vorig jaar kregen we bezoek van een bijzondere kolibrievlinder. Deze zomer vloog er bijna niets rond. De vlinders die ik nu vooral spot, zijn: het grote en kleine koolwitje, de heivlinder, oranje luzernevlinder, distelvlinder en koninginnenpage. De ‘mariposa tigre’ (rechtsboven afgebeeld; niet te verwarren met de tijgervlinder) is overigens een typisch Iberische vlinder. Ze vormen met elkaar een bonte stoet.

De distelvlinder en de luzernevlinder zijn trekvlinders. Die vliegen in het najaar  duizenden kilometers van het noorden naar warmere zuidelijke oorden. Als omgekeerde bootvluchtingen. Sommige van deze vlinders bewogen hun vleugels zo snel dat ik nauwelijks goede foto’s kon maken. Anderen gingen er echt voor zitten. Soms als dubbeldekkers op elkaar. Necrofilie of juist nieuw leven? Individuele trekvlinders planten zich op hun route naar het zuiden voort en sterven ter plekke.

Het is niet voor het eerst dat ik interesse heb in deze gevleugelde insecten. Toen we over een huis met tropische tuin in Bali beschikten, legde ik hun gefladder en geflirt met onze planten en struiken wekelijks met de camera vast. De mooiste die ik daar met eigen ogen zag, was de atlasvlinder. Het is de grootste vlinder ter wereld. In maart 2011 ontwaarde ik een rondtollende kluwe oranje in een boom. Het bleek te gaan om twee grote, oranjekleurige exemplaren. Ze zaten met hun achterlijven aan elkaar vast; anticiperend op nageslacht. Ongeveer 24 uur bleven ze innig verstrengeld om elkaar heen hangen. Daarna verdwenen ze als sneeuw voor de zon.

De poolwind ging voorlopig liggen. Dat is goed nieuws voor ons, de vogels en de vlinders.


vrijdag 8 november 2019

Era van kommer & kwel

Vandaag drie jaar geleden begon het tijdperk Trump. Op 8 november 2016 won hij immer de presidentiële verkiezingen. De rest is geschiedenis. En wat voor een! Met zijn komst veranderde de wereld radicaal en voorgoed. Vorige week werd een nieuw dieptepunt bereikt toen de man in het Witte Huis een Democratische kandidaat die uit de nominatierace stapte, Beto O’Rourke, publiekelijk op Twitter uitmaakte voor a poor bastard” en hem met a dogvergleek. (De man vertoeft de laatste tijd nogal in caniene kringen…)

De New York Times deed onlangs onderzoek naar het twittergedrag van deze president. Medewerkers van de krant analyseerden ruim 11.000 tweets en ontdekten dat meer dan de helft daarvan een aanval op iemand of iets was. Daarentegen liet hij zich 136 keer positief uit over een dictator. Hij richtte 1.308 beschuldigingen aan de media en noemde de journalistiek 36 keer vijand van het volk”. Voorts retweette hij 145 accounts die extremistische uitingen of samenzweringstheorieën delen op Twitter (waardoor die veel nieuwe volgers kregen). Hij reageert op nepaccounts als die hem vleien. Tegenwoordig twittert hij driemaal meer dan in januari 2017: gemiddeld 27 berichten per dag. Komt hij nog wel aan golfen toe?!

Hopelijk komt er weldra een einde aan deze era van kommer & kwel. Het Huis van Afgevaardigden heeft de handen vol aan het onderzoek naar Trump’s mogelijke afzetting. Inmiddels is de stap gezet naar openbare verhoren, zodat het Amerikaanse volk de getuigenverklaringen uit eerste hand kan horen. Als een daadwerkelijke afzettingsprocedure in gang wordt gezet, stapt de president wellicht voortijdig op. Afzetting is voor losers, da’s niets voor hem. Zijn wereld kent alleen winnaars. Die levensles kreeg de kleine Don van zijn pa Fred mee. Die man droeg zijn zonen op killerste worden. De grote Don schroomt niet zichzelf de grootste, beste, slimste, rijkste, suksesvolste te noemen. Hij noemt zichzelf The Chosen One, delen van zijn kring noemen hem “De Messias. Zijn aftreden zou een zegen zijn voor Amerika, voor mij en voor de rest van de wereld.

De boekenbranche zou echter wel een veer laten. Er is al zóveel geschreven over de 45ste president en zijn gedrag! De Amerikaanse Guardian zocht uit dat er sinds Trump’s verschijning in de politieke arena 4.500 Engelstalige bibliografieën over hem verschenen. Alhoewel ik daaruit slechts een kleine greep las, werd ik er niet vrolijk(er) van. Soms was het leerzaam: de hoofdpersoon en zijn entourage bleken nóg kwalijker dan gedacht.

Op 19 november a.s. komt weer een spraakmakend boek uit over de Trump-administratie, getiteld ‘A Warning’, geschreven door Anonymous. Zo noemt de Witte Huis-medewerker zich, die in september 2018 een essay in de New York Times schreef over weerstand van binnenuit. Uitgeverij Hachette ontving begin deze week een dreigbrief van de advocaten van het Openbaar Ministerie maar zeggen met  publicatie door te gaan. Het aantal voororders voor het boek bereikte reeks recordhoogte. De volledige opbrengst uit deze boekverkoop zal naar goede doelen gaan; onder andere de verdediging van persvrijheid.

Trump is zelf geen lezer maar beveelt desalniettemin af en toe boeken aan op Twitter. Het zal niemand verbazen dat hij vooral enthousiast is over datgene wat hem en zijn werk prijst. Zo kwetterde hij over Kimberley Strassel (conservatieve columniste van de Wallstreet Journal), Mollie Hemingway (schrijver voor The Federalist en commentator voor Fox News) en Dan Bongino (Republikeinse ex-kandidaat voor de Senaat en conservatieve politiek commentator). Eerder beval Trump het werk van Corey Lewandowski (Republikeinse lobbyist en oud-medewerker van Trump), Gregg Jarrett (Fox News-medewerker), Tucker Carlson (Fox News-gastheer) en Jason Chaffetz (oerconservatieve ex-politicus) aan. Stuk voor stuk boeken waarin ik zelf weinig interesse heb; dat geef ik eerlijk toe. Ik vind ze te politiek eenzijdig, voorspelbaar en kritiekloos… Om maar helemaal te zwijgen over het boek van Don Junior dat deze week uitkwam, getiteld ‘Triggered: How the Left Thrives on Hate and Wants to Silence Us’.

Deze hang naar bevestiging (confirmation bias) is mij persoonlijk niet vreemd. Mensen lezen nu eenmaal graag iets dat de eigen ideeën bevestigt. Toch is het verfrissend boeken te lezen die de eigen overtuiging juist tegenspreken. Dat zet aan tot nieuwe gedachten en inzichten. Dan moet het bewijs wel overtuigen. Mensen die geen kritiek hebben op Trump & Co. bewijzen in mijn ogen niets. Die raakten verblind.

Twee van de luchtigste (kritische) boeken over Trump die recent verschenen, zijn getiteld ‘Commander in Cheat. How Golf Explains Trump’ en ‘Dumpty. The Age of Trump in Verse’.

Eerstgenoemde boek is van de Amerikaanse sportjournalist Rick Reilly. Als je je als lezer afvraagt wat golfen te maken heeft met het presidentschap, wat die sport heeft te maken met een land aansturen en wat het sowieso uitmaakt of Trump vals speelt of niet, dan heeft Reilly zijn antwoord klaar: “Everything”.

In het voorwoord schrijft hij “Golf is like bicycle shorts [..] It reveals a lot about a man.” Rake beeldspraak. Ik had meteen zin verder te lezen. Hij beschrijft onder andere dat Trump liegt over zijn handicap: 2.9 in plaats van hcp 9 (bepaald niet slecht dus waarom liegen?), dat zijn caddy hoogstwaarschijnlijk goed wordt betaald om elke afgezwaaide bal telkens ongezien middenop de fairway terug te leggen. Over de trucs in de doos van valsspeler Trump: een bal met de hand uit de hole toveren zonder ook maar te hebben geputt (‘invisible dunk’), een putt op de green een zetje geven met de putter als hij in de richting van de hole loopt (‘quick rake’), altijd en overal als eerste afslaan, in de buggy springen en de bal in de baan beter positioneren (‘ball switch’).

Voor Reilly is het duidelijk: “If you’ll cheat to win at golf, is it that much further to cheat to win an election? To turn a Congressional vote? To stop an investigation? If you’ll lie about every aspect of the game, is it that much further to lie about your taxes, your relationship with Russians, your groping of women? If you’re adamant that that the poor don’t deserve golf, is it that much further to think they don’t deserve health care, clean air, safe schools?” Ik snap 'm ook. Onderhoudend boek!

Boek ‘Dumpty’ is werk van de Amerikaanse acteur, zanger en schrijver John Lithgow is kritisch maar vernieuwend in zijn aanpak. Hij zette de hoogtepunten van het tijdperk Trump namelijk op rijm. Met grappige schetsen van eigen hand. De amateur-satiricus schreef het vooral om depressie onder Trump-tegenstanders te verlichten. Dat werkt. Aanrader!

Het zijn teksten, vrij naar Moeder de Gans, Rodgers en Hammerstein, Gilbert and Sullivan, Shakespeare, bekende (Lewis Caroll, Robert Burns) en minder bekende Amerikaanse dichters.

Trumpty Dumpty wanted a wall
To stir up a rabid political brawl.
His Republican rivals, both feckless and stodgy,
Succumbed in the end to his rank demagogy.
Dumpty’s wall made no earthly sense,
A boondoggle built at enormous expense.
But he promised, in speeches despotic and shrill,
He’d make certain that Mexico footed the bill.
Trumpty Dumpty kept insisting,
More and more citizens started resisting.
Sadly, there won’t be an end to this tale, at least until reasonable people prevail.

Hieronder nóg een juweeltje uit het boek. Als toegift. Zelf hum en fluit ik de tekst en deun al dagenlang, met heel goed humeur. Het boek is vermakelijk, de verzen heel knap gemaakt. Vrij naar: ‘These Are a Few of My Favorite Things’ (‘Dingen waar ik zoveel van hou’) uit de musical Sound of Music van Rodgers & Hammerstein.


My Favorite Lies

Muslim festivities on 9/11,
Barring the Russians has screwed the G7,
China makes none of my cheap merchandise:
These are a few of my favorite lies.

Records were smashed at my inauguration,
I nailed Korean denuclearization,
I’ll be awarded the Nobel Peace Prize:
These are a few of my favorite lies.

I, only I, am the working man’s savior,
Knew not a word of Mike Flynn’s misbehavior,
Comey infested my campaign with spies:
These are a few of my favorite lies.

When The Times bites,
When The Post stings,
When I’m feeling sad,
I simply remember my favorite lies
And then I don’t feel… so bad.

Collusion with Putin’s a Fake News aspersion,
Tahoe was merely a golfing excursion,
Justice was served with those Central Park guys:
These are a few of my favorite lies.

Anarchy reigns on the streets of Chicago,
No taint of corruption befouls Mar-a-Lago,
Earth is unharmed when the temperatures rise:
These are a few of my favorite lies.

Hillary once had a fling with Osama,
A stork from Nairobi delivered Obama,
Things are improved when democracy dies:
These are a few of my favorite lies.

When the Law bites,
When the Truth stings,
When I’m feeling blue,
I simply remember my favorite lies
Then I can con all…
Of you!

Vandaag is een goede dag om luidkeels mee te zingen.