Translate

woensdag 27 mei 2020

Da’s het verschil

Sinds gisteren wordt in Spanje een periode van tien dagen rouw aangehouden, om alle slachtoffers van het coronavirus te herdenken. De dichtstbijzijnde vlag van overheidswege die ik hier weet te staan, op de grote rotonde in San Pedro, hangt al tien weken halfstok. Deze maand werd in Spanje een laagterecord aan pensioenen uitgekeerd, vanwegde corona. Een triest gegeven, als je er even bij stilstaat.

Gisteren werd ook bekend dat de baas van de Madrileense Guardia Civil op staande voet werd ontslagen. De nummer 2 van de dienst stapte vrijwillig op na dat besluit. De ontslagen kolonel Diego Pérez de los Cobos (1964) zou, in opdracht van een lokale rechter, hebben meegewerkt aan een onderzoek naar de besluiten van de huidige Spaanse regering in maart jongstleden. Destijds (b)leek men reeds te weten over de coronabesmetting maar liet de regering desalniettemin in de hoofdstad grote evenementen, zoals de mars op 8 maart Internationale Vrouwendag, doorgaan. Pérez de los Cobos stuurde het onderzoeksrapport achter de rug van zijn politieke baas naar de betreffende rechter. Die baas, minister van Binnelandse Zaken Grande-Marlaska, ontsloeg de politiebaas deze week vanwege een vertrouwensbreuk. Terecht of politieke afrekening? Een nieuwe beerput? Politiek corrumpeert, zoveel is zeker!

Onze goede vriend Hugo merkte onlangs in een gezellig videogesprek op “jullie hebben Guardia Civil, wij hebben BOA‘s”. Tja. You get what you deserve…

Wij gingen in de autonome regio Valencia begin deze week niet naar fase 2, zoals ik in mijn vorige blog aankondigde. Dat was een beslissing van de regionale overheid omdat het aantal besmettingen en doden in de afgelopen twee weken weer steeg. (De landelijke R ligt inmiddels op 0.2 maar de regionale liep weer op naar 0.8.) Dat was jammer omdat we in deze fase weer zonder tijdsloten naar buiten mogen om te bewegen en omdat we zouden mogen gaan zwemmen. In aanloop naar dat moment nam mijn liefje alvast de temperatuur van het zeewater op: 23 graden Celsius. Joehoe! Heel Spanje zit sinds deze week in fase 1. Eind van deze week wordt besloten of we dat per maandag aanstaande wel mogen. Ik laat het je weten. Zodra het mag, neem ik een lange, diepe duik!

Nu de Spaanse regering, bij monde van premier Pedro Sánchez, de buitenlandse toeristen onlangs meldde dat zij in juli (ruim na afloop van fase 4) weer hartelijk welkom zijn op deze vakantiebestemming aan de Middellandse Zee, gonst het van de vragen. Bij vrienden, kennissen en onszelf. Fase 3 vind ik, eerlijk gezegd, de interessantste. Dan gaan gemeenten plannen openbaren over hoe ze de lokale stranden gaan openen en hoe zwemgelegenheden zich aan nieuwe regels dienen te gaan houden.

Eerder deze week las ik een interessant en leerzaam artikel in The Guardian van een wetenschapper en lid van Unidas Podemos: Pablo Echenique (1978). Het ging over het invoeren van een rijkdombelasting en het basisinkomen. De 41-jarige Echenique werd geboren in Argentinië, is gepromoveerd fysicus, inmiddels Spanjaard en hij zit in een rolstoel. Namens zijn partij was hij voorheen Europees parlementariër. Voor wie het niet weet: Podemos is een politieke partij ter linkerzijde van de PSOE, de socialistische partij van de Spaanse premier. Samen vormen deze partijen thans de regering. De PSOE werd 140 jaar geleden opgericht, Podemos slechts vier jaar geleden. Deze coalitie is een unicum sinds Spanje de democratie omarmde, na de afzetting van dictator Franco en zijn politieke kompanen (waaruit onder andere de PP tevoorschijn kwam).

Echenique beschrijft in dat ingezonden stuk dat Spanje vooral hard werd geraakt door de coronacrisis vanwege de grote bezuinigingen die in de afgelopen tien jaar werden doorgevoerd in de gezondheidszorg en de sociale voorzieningen. Het land werd in die jaren geregeerd door de rechtse volkspartij Partido Popular. Spanje begon net weer op te krabbelen na de financiële en bankencrisis toen covid-19 toesloeg. Deze nieuwe, piepjonge coalitie moest direct stevig aan de bak.

In tegenstelling tot de maatregelen die de regering ten tijde van de eurocrisis nam, vonden er dit jaar in Spanje geen huisuitzettingen plaats en werden huishoudens die hun vaste lasten niet meer konden betalen niet afgesloten van gas, licht en water. Grote bedrijven kregen staatssteun waardoor het aantal ontslagen werknemers beperkt bleef (al zijn het er veel), kleine bedrijven en zzp‘ers werden eveneens ontzien. 

De regering is nu toe aan de volgende stappen. De overheid moet gaan investeren in de modernisering van Spanje’s productiemiddelen en moet banen van hoge kwaliteit gaan creëren. Echenique haalt in het artikel tevens de Europese stimuleringspakketten aan waarop zijn land zeker een beroep gaat doen. Hij noemt ze fundamenteel maar tijdelijk. Het land zal voor een lange reconstructie van de economie staan en daarom moeten tijdelijke maatregelen structureel worden. Daarvoor moet belastingsgeld gaan zorgen.

De Spaanse overheidsinkomsten liggen acht procentpunten onder het gemiddelde BBP van de Eurozone. Op 1 mei jongstleden (Dag van de Arbeid) blogde ik hierover uitgebreider. Dat was op het hoogtepunt van de rel om de uitspraken van de Nederlandse minister van Financiën Wopke Hoekstra. Hij vond noodsteun aan hard getroffen landen in Zuid-Europa een goed plan maar niet alles is gift en zonder voorwaarden. Ik vind solidariteit belangrijk en steun die goed is voor Europa is ook goed voor Nederland maar ik zie meer heil in een combinatie van giften en kredieten. BBP is de maatstaf voor welvaart in een land. Voor Spanje komen die acht procentpunten neer op circa €90 miljard per jaar dat niet ten goede komt aan het welzijn van Spanjaarden. De vele jaren van ordoliberale dogma’s -ook wel bekend als neoliberalisme-  zorgden voor meer en meer maatschappelijk ongelijkheid en onrechtvaardigheid. Daaraan wil deze linkse regering nu een einde maken.

De coalitie stelt een hogere belasting op rijkdom voor. De rijkste 1% van Spanje bezit 25% van s lands rijkdommen. De armere 20%die op dat groepje volgt, bezit slechts 0,1% van die taart. Om over de rest maar te zwijgen. Momenteel wordt al een vorm van vermogensbelasting geheven maar gezien het federale karakter van Spanje kan elke autonome regio zelf bepalen wat ze doet op dat vlak. Zo kan men deze vorm van belasting zelfs tot nul reduceren, afhankelijk van de politieke richting.

PSOE/Podemos stellen thans voor om de jaarlijks belasting voor de vermogendste inwoners van het land dusdanig te gaan verhogen dat de overheid jaarlijks ruim 10 miljard euro genereert, ongeveer 1% van het BBP. Het zou een progressieve regeling zijn, beginnend bij 2% voor een nettovermogen van meer dan €1.000.000 en het meest geconcentreerd op de inkomens van de 1.000 rijkste personen in het land. De middenklasse zal volledig worden ontzien.

Bovendien wil men volgende maand beginnen met het uitkeren van een tijdelijk, aan voorwaarden gebonden basisinkomen aan honderdduizenden huishoudens (geen individuen) die door de coronacrisis geen inkomen meer hebben en aan hen die onder de armoedegrens leven. Geschat wordt dat het om ruim 800.000 huishoudens gaat. In Spanje leven meer dan 2 miljoen kinderen (bijna 30% van alle kids) onder armoedige omstandigheden. Dat is ongekend voor een Europees land. 

Het zou gaan om een uitkering tussen €462 en €1.015 per maand, afhankelijk van persoonlijke omstandigheden. Dat zou de Spaanse overheid tenminste €4 miljard per jaar gaan kosten. Je zou het kunnen vergelijken met bijstand dat al decennialang in Nederland in gebruik is. Echenique is zich er zeer van bewust dat al die plannen en maatregelen tot groot verzet uit politiek rechtse hoek en van Spanje’s rijksten zal leiden. Hij is echter van mening dat moet wat moet. Van mij mogen ze. 

Onze Nederlandse bank voorspelde deze week dat mijn liefje en ik bij de volgende trekking van de nationale loterij een prijs gaan winnen. Onze Spaanse bank meldde gisteren dat ze 140 filialen gaan sluiten.


zaterdag 23 mei 2020

Vamos a la playa ♫

We fietsen regelmatig voor onze dagelijkse beweging. Dan rijden we naar de provinciegrens met Murcia om daar in alle stilte over de zee uit te kijken. Gisteren was het een extreem rustige zeetje, met lichte zeemist. Desondanks zagen we aardig wat kleine vissersboten op het water en een grote die de opbrengst van de verderop gelegen viskwekerijen ging ophalen. Afstand houden van elkaar zal niet meevallen op een boot, afgezien van de deining die het lastig maakt, zelfs voor iemand op zeebenen. Dat wijde water en alles wat zich daarop en daaronder afspeelt, fascineert mij al mijn hele leven.

Onze autonome regio Valencia zou volgende week naar fase 2 kunnen overgaan maar besloot het niet te doen, uit voorzichtigheid. De burgemeester van Torrevieja, een nabijgelegen buurgemeente, is boos. De jonge Eduardo Dolón (Partido Popular) staat te popelen om met opgestroopte mouwen aan het nieuwe normaal te beginnen. De reden voor dit regiobesluit ligt in het feit dat R, de maat voor de voortplantingssnelheid van het virus, weer steeg in de afgelopen twee weken: van 0.66 naar 0.85. Dat ligt weliswaar onder 1, het punt waarop de epidemie afzwakt, maar deze stijging was reden tot terughoudendheid. Ik ben het met het regiobestuur eens, voor wat dat waard is. Als we te snel ontsluiten, is het huisarrest van acht lange weken voor niets geweest en dreigt een nieuwe ophokplicht die mij, braverika, dan harder op het dak zal vallen. Overigens breidde men hier het voorschrift van anderhalve meter afstand houden uit naar twee meter.

Begin deze week gingen de lokale stranden open voor wandelaars en individuele sporters op en rond het water. Op de eerste dag liepen mijn liefje en ik blij langs de vloedlijn. Het was extreem laag water, er borrelde iets mysterieus in de branding. Is het geen virus dan zijn het wel aliens! Hoe tegenstrijdig het ook klinkt, zwemmen mag nog niet. Je mag wel surfen, standup- peddelen,  kayakken, vissen en duiken maar dobberen is niet toegestaan. Ik denk dat men bang is voor mensen die op het strand blijven liggen. Leden van de Koninklijke Spaanse Zwemfederatie (RFEN) mogen wel te water gaan, eenvoudige drenkelingen zoals ik niet. Dat is jammer, al zal de temperatuur van het zeewater thans nog niet helemaal op het gewenste niveau liggen. Iedere zwemmer moet wel zijn of haar officiële licentie meedragen wanneer wordt gesport. Nu ben ik een meestervervalser maar deze klus durf ik niet aan… Geduld is een schone zaak.

Dat gezegd hebbende, de meeste van onze vrienden in Nederland met een vakantiehuis of -appartement aan de Costa Blanca kunnen niet wachten tot ze weer deze kant op kunnen reizen. Enkele van hen plannen hun vervoer over de weg om vergroot besmettingsgevaar te vermijden, de meesten wachten totdat de vliegmaatschappijen weer gaan pendelen. Wij ontvingen mails van Iberia en dochtermaatschappijen waarin ze meldden dat ze er alles aan doen om vliegen gezonder en gemakkelijker te maken voor hun klanten. Personeel is volledig opgeleid om naar de laatste standaarden op te treden. De toestellen worden vaker en intensiever schoongemaakt. Er zullen voorlopig geen tijdschriften, catalogi, in-flight verkopen en maaltijden aan boord zijn. De luchtcirculatie werd verbeterd. Elke twee tot drie minuten worden de filters verschoond zodat 99.99% van mogelijke virussen en bacteriën worden verwijderd. Dat systeem wordt pas afgeschakeld als alle passagiers zijn uitgestapt. Aldus het bericht.

Spanje is een van de weinige landen van Europa die nog geen formele mededelingen deed over het openen van de landsgrenzen voor buitenlanders. Dat zal zeker niet gebeuren voor eind juni, het einde van de geplande deescalatie (fase 4); vooropgesteld dat de coronastatistieken gunstig blijven uitpakken. Het kan zijn dat die openstelling hier asymetrisch verloopt, dat wil zeggen dat eilandengroepen als de Balearen en de Canarische eilanden eerder toeristen toelaten dan het Spaanse vasteland. Hoe het ook zij, de zomer van 2020 wordt atypisch.

In fase 2 mogen openbare zwembaden eveneens weer opengaan. In het Spaanse Staatsblad werd onlangs gepubliceerd (hoofdstuk 10, artikels 44-46) waaraan men zicht dient te houden. Een zwembad mag vanwege corona slechts op 30% van de capaciteit opereren. Het mag alleen open als men de regels van twee meter afstand onder die nieuwe voorwaarden kan garanderen en bewaren. Er mag alleen worden gezwommen op afspraak en het gebruik van douches is overal verboden. (Niet hygiënisch!) Desalniettemin worden andere, strenge eisen gesteld aan de schoonmaak en desinfectie van het zwembadgedeelte. Een eventueel aanwezig liggedeelte rondom het zwembad moet worden afgebakend met inachtneming van de tweemeterregel. In een park in New York zag ik dat men krijtcirkel had gemaakt op het gras; bezoekers moesten daarin zitten blijven. Ieders zwemtas, handdoek, kleding en dergelijke moet binnen de cirkel blijven. Een aantal van onze vrienden woont in urbanisaties met een gemeenschappelijke zwembad. Hoe verenigingen van huiseigenaren daarmee moeten omgaan, is thans niet helemaal duidelijk. Dat wordt een boel gepieker en gepuzzel voor bestuursleden. En wie gaat op naleving toezien?

Spanjaarden zullen dit jaar naar verwachting op nóg grotere schaal de zomer in eigen land doorbrengen; dat vanwege de economische malaise die voor velen aan de orde is. In het hoogseizoen is het hier al druk en vol en dat zal verder toenemen. Wij nemen ons voor vroeg in de ochtend te gaan zwemmen, even op te drogen en weer op de fiets te springen. Wij zijn geen strandliggers of zonnebaders dus voor ons verandert er weinig.

Illustratie Shutterstock
Er wordt volop gespeculeerd over het tweemeterstrandleven. De illustratie van beachlife 2.0 AC (After Corona) die ik enkele weken geleden als eerste zag, bevatte plexiglazen hokjes van 2 meter hoogte en 16m2 oppervlakte, met daarin  ligstoelen en een parasol. Dat idee zal op de meeste stranden van Spanje geen vlucht nemen, vermoed ik. Dat lijkt mij meer iets voor St. Tropez. Wel verwacht ik hier een run op windschermen. Als je twee grote in een vierkant op het strand plaatst, bouw je een muurtje om je heen. Wie zong dat nog maar eens?!

In artikel 46 van bovengenoemde verordening las ik dat badgasten uso responsable” (verantwoord gebruik) van het strand moeten maken. Dat vind ik nogal vaag. Wel is men duidelijk over groepsactiviteiten en douches op het strand: niet toegestaan. Provincie Murcia werd als kleine autonome regio niet hard geraakt door corona. Daar werkt het bestuur thans een plan uit voor het openen van alle publieke stranden (rondom Mar Menor). Onze regio/provincie zal niet voor fase 3 met iets dergelijks komen.

Er wordt verwacht dat men de tijdsloten per leeftijdscategorie zal handhaven zoals we die hier nu al kennen. Voor hele families moet dan vanzelfsprekend iets aanvullends worden gevonden. Een gemiddelde Spaanse familie op het strand bestaat namelijk uit drie generaties: grootouder(s)-ouders-kinderen. Daarbij komt dat Spaanse strandgangers hier vaak een dag met buren, vrienden en andere familieleden aan zee doorbrengen.

Maar hoe controleer je wie bij wie hoort? (Dat zij bij mij hoort, zie je direct.) En hoe wordt erop toegezien dat men vertrekt wanneer iemands tijdslot erop zit? En wie gaat alle die handhavingstaken uitvoeren, op het zand èn in het water? Lokale politie? Guardia Civil?  Strandwachten? Strandtenteigenaren? Een combi? Ik zie nog niet hoe dat goed gaat verlopen.  Op de warmste dagen in augustus staat de hele strandpopulatie in het water te praten omdat het op zo’n moment de beste plek is om te zijn. Hoe doen ze dat dan? En moeten we hoogzomers een mondkapje dragen op land en in zee? Vragen, veel vragen maar nog weinig duidelijke antwoorden. Overduidelijk is dat beachlife 2020 in meer dan één opzicht memorabel zal worden.

Si, vamos a la playa Dat eenvoudig klinkende lied was een grote hit in 1983. Heb je de tekst weleens bestudeerd? Zo oppervlakkig als de deun is, het bezingt de gevaren van een kernbom en strandvervuiling. Over radioactieve wind, straling en rottende vis in de branding. Een soort corona-avant-la lettre!


dinsdag 19 mei 2020

Wat te vieren

Het was afgelopen weekend voor het eerst in acht weken dat het dagelijks aantal coronadoden in Spanje onder het magische getal 100 zakte; zondag waren het er 87. Mijn liefje en ik vonden dat een reden om te vieren! Ik blogde eerder dat een mens in deze tijd de bizarste dingen, die je onder normale omstandigheden steil achterover doen slaan, thans positief vindt… Het gaat ook hier dus de goede kant op, al moet worden afgewacht welk effect de eerste stappen van de verlichting van het huisarrest, van de exit-strategie hebben. Twee weken geleden snakten wij hier naar een beetje vrijheid, nu mogen we minstens een uur per dag in ons tijdslot in onze woonwijk naar buiten om te bewegen en te sporten, mogen we met de auto binnen de provincie op pad voor niet-essentiële dingen. Als het zo doorgaat, staan ons in no time meer vrijheden te wachten!

Ondertussen zijn we drukdoende om het huis verder ‘huisarrestproef’ en zomerklaar te maken. Vorig jaar schaften we een groot rechthoekig zeildoek aan (vela de sombra, 3x4 meter) voor schaduw boven een deel van de patio achter ons huis. Ik herinner mij de eerste keer dat ik zo’n vorm van bescherming tegen zon zag goed: in 2005 in het rode hart van Australië in een resort dat Sails in the Desert heet. Een goed gekozen naam want de vele zeilen waren als bootjes op het droge van grote afstand te herkennen. Het vakantieoord ligt op steenworp afstand van Uluru (Ayers Rock), de magische rots in het land van de Pitjantjatjara, een Aboriginele bevolkingsgroep. We gingen destijds met enkelen van hen op excursie. Sweet Memories.

Het idee vergat ik nooit. Inmiddels is deze schaduwbrenger in Spanje en andere delen van de wereld volledig ingeburgerd. We kochten een grijze lap van goede kwaliteit, ecovriendelijk, lichtgewicht, waterafstotend, ademend, met 95% UV-bescherming en roestvrijstalen bevestigingspunten. Nu moesten we nog iemand vinden die het kon ophangen. Dat klonk gemakkelijker dan het was. Eerder vroegen we twee lokale ondernemers om dat te doen maar er gebeurde bar weinig sinds die verzoeken.

In onze straat woont een jong Spaans stel waarvan hij werkzaam is bij een firma die verhuurvilla’s beheert en onderhoudt. Hij was tot dusver altijd weg en kwam laat thuis maar sinds corona veranderde zijn patroon radicaal. Hij zat nogal sip thuis te zitten. Met haar, verpleegster, spreken we af en toe als we elkaar buiten tegenkomen. Hij blijkt Dani te heten en wilde wel iets bijverdienen. Hij zou zijn broer meebrengen met wie hij doorgaans samenwerkt. Op zaterdagochtend zouden ze de klus komen klaren. Het werd zaterdagmiddag en zijn auto stond nog steeds niet in de straat. Als je niet kunt komen, laat je dat toch even weten?! Niet hier.

Toen ik zijn bestelbusje bij toeval zag langsrijden vond ik dat een goed moment om polshoogte te nemen. Hij verblikte of verbloosde niet toen ik voor hem stond. Alsof we geen afspraak hadden waaraan hij zich niet had gehouden. Wanneer kon hij dan wel komen? Om vijf uur/half zes. We schoven de afspraak gewoon door, we zijn toch thuis. Het werd 18:00 uur en er was nog geen Spaanse klusser te bekennen.

Dat was niet de eerste keer die week. We wachten namelijk ook op een offerte voor het isoleren van de tussenwand met de buren. De aannemer zou vorige week dinsdag langskomen om een en ander toe te lichten. Het werd woensdag en we hadden nog niemand gezien. Ik nam maar weer eens contact op met Angèl, de aardige Spanjaard die ook goed Duits spreekt. Hij zou donderdagmiddag langskomen. Esta bien. Donderdagavond keken we elkaar aan: wederom niet. Er kon geen ‘lo siento’ (het spijt mij) vanaf… Wij kunnen niet omgaan met deze vormen van complete radiostilte. Vrijdagmiddag vroeg hij of we de offerte electronisch wilden ontvangen? Ik hapte direct toe. Síiiiiiii! We gaan met elkaar in zee, nemen ook de wand van mijn werkkamer mee. De kosten van het onderhanden werk liggen lager dan die van vijf jaar geleden toen we een vergelijkbaar project deden in onze vorige woning. We kregen deze keer nog extra korting. Het wachten is nu op de datum waarop de klus kan beginnen. Ik ben benieuwd of ik zelf weer achter hem aan moet voor dat antwoord.

Niemand zal mij voor gek verklaren als ik zeg dat de Spaanse economie te wensen overlaat. Foute voorbeelden in de overheden, een fragiele bancaire situatie, corruptie, schokkend hoge werkloosheid, enorme vergrijzing… het helpt allemaal niet. Dit gedrag zal nooit wennen, niet voor mij en niet voor mijn liefje. Wij zijn beiden goede organisatoren; een van ons noemt zich zelfs een control freak. Zij is de ervaringsdeskundigste van ons tweeën. In de laatste fase van haar werkzame leven beheerde zij een intensief outsourcing-project in Madrid, in opdracht van een Britse telecomprovider. Ze kwam wekelijks met interessante verhalen thuis. Een arbeidsgerelateerde beschouwing van de koude grond van haar zijde was afgelopen week dan ook geen verrassing.

Het niet zo nauw nemen met zakelijke afspraken en lage salarissen zijn volgens haar verklaringen voor de haperende arbeidsproductiviteit in dit land. Dat kun je afdoen als een vooroordeel maar dat is onterecht. In de krant El País las ik recent dat de productiviteit in Spanje in de afgelopen vier jaar, jaar op jaar, met 0% steeg. Een van de topeconomen van het land noemt het zelfs 'De ziekte van Spanje'. Wijzelf, vrienden en kennissen die hier in het verleden een huis of appartement verbouwden, kregen stuk voor stuk te maken met de mañana-cultuur: als het vandaag niet lukt, komt het morgen wel. (Vaak is dat ook zo, moet ik bekennen...)

Even later ging de bel. Het was Dani met een boormachine, in zijn eentje. Zijn broer was niet beschikbaar, wellicht konden wij hem een handje helpen. Tuurlijk, no pasa nada. We rolden het doek uit, bekeken het materiaal en de bevestigingsmechanieken. Ik stelde het ene voor, hij het andere. Samen kwamen we tot een goede aanpak. De boor bleek echter niet krachtig genoeg om gaten te boren en schroeven te draaien. Daar wist hij wel wat op, spiermassa genoeg. Een van de bevestigingspunt moest bij nader inzien worden verzet. Ik stelde voor dat hij stopte en het werk de volgende week zou afmaken; het was immers zaterdagavond. Moest hij niet met zijn novia op de bank zitten, hand in hand? Hij gniffelde en zei te willen doorgaan. Dat doorzetten moet ik hem nageven. Na bijna drie uur hing het doek naar ieders zin zin.

Ik houd van het schaduwspel dat de zon speelt in en om ons huis! Het scherm hangt zodanig dat er hier en daar nog strepen zonlicht op het terras vallen maar in essentie doet het waarvoor we het aanschaften: schaduw brengen en de temperatuur beheersen. Het is bovendien niet strak gespannen waardoor de wind er gemakkelijk onderdoor kan. Het is inmiddels zoveel koeler op de achterplaats (en in de achterkamer) dat je er voor je plezier gaat zitten! De nieuwe constructie biedt meer voordelen: t-shirts op het kledingrek kunnen drogen in de schaduw, de voorraadkast blijft koeler, het houdt vogelpoep tegen dus mijn liefje hoeft daar niet zo vaak te dweilen. Het gevaarte is bovendien gemakkelijk los te maken (o.a. banjonetsluitingen) zodra de grootste zomerhitte voorbij is. Schoonmaken is dan ook een fluitje van een cent.

Afgelopen weekend vierden we al die positieve ontwikkelingen met een afhaalmaaltijd bij een van onze favoriete lokale restaurants: ‘The Fishbowl’. Dat mag en kan hier nu ook. Sinds een week biedt het restaurant van Peter & Jenna Fisher een bescheiden menu aan afhaalgerechten. Toen mijn liefje las dat er op zondagmiddag Sunday Roast kon worden besteld, kon ze nergens anders meer aan denken. Zij vond het heerlijk toen we in Engeland woonden: gebraden rosbief uit de oven, aardappelpuree, groenten en Yorkshire pudding. Dat laatste is een soort bakje van pannenkoekbeslag dat in de oven wordt bereid. Daarin stop je  vlees, groenten en aardappel in en zo nuttig je deze dis. Not per se my cup of tea maar dat plezier doe ik haar graag.

Ik haalde de maaltijd op. Dat was de eerste keer in vele weken dat ik mij in de auto buiten mijn woonplaats begaf. Tick in the box. Parkeren deed ik bij de zeilclub. Even keek ik uit over de kleine haven die vol lag met boten en over de baai met fraaie kleuren. Daar zouden de stranden weer opengaan maar ik zag nog geen sterveling.

Het restaurant staat middenop een rotonde en heeft geen buitenterras. Meer dan afhaalkoken mag men dan ook niet. Bovendien vertoeft het grootste deel van de clientèle tijdelijk in het thuisland. Ik kon de zaak slechts twee meter betreden, de rest was afgeschermd. Eigenaar en kok Peter, met mondkap voor en handschoenen aan, stond mij op te wachten. Hij is momenteel de enige die kookt in de piepkleine keuken. Zijn echtgenote (tevens gastvrouw) was thuis. Ik vroeg naar haar welzijn en dat van de baby, die ik voorlopig ‘Little Nemo’ noem. De zwangerschap verloopt naar wens. De aanstaande vader glom door zijn mondkapje heen! Mijn liefje genoot van de roast. Een fles MiP-rosé van vriend Ger maakte de feestelijke lunch compleet. Zondag Zondaarsdag. We laten geen gelegenheid voorbij gaan om iets te vieren.

In Nederland gaat het later deze week uit de hand lopen in de horeca, vrees ik. Daar mogen de strandtenten niet vóór 1 juni open maar met een recordmooi Hemelvaart voor de deur (en nog enig herstel van economische schade), hebben de chiringuito’s van Scheveningen aangekondigd desalniettemin de deuren open te gooien. Die kans laten ze zich niet ontnemen, al is het tegen het besluit van de overheid in.


zaterdag 16 mei 2020

En de winnaar is…

Het is alweer lang geleden dat ik over koken en eten blogde. Niet omdat er niets gebeurde aan het culinaire front; integendeel. Tijdens ons recente huisarrest kookten we de sterren van de hemel in Huize Barefoot. Nee, geen Michelin-sterren. De meeste gerechten lukten goed, waren uiterst smaakvol en vooral  troostrijk. Je kunt weliswaar niet eten tegen corona maar koken en genieten van maaltijden hield ons wel degelijk op de been. Ons budget voor boodschappen doen werd niet overschreden, prijzen in de lokale supermarkten werden niet verhoogd.

Ik las ergens dat Heura Foods in Spanje de consumptie van haar vleesvervangers met ruim 13% zag toenemen in deze periode. Het bedrijf is de rebel in de branche, met een missie die aanspreekt. Voor het maken van hun plantaardige proteïnen gebruiken ze 94% minder water dan voor dierlijke. Voor de productie van 1 kilo vlees wordt 20 kilo voeding gebruikt, voor 1 kilo Heura is slechts een halve kilo soja nodig. Een koe stoot gemiddeld 56 kilo CO2 uit, hun product slechts een halve kilo. Meten is weten en het is kennelijk nog lekker ook! Volgens onderzoek in opdracht van het Nederlands Voedingscentrum zei 10% van de ondervraagden dat ze gezonder gingen eten en meer biologische producten kochten tijdens hun intelligente lockdown. Goede trends, wat mij betreft. Hopelijk zetten die door.

Een van de andere voordelen bij alle nadelen van quarantaine door corona was het contact dat intensiveerde met onze overburen uit Madrid. Zij hebben al vele jaren een vakantiehuis in onze straat en kwamen nèt voor de landelijke maatregelen vanuit de hoofdstad hier naartoe. In voorgaande jaren ontstond een goede verstandhouding met hen. We nodigden hen uit voor verjaardagen, we kookten voor hen (Indonesische rijsttafel), zij leerden mij paëlla op hun wijze bereiden en we aten het resultaat op hun terras op. In de loop van de tijd leerden we hun kinderen en enkele van hun kleinkinderen persoonlijk kennen. Als we elkaar niet zagen, hielden we toch contact.

Ik begon hen in de afgelopen weken af en toe een foto te whatsappen van de maaltijden die mijn liefje en ik bereidden. Wij waren de eersten die een gerechtje met hen deelden: zelfgemaakte empanadas. Aanvankelijk wisten we niet of ze überhaupt eten van ons durfden aannemen maar we gokten het erop. We overhandigden een afgedekte schaaltje met een handschoen door de spijlen van hun poort. Met elkaar spreken we vaak en graag over koken en eten. Net als wij, houden zij van de bezigheid en het resultaat al eten zij anders, meer en uitgebreider dan wij. Dagelijks komen bij hen in de middag drie gangen op tafel, vooral uit de Spaanse keuken. Wij maken doorgaans één gang, uit de Wereldkeuken, en eten fruit na op een later tijdstip.

Het duurde niet lang voordat zij hun gerechten met ons begonnen te delen. Het leuke is dat zij beiden goed kunnen koken. Wel kun je zien wie wat maakte. Guillermo is een zelfverklaard carnivoor (met hoofdletter C) en houdt –mondjesmaat- van wijn bij de maaltijd. Hij drinkt echter niet tijdens het koken. María Victória eet bij voorkeur vis en drinkt geen druppel alcohol bij haar maaltijden - al mag het wel in gerechten zitten. Qua alcoholconsumptie kunnen wij een voorbeeld aan hen nemen.

Wij gingen tijdens deze lockdown meer wijn drinken, net als menig Spanjaard. Ik realiseer mij dat dit het immuunsysteem niet helpt. Tja. Sinds de hervonden vrijheid minderen we weer. Sindsdien mogen we alleen op zondag, door ons Zondaarsdag genoemd, bij de lunch een glaasje wijn drinken. Op de overige dagen van de week lunch ik met melk en water (mijn wederhelft soms ook met een biertje). Bij het diner geldt dagelijks een limiet waaraan we ons meestal  houden. In Nederland beweerde een op de vijf ondervraagden van het Voedingscentrumonderzoek minder te zijn gaan drinken tijdens de coronacrisis.

Het eerste voedseltransport dat onze kant uit kwam, bestond uit een grote empanada met ei, vis en tomaat. Onze initialen zaten op de bovenkant gebakken, daaronder stond een zonnebloem te glimmen op het deeg. Gevulde paprika’s met gehakt en zelfgemaakte bechamel uit de oven en arroz con leche completeerde de drie gangen. De volgende maaltijd bestond uit langzaam en lang (3 uur) in rode wijn gegaarde ossenstaart met ui, tomaat, wortel en prei en de Spaanse variant van Zeeuwse bolussen na. Dit nagerecht heet ‘torrijas’ en wordt met name tijdens de heilige week, rond Pasen, genuttigd.

We vroegen naar het recept en dat blijkt tamelijk gemakkelijk. Het proberen waard! Doe een liter melk in een pan met kaneelstokje, suiker (naar behoefte) en een citroenschil. Dat laat je aan de kook komen en nog kort staan, met de deksel erop. Daarna haal je de pan van het vuur en leg je de plakken brood ongeveer een uurtje in de melk, totdat al het vocht is opgezogen. Klopt vervolgens twee eieren los in een schaal, leg de boterhammen eerst in dit eiermengsel en breng ze daarna over naar een koekenpan om ze met olijfolie aan beide kanten goudgeel te bakken. Laat de bammen daarna uitlekken op keukenpapier. Nog wat kaneel erover en eten maar. Lekker zonder iets erbij of met verse bosvruchten, of een handje noten. Eveneens heerlijk bij een kopje Earl Grey thee. Je kunt bijna eindeloos variëren op dit recept.

Wij kregen geen twee torrijas maar een stapel. Deze buren zijn zeer ruimhartig. Er gingen dan weer foto’s retour van mijn liefje die aan een van hun dissen zat. Met opgestoken duim of een emoji met kussen. Ze moesten telkens gniffelen als we zeiden dat we nóg een dagje van hun nagerecht eten. Zolang ze niet al te zoet en te machtig zijn, vallen ze bij ons in de smaak.

Wij nodigen hen binnenkort thuis uit voor de lunch (alhoewel we niks overhaasten). We mogen hier inmiddels weer met maximaal tien mensen samenkomen. Vanzelfsprekend houden we rekening met hun etenstijd en eetlust. Ik heb een typisch Nederlands voorgerecht met Spaanse groenten en mooie ham in gedachten en verse vis als hoofdgerecht. Voor ieder wat wils. Zij aten in de afgelopen weken vis en vlees uit de diepvries. Ik ging wekelijks op pad voor typisch Spaanse verse vis; daar kan niets tegenop. Het dessert bedacht ik ook al: syllabub van Amsterdamse kok en kookboekenschrijfster Yvette van Boven. Ik ben fan van haar. Zij zit al weken met echtgenoot (fotograaf Oof Verschuren) en hond Hughie (opvolger van Marie) in een strenge lockdown in Ierland. Ze bracht net een nieuw kookboek uit, getiteld ‘Home Made Basics’ maar van toeren is thans geen sprake. Het betreffende recept trof ik aan in De Volkskrant. Het sprak mij dermate aan dat ik het nog dezelfde dag maakte. Alle benodigde ingrediënten waren op voorraad. Een dag later zag ik op de telefoon dat het artikel ‘trending’ was.

Syllabub is een van oorsprong Engels dessert dat stamt uit de 16de eeuw. Van Boven gaf er een moderne, zomerse draai aan met het fruit dat thans in de Nederlandse winkels ligt opgetast: zomerkoninkjes! Op een website over de Huelva, groente- en fruitschuur van Spanje, las ik dat de consumptie van aardbeien hier met ruim 21% afnam vanwege de coronacrisis. Een probleem tussen vraag en aanbod? De buitenlandse plukkers verdwenen uit Andalusië en de vraag liep misschien ook terug. Uit geldbesparing? Als Spanjaarden weten dat een recessie, wellicht zelfs een depressie, voor de deur staat, ziet men wellicht af van dit soort luxe-producten (al zijn ze momenteel niet duur)... Dat werd niet duidelijk uit het artikel.

Dit dessert bestaat uit luchtig geklopte slagroom met een zurig, licht-alcoholische vruchtenmix er doorheen geschept. Eenvoudig maar lekker fris. Voor de syllabubmix gebruik je in kwarten gesneden zomerkoninkjes, geraspte schil van een citroen, een glaasje rosé, fijne suiker naar eigen inzicht en een stukje foelie, gestampt in de vijzel. Bij gebrek aan foelie gebruikte ik vers geraspte nootmuskaat; dat mocht van de kok. De mix moet je vantevoren maken, tenminste één uur voor serveren maar nog liever een hele nacht in de koelkast laten staan. De vruchten -zonder het vocht- moeten voorzichtig door de opgeklopte slagroom worden geschept. Het gerecht maak je af met extra foelie/nootmuskaat en verse citroenrasp. Het extra leuke bij mijn bereiding was dat de citroen van eigen boom kwam. Er gaat niets boven biocitrus uit eigen tuin!

Down Under begon men vorige maand op televisie aan seizoen 12 van Masterchef Australia. Deze jaargang kreeg als ondertitel ‘Back to Win’. Je begrijpt: het is anders dan in voorgaande jaren. Niet alleen omdat er een geheel nieuwe jury is (het vertrouwde trio Calombaris-Preston-Mehigan stapte op), ook het concept veranderde. De kandidaten van deze jaargang zijn namelijk de bijna-winnaars uit de elf voorgaande jaargangen. Eerder gezegd, had ik niet verwacht dat men zou doorgaan met de opnames vanwege de coronacrisis.

Het aantal besmettingen en doden valt mee in Australië maar als men de episodes zou organiseren en filmen zoals voorheen, zou dat een  anderhalvemeterprobleem zijn geweest voor alle deelnemers. In dit overgangsjaar pakte men het kennelijk sowieso anders aan en dat is een verstandige zet. De kandidaten van dit jaar, inmiddels minstens zo beroemd als de winnaars (d.w.z. de overige finalisten), kregen ieder een eigen appartement en hoeven dus niet samen te leven onder één dak. De meeste van hen hebben zakelijke verplichtingen of zelfs een bedrijf en dat vraagt om meer privacy. Tijdens de opnames sloten sommige staten in Australië echter hun grenzen om uitbraken van besmetting te voorkomen waardoor pendelen tussen thuis en de opnamelocatie in Melbourne voor veel deelnemers onmogelijk werd.

Een van de dingen die ik hier kan verklappen, is dat mijn torenhoge favoriet Poh Ling Yeow weer meedoet. Deze goedlachse en creatieve kandidaat met Aziatische roots werd tweede in de allereerste jaargang van Masterchef (2009). Joehoe! Poh woont en werkt in Adelaide en kan vanwege de reisrestricties wekenlang niet bij haar echtgenoot en hondjes zijn. Ook kon ze haar winkel met merkproducten ‘Jamface’ niet openen in het weekend. Ze vond dat erg jammer maar had meer verdriet van de afstand tussen haar en haar geliefden.

Meer weet ik thans niet te melden. Zoals elk jaar vermijd ik de Australische media in deze periode als de pest (of vergelijkbaar), bang als ik ben dat ik iets hoor of zie dat ik als toekomstige kijker nog niet wil weten. In augustus zal dit onderhoudende programma naar alle waarschijnlijkheid weer op de Nederlandse televisie te zien zijn. Zoveel twijfels als ik eerst had over dit programma nieuwe stijl vanwege de weinig aansprekende nieuwe jury, nu kan ik niet wachten te weten wie dit jaar gaat winnen!


dinsdag 12 mei 2020

Mijlpalen

Onze gezondheidsregio Torrevieja en omstreken (ik wist niet eens dat die bestond?!) in de provincie Alicante ging gisteren van fase 0 naar fase 1 over. Provinciehoofdstad Alicante en Elche mochten dat nog niet; die moeten nog minstens een week in fase 0 blijven. Gisterochtend liepen we voor ons dagelijkse rondje over de wandelboulevard langs het eerste terras dat openging. Zo vroeg als we waren, er zat al een groepje wielrenners-op-leeftijd aan een tafeltje. De man in de bediening liep, met een mondkapje voor en handschoenen aan, met zijn dienblad met vier kopjes koffie op hen af. Ik zag dat hij bij het neerzetten absoluut geen 1.5 meter afstand hield. Een van de gasten hoorde ik zeggen dat het een mijlpaal was, koffie op een Spaans terras. En dat was het! 

Het zou mij niets verbazen als het bewoners uit verderop gelegen wijken in onze woonplaats zijn. Sinds gisteren mag men binnen de eigen regio ook voor niet-essentiële activiteiten op pad gaan, met de auto en andere transportmiddelen. Enkele van onze Britse vrienden uit Campoverde, het stadsdeel aan de andere kant van Pilar, wist ik afgelopen weekend te verblijden met het bericht dat zij nu ook naar hier mogen komen om te wandelen (wel in hun tijdsslot). We mogen hier nog niet op het strand maar dat mocht hun pret niet drukken. Gisterochtend stonden er spontaan vijf personen bij ons voor de poort voor een weerzien op afstand. Het was gezellig weer in levende lijve met anderen te converseren. Mijn liefje stuurde alle senioren weg toen hun tijdslot voorbij was. Ze heeft gelijk. Wij willen geen aanstoot geven aan onze Spaanse buren, aan wie dan ook.

In de afgelopen anderhalve week vormde zich een nieuwe kennissenkring op de loopplank. De Spaanse jonge vrouw in een rolstoel die haar hond in haar eentje uitlaat. De jonge Spaanse met open blik die voor ons haar oordopjes uitdoet, met haar vrolijke, blonde labrador. Het slanke echtpaar met mondkappen voor, in jogging-kleding en op stevige wandelschoenen. De vrolijke Brit die pal aan de boulevard woont en graag een praatje maakt. We groeten inmiddels alsof we elkaar al jaren kennen.

De eigenaar van bovengenoemd restaurant, de man die wij de Opperpiraat noemen, was eveneens in zijn zaak aanwezig. Met mondkap voor keek hij over zijn etablissement met de eerste klanten uit. Hij mag voorlopig de helft van zijn tafels en stoelen buiten uitstallen. Voor het nieuwe normaal schafte hij meer parasolvoeten aan die in dozen hoog opgetast op het terras stonden. De tafels staan aanzienlijk verder van elkaar af, het aanpalende terrein zal waarschijnlijk worden gebruikt om uit te waaieren als het (te) druk wordt volgens de nieuwe regel. Ik had niet kunnen bedenken ooit te horen dat zoiets eenvoudigs als een kop koffie op een zonovergoten Spaans terras door iemand een mijlpaal zou worden genoemd.

Recent zag ik een foto van een ander restaurant elders in Spanje dat beweert klaar te zijn voor de anderhalvemetermaatschappij. Het was niet moeilijk de fouten in het concept te vinden. Een tafel voor vier personen werd gescheiden door twee perspexplaten die er als een kruis bovenop stonden. Ik zag twee personen, proosten tegen het scherm. Sneu. Mensen die een setje zijn, hoeven -tegenover elkaar gezeten- toch niet door een plaat van elkaar te worden gescheiden? De platen waren net zo breed en diep als de tafel, staken er niet voorbij. De plaat die tussen de twee naast elkaar staande stoelen was gemonteerd, leek mij ontoereikend om spatjes van een smakkende buur te voorkomen. Geen goed uitgewerkt plan, zo moet het dus niet. Zelf ben ik overigens niet van plan op deze manier gezellig uit eten te gaan. Ik ga niet vanachter een scherm een avondje naar mijn tafelgenoot zitten koekeloeren. Gelukkig is zij dat met mij eens. We willen graag solidair zijn met onze favoriete horecalokalen maar die solidariteit gaan we dan wel op een andere manier tonen.

Dat mijn liefje haar gang naar de kapper gisteren als een mijlpaal zou zien, kon ik wel bevroeden. Ze was die ochtend zelfs ietwat gespannen en ging te vroeg van huis. (Ze moest dan ook even buiten wachten.) Niet alleen was ze de allereerste klant van salon ‘Unique’, het was ook de eerste keer sinds ruim acht weken dat ze met de auto in haar eentje op weg ging. Hervonden vrijheid voor een vrijheidslievend mens als zij. De feestelijke kleding en nieuwe stappers gingen aan, ze spoot parfum achter de oren, klaar voor nieuwe mijlpalen.

Vanaf deze week mogen kapsalons hier op 30% van hun capaciteit opereren, volgende week op 50% (volgens fase 1). De voorzorgsmaatregelen waren getroffen, het protocol zat in het hoofd, aldus de ietwat nerveuze saloneigenaresse. Er moest alleen nog op levende lijven worden geoefend. Mijn liefje was hét proefkonijn van de dag. Dat alles nam niet weg dat zij rustig genoeg was voor aanvullend advies. Eens een HR-professional, altijd een personeelsmevroi! Dat betrof de beginvraag: hoe gaat het met u of How are you? zijn nogal algemeen voor de situatie. Waarom niet explicieter vragen naar hoe iemand zich voelt. Bent u in orde? Heeft u symptomen? Zelfs Britten zullen eerlijk antwoorden op dit soort indringende vragen. Veel beter voor kapper en klant. 

Als eerste en enige klant van de kleine salon ging mijn liefje dus onder het mes. Ze moest de zaak betreden over een mat met bleekmiddel, daarna kreeg ze plastic zakjes om haar schoenen. Er klonk nog nèt geen Mendelssohn… Vervolgens moest ze haar handen desinfecteren met gel en werd ze via een aangegeven route naar de aangewezen stoel gedirigeerd. De schoudertas mocht niet op de grond of op een tafeltje worden gezet maar moest ze bij zich houden. De cape (geen lastic geval, slecht voor het milieu!) werd omgeslagen maar wordt na elke knip- of verfbeurt in de wasmand gegooid. Bij voldoende gewicht worden ze gewassen, op tenminste 60 graden Celsius.

Anja droeg voorlopig een mondkapje (viziers zijn in bestelling) en bril als beschermingsmiddelen. Als kapster kan zij echter niet overweg met handschoenen. Daarom desinfecteerde zij haar handen uitgebreid voordat ze aan de slag ging. Kam, schaar en ander materiaal werden na de knipbeurt eveneens in een desinfecterend middel gestopt. De stoelen werden tevens smetvrij gemaakt. 

De prijs van een knipbeurt mocht van overheidswege met maximaal €5 stijgen maar zij zette slechts €1 bovenop de gangbare prijs (€2 voor een verfbeurt), onder het motto “we hebben het allemaal zwaar”. Ze kon rekenen op een fikse fooi van mijn liefje. Haar zaak ontving eenmalig circa €600 aan financiële staatssteun, de salarissen van het personeel lopen door met overheidssteun maar werden nog niet uitbetaald. Tja. Bureaucratisch Spanje.

Het chirurgische mondkapje werd door mijn liefje afgeserveerd als vreselijk”. Hier zijn ze overal te krijgen. De prijs voor tien in een pak daalde zelfs afgelopen week met €1. Zij droeg haar masker niet goed (te hoog op haar gelaat). Of misschien komt het doordat ze zo'n kleine neus heeft? Oefening baart weliswaar kunst maar het dragen blijft onprettig en ongemakkelijk. Mijn mondkapje en ik wachten geduldig op onze beurt. Volgens het routeboekje van De Speld (satire) mag ik überhaupt pas in fase 3 naar de kapper. En dat alleen vanwege mijn pony. Die bedekt mijn ogen inmiddels maar dat troubleert mijn blik geenszins.


zaterdag 9 mei 2020

Rijk aan baby’s

Joehoe! Het is Global Big Day, georganiseerd door het fameuse Cornell Lab of Ornithology in New York. Het is hun bedoeling dat we vandaag overal ter wereld vogels gaan spotten in eigen tuin en woonplaats. Alles dat je daar ziet en hoort (geluid en beeld) dat veren heeft en kan vliegen, kun je via de gratis mobiele eBird app doorsturen. Je kunt die gegevens ook rechtstreeks via de website eBird.org ingeven. In de aanloop naar deze dag ontving ik een aantrekkelijke nieuwsbrief met veel illustraties in mijn postbus. Het begon met een onderhoudende introductievideo van de Amerikaan die al 25 jaar de beheerder van het lab is. Een bofkont met golvend zilver haar en grijze snor.

Hij vertelde daarin dat zijn organisatie recent de digitale rechten verkreeg van de compleetste en beste vogelgids ter wereld, het ‘Handbook of the Birds of the World’, uitgegeven door Lynx Edicions in Barcelona. In de beginjaren '80 van de vorige eeuw had de Catalaanse plattelandsarts Josep del Hoyo een idee dat hij deelde met zijn vriend Jordi Sargatal. Waarom konden ze geen vogelgids gaan samenstellen van alle gevederde vriendjes in de wereld? Sargatal vroeg zich in alle ernst af of er een steekje loszat aan zijn vriend Josep. Iemand uit Cloud-Cuckoo-Land?! Niets bleek minder waar.

Na vervolggesprekken liet Sargatal zich overhalen om aan dit project mee te doen. Voor inspiratie en budget zochten ze contact met Ramon Mascort, een lokale advocaat en ondernemer met een grote interesse in boeken en natuur. De laatste persoon die zich bij dit team aansloot, was de Schot Andy Elliott, ornitoloog en taalkundige. De vier mannen gingen aan de slag. De eerste vogelgids verscheen in 1992 op de markt.

In 2002 stelde het team de gratis Internet Bird Collection (IBC) open op het web,  voor het grote publiek. Daar vind je foto’s, geluiden, statistieken en vogelquizen. Zelf raadpleeg ik deze database af en toe als mijn eigen papieren gids geen uitsluitsel geeft over plaatselijk gespotte vogels. Bovendien geeft men onder andere tips over hoe je het best vogels in vlucht kunt fotograferen. In mijn  geval is het vaak niet de cameratechniek die de zwakste schakel is. Het is eerder mijn gebrek aan geduld... Ter info: de website van IBC zal binnenkort opgaan in de Macaulay Library, onderdeel van Cornell Lab. De vogelmigratie is onderweg ;-) Dit wordt op termijn de Moeder aller vogelwebsites!

Vorig jaar werd op deze vogelteldag een record bereikt met de wereldwijde inzending van 92.284 checklists over vogels die professionals en amateurs die dag spotten. Ook deze organisatie maakt veelvuldig gebruik van burgerwetenschappers (Citizen Scientists). Elke vogel telt! In de afgelopen weken troffen we tweemaal een kapot lichtblauw eitje met spikkels op het terras aan. Bovendien vond ik bij het snoeien van een van de bomen een verlaten nest. Hadden we dan toch baby’s (gehad)? We gaan vandaag zitten, wachten, rondlopen en vooral tellen en fotograferen. Ik ben benieuwd.

De link van deze dag stuurde ik door naar Ketut in Bali. Wellicht zou hij als pa de verveling van zijn schoolgaande-maar-nu-thuiszittende mannetjes voor een dagje kunnen verzachten? Coronatijd is evenmin gemakkelijk voor de jongsten onder ons. Niet naar school kunnen, je vriendjes niet zien, niet samen kunnen spelen of  voetballen. Dat maakt indruk. Niet onoverkomelijk maar wel erg wennen.

Dat weten we omdat mijn liefje en ik eerder deze week een dringend verzoek kregen van onze grote, kleine vriendjes in Bali. Eerst meldde Damai (nummer 2) zich met een gesproken bericht, gevolgd door een boodschap van oudste broer Yuda. Of we please-please weer een keertje met hen wilden videoappen. Ze misten ons, verveelden zich en wilden ons zien. Daaraan vooraf gingen foto’s van badminton-spelende jongens en mannetjes die de tuin besproeiden. Papa Ketut, tijdelijke huisman totdat hij weer kan gaan werken op een cruiseschip, probeert ze zo goed mogelijk bezig te houden. Ons tegenbericht leidde tot veel gejuich aan de andere kant van de lijn. We spraken voor twee uur later af. Wij kwamen terug van onze dagelijkse ochtendwandeling en fietsronde, sprongen onder de douche om op ons best voor de camera te verschijnen. Welriekend, met gewassen haren, gekleed in t-shirts waaraan iets was te zien.

Vijf minuten voor de afgesproken tijd rinkelde de telefoon. Atypisch. Ze konden niet wachten. We zagen onze lieve jongens weer in levende lijve. Iedereen blij, kita senang! Enkele van de rituelen zijn dan dat zij vragen of wij al koffie nuttigden? Of we daarbij een koekje aten? En daarna wordt er doorgaans door Damai gezegd dat hij tenminste één van onze t-shirts leuk vindt. Ze stelden ons niet teleur. Zelf droegen zij t-shirts die wij hen ooit kado deden: eentje met hond Laika in een astronautenpak voor Damai, voor Yuda een Tasmanian Devil-shirt met hoodie. Ik vroeg of ze wilden ruilen (tegen onze olifant en drie pinguïns aan het einde van de wereld). Nee, no, tidak!

Dagelijks mogen ze een uurtje gebruikmaken van de wifi-verbinding in de verhuurvilla van Elsa’s werkgever, zolang er daar geen gasten zijn (die zijn er momenteel niet). We zagen onze oude laptop op tafel staan, met muis. Daarmee loggen ze in op het online educatieplatform ‘Schoology’ van hun lagere school om de dagelijkse portie huiswerk te maken. Het is leerzaam en fun, volgens beide leerlingen. Ketut vertelde dat hij het lesmateriaal van zijn kinderen soms best uitdagend vindt. Maar hij helpt waar hij kan. Wat dat betreft, is het goed dat hij weer thuis is. Zo krijgen de kinderen voldoende ouderlijke aandacht. Elsa is doorgaans druk met werken en het verzorgen van de baby’s.

Varen was tijdens het gesprek afwezig; hij werd tijdelijk bij een grootouder gestald. We vroegen of nummer 3 jaloers is op zijn zusje Santi (nummer 4).Het zou zo maar kunnen dat de derde op rij in de knel komt. Dat blijkt gelukkig niet het geval. Als hij 's ochtends wakker wordt zijn de eerste kussen voor zijn zusje, naar verluidt. Zij werd in december 2019 geboren als enige meisje in het gezin. Tijdens dit gesprek lag de kleinste aanvankelijk aan de borst van mama en later in de armen van haar trotse papa. Ze zijn blij met elkaar, al is het voeden van zes monden geen vanzelfsprekendheid. Wij lijken echter de enigen die ons daarover zorgen maken. (Het toeristische Bali wordt economisch zeer hard geraakt door de coronacrisis.) Yuda is zorgzaam en werpt zich regelmatig op als hoeder en verzorger van de kleintjes, Damai doet zijn broederlijke plicht maar niet per se van harte. Wij vinden het boeiend om die karakterverschillen in werking te zien.

We denken niet dat we met Varen en Santi ooit dezelfde hechte band zullen opbouwen als we deden met hun oudere broers. Toen die baby/peuter/kleuter waren, woonden wij in Bali dus dat contact verliep als vanzelfsprekend. Ze waren (bijna) dagelijks bij ons en raakten snel gewend aan hun oma’s met de witte huid. Die relatie proberen we uit alle macht op peil te houden. Als het met de twee jonkies in de toekomst anders verloopt, is er geen mens overboord.  


woensdag 6 mei 2020

Afbreuk Management Team (AMT)

Op de website van onze gemeente las ik recent dat het bestuur in de de stadskern borden met opbeurende symbolen en teksten plaatste, als steunbetuiging aan alle binnenzittende bewoners. Niemand zag ze tot voor kort, vanwege het stricte  huisarrest. In de afgelopen weken genoten we volop van het vogelgetjielp en -gezang dat in dit deel van onze woonplaats overal vandaan leek te komen. We hoorden nieuw gezang maar ik kon de vogelsoort niet identificeren, ondanks de app van The CornellLab op mijn iPad. We hebben dit voorjaar geen nest in de stoutejongensboom of de grote bougainville op het terras maar constateerde wel een omgekeerde vogeltrek. Voor sommige soorten werd het aan de Costa Blanca alweer te warm; die verlangen naar koelere oorden in het (hoge) noorden. Dat gekwetter gaan we erg missen zodra het verkeer, geloop en geblaf hier weer op gang komen.

Nu we naar buiten mogen, namen wij onze woonwijk weer eens onder de loep. De lokale plantsoenendienst was ook wekenlang afwezig, al kwam af en toe een schoonmaakbusje door de straat om te vegen en onkruid te verwijderen. De bomen die alle straten in onze wijk aan zee sieren, beginnen uit te lopen. Die pal voor onze deur groeit het hardst van alle bomen in de straat. Mijn liefje-met-de-groene-vingers weerhoudt de jonge scheuten aan de bast van verder groeien. Ze worden resoluut verwijderd. Alle energie moet immers naar de kroon. Zodra we buiten liepen, begon ze -onbezoldigd- aan het afbreken van lootjes aan de overige bomen in de wijk.

Onze dagelijkse wandeling doen we deels over de wandelboulevard die net achter de duinrand ligt. Wandelaars op dat pad doen hier zonder problemen wat in Nederland hier en daar een uitdaging lijkt te zijn voor mensen van de ‘intelligente lockdown’: rechts aanhouden op de heenreis, links voor de terugweg. Om ongewenst contact met anderen te voorkomen. Daarvoor hebben wij geen stickers of rood-witte tape nodig. Op de autowegen doen we dat toch ook dagelijks zonder aanrijdingen? Deze vorm van ‘social distancing’ moet te doen zijn. Overigens had ik ‘physical distancing’ een betere aanduiding gevonden. Je kunt immers heel sociaal zijn als je fysieke afstand houdt. Ik weet niet wie het in deze coronatijd introduceerde maar ik weet wel dat het uit cultureel antropologische hoek stamt.

Het begrip ‘intelligente vergrendeling’ begon mij in de loop van de weken ook te ergeren. Allereerst omdat daaruit een zekere mate van arrogantie sprak. Waarschijnlijk onbedoeld maar je weet het nooit zeker. Ons opgeheven vingertje is wereldberucht... Deed Spanje dan iets onintelligents, zelfs doms? Als je deze volksaard bestudeert, weet je dat huisarrest eigenlijk de enige optie was om te voorkomen dat tienduizenden (ouderen) meer zouden doodgaan aan dit geniepige virus. Hier kussen zelfs onbekenden elkaar bij een ontmoeting en speelt het leven zich grotendeels buiten de deur, op pleinen en in parken, af. Het sterk vergrijsde Spanje had heel wat te beschermen.

Ik denk dat er uiteindelijk weinig verschil zit tussen Noord- en Zuid-Europese volkeren als het gaat om de beleving van de (meer of mindere) mate van vrijheidsbeperking. Wie je ook bent en waar je ook leeft op dit continent: we proberen er onderuit te komen. Dat zagen we in het begin in Spanje en dat zien we nu, ondanks die intelligentie, steeds vaker in Nederland. Een oproep of advies van de premier en zijn Outbreak Management Team (OMT) wordt daar inmiddels vaker genegeerd. Nederlanders gaan weer massaal winkelen, vooral op zaterdag. Het autogebruik steeg licht, er wordt minder gefietst en gewandeld; tuincentrum en bouwmarkt zijn vooral favorieten. Aldus data van het Nederlands Verplaatsingspanel. Dat is een representatieve groep van ruim 5.000 Nederlanders die vrijwillig aan onderzoek deelnemen. Vanavond wordt in het Vaderland een persconferentie over verdere verlichting gehouden.

Wij, net zo Nederlands als de landgenoten 2.200 kilometers noordwaarts, gingen slim om met onze tijdelijke beperkingen. Wij werden hier niet parra van de quarra. Dat is Surinaamse straattaal voor ‘gek van quarantaine’. Leuk! Bovendien zijn we omringd door dierbare vrienden en buren. Zo stuurde Ger ons vanuit NL een doos prachtige Côte de Provence rosé uit 2019 toe. Als steuntje in de rug en opkikker. De eerste fles schonken we uit op de dag van aankomst, de tweede op Bevrijdingsdag. In deze tijd laten we geen gelegenheid voorbij gaan om iets te vieren.


Onze Spaanse overburen Guillermo en María Victória bereidden een mooie maaltijd voor ons op Bevrijdingsdag. Daarmee verrasten ze ons. De heerlijke empanada met ei, tomaat en paprika diende als voorgerecht en droeg onze initialen en een zonnebloem als decoratie. Ze maakten tevens een hoofdgerecht (met gehakt en bechamel gevulde paprika’s), een dessert en cake voor bij de koffie. Zij eten hun belangrijkste maaltijd van de dag rond 15:00 uur en eten daarna kaas en restjes tussen 21:30 en 23:00 uur. Wij zullen hun gerechten in een andere volgorde nuttigen. Verspreid over enkele dagen; wij eten goed maar kleine porties. Vanaf volgende week mogen we elkaar hier weer thuis ontvangen in klein gezelschap, met inachtneming van de 1.5-meterafstand. Onze eetkamer en onze eettafel zijn ruim genoeg. We gaan hen dan ook vragen of ze met ons willen lunchen.

Op het grote parkeerterrein dat hier aan onze lange loopplank ligt, staat momenteel een eenzame kampeerwagen met Engels nummerbord. Die kon waarschijnlijk niet op tijd wegkomen toen hier acht weken geleden de lockdown werd afgekondigd. Het vehikel is minstens 20 jaar oud, heeft geen stickers die duiden op onderhoud en betaling van wegenbelasting (!) en staat daar met alle ramen afgeschermd. Aanvankelijk dachten we dat het automobiel was achtergelaten. Gisterochtend zagen we er echter een oudere vrouw (tamelijk slecht ter been) met twee vrolijke schapendoezen uitstappen. Moet je nagaan: het wordt overdag ruim 30 graden, we zien weliswaar een airco op het dak staan maar er is geen electriciteit. Met twee volwassenen en twee honden. Ik zou niet met hen willen ruilen.

Dat is het gekke van deze situatie... momenteel voel ik totaal geen reislust. Er is niets in mij dat roept om op reis te gaan. Ik denk zelfs geen moment aan verre oorden (los van Bali). Een glas wijn met tapa op een buitenterras aan zee zou nu leuk zijn maar dat zit er hier binnenkort aan te komen. Ik zou niet weten waar ik nu liever zou zijn dan op het Spaanse honk. Waar de lente losbarstte, de zee zich opwarmt om ons later te onthalen, waar het leven goed is. De wanderlust daarentegen, de zin om weer te wandelen, was in de afgelopen weken onbeschrijflijk sterk in ons beiden. Die vrijheid kregen we terug en dat vind ik een grote stap in de goede richting.

Het Outbreak Management Team dat de Nederlandse regering adviseert over te nemen maatregelen, worstelt met de exit-strategie voor het land. Er wordt getwijfeld en geweifeld over hoe het verder moet met de maatschappelijke openstelling. De Spaanse regering stelde onlangs een plan in vier fasen op, met de mogelijkheid te allen tijde terug te keren naar strictere maatregelen als het aantal besmettingen oploopt (in plaats van terugloopt). Wat is wijsheid? Niemand die het weet, het is trial & error. Je kunt niet alles in wiskundige modellen vatten, blijkt nu.

We kregen het eerste telefoontje van onze kapper; we mogen ons vanaf volgende week binnen de provincie verplaatsen voor dit doel. Mijn liefje is aanstaande maandag de eerste klant van de salon nieuwe stijl! “Hét proefkonijn of all guinea pigs. Wij als klant met mondkapje, zij doen de rest. Het kopje koffie of glaasje water slaan we graag over. Sinds dat telefoongesprek stuitert ze door het huis. Gers derde fles rosé zal dat aan het einde van die dag feestelijk bestempelen. Nu moet ik wel zeggen dat aan heur haar inmiddels relatief weinig valt te modelleren. Ze maakte zich namelijk schuldig aan een ernstige vorm van Haarakiri. Nog zoiets van deze tijd: een woord voor het verpesten van het eigen kapsel door zelf te knippen en te verfen. Dat is ook afbraak!

Excuses voor deze layout maar het is weer goed fout met Google's Blogger! Kan geen foto's meer uitlijnen, de tekst slingert zich niet meer om de afbeeldingen heen, lettertype en grootte lijken een eigen leven te leiden. Wat een gedoe. Er is voorlopig geen oplossing, de community is terecht furieus. Een dolksteek in de rug van iedereen die op dit platform blogt. 


maandag 4 mei 2020

Zij zijn er nog

Enkele van de kinderen van tante Truus
Het klinkt wellicht vreemd maar door het huisarrest dat wij hier in de afgelopen periode in Spanje beleefden, dachten en spraken mijn liefje en ik vaker over mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog niet in vrijheid konden leven. Alsof we het na deze ervaring beter begrepen... Vrijheid is voor mij altijd een groot goed geweest. Niet alleen als dochter van een man die in zijn jonge jaren onder de ‘Arbeitseinsatz’ -de gedwongen tewerkstelling in Duitsland- van de Duitse bezetter probeerde uit te komen door zich te verstoppen. Ook ik, reislustige Hollandse, was op menig onvrije plek in de wereld. Dat gold ooit voor Oost-Europa, landen in Zuid-Amerika en Azië, zelfs voor mijn tweede vaderland en buurland Portugal.

Ik kon mij niet voorstellen dat ik vrijheid ooit zelf tijdelijk zou moeten missen. We realiseerden ons tegelijkertijd dat onze recente vrijheidsbeperkingen door corona in het niets vallen bij de ontberingen die ondergedoken mensen in oorlogstijd ondervonden. Jarenlang. Vele overlevenden van hen met deze ervaring associëren het voorjaar met de herbeleving van ellende; de oorlog begon en eindigde in dat seizoen. Wij mochten weliswaar niet naar buiten maar voelden ons veilig in en om ons huis. Onderduikers waren hun leven nooit zeker. Ze werden vervolgd, verraden en vermoord om wie en wat ze waren. Tussen 4.000 en 6000 joodse kinderen in Nederland overleefden de oorlog in onderduik. Veel onderduikkinderen ontwikkelden een levenslang trauma. Voor hen kwam pas laat aandacht en zorg.

Onze Spaanse overburen vroegen ons op Koningsdag of wij de Nederlandse vlag  lieten wapperen rondom het huis. Ons antwoord was dat we niet per se vaandeldraagsters zijn. We vinden het prima dat er een koninklijk huis is. In voorgaande jaren trokken we in het buitenland weleens een oranje shirt aan op die dag maar echte liefhebbers van dit soort festiviteiten waren en zijn we niet. Ik kan mij niet herinneren dat wij ooit het Rood-Wit-Blauw tijdens Dodenherdenking halfstok hingen of de vlag juist hesen op Bevrijdingsdag. (We hebben wel een nationale driekleur maar die is elders in opslag.)

Afgelopen kalenderjaar werd in Nederlandse media veel aandacht besteed aan de herdenking van 75 jaar bevrijding. Regelmatig bezocht ik de interactieve NOS-site om te zien wat er op dag 20, 30, 60, 180 en 360 na dato gebeurde. De verslaglegging over de laatste dagen van de oorlog vond ik met name boeiend. Hitlers dood, Nederlandse actieve troepen op Borneo, de rode vlag die wappert op de Rijksdag, bevrijde gevangenen van Buchenwald die Juliana feliciteren, Nederlandse vrouwen die worden gered in Büchenwald, vreugde in kamp Dachau na de bevrijding, Britten die een schip met gevangenen van kamp Neuengamme bombarderen, landverraders die worden geëxecuteerd bij Vught en meer indringend nieuws. Integer en mooi gedaan!

Vandaag worden in Nederland de doden herdacht, morgen wordt de bevrijding gevierd. Twee dagen vol contrast. Normaliter staat de Dam in Amsterdam op 4 mei vol met burgers -jong en oud- die de kranslegging bijwonen en luisteren naar sprekers die gedenken. Dit jaar zal dat door de coronacrisis anders verlopen. De Dam zal vandaag leeg blijven, op het koninklijk paar en leden van het nationaal comitee 4 en 5 mei na. Dat lijkt mij een nóg indringend beeld te worden door die leegte. Vanavond zitten wij steevast voor de buis en rouwen met hen die rouwen. Ik zal vooral aan Klara Borstel-Engelsman denken, de oudste Nederlandse vrouw die op 102-jarige leeftijd in Auschwitz werd vermoord. Ze werd op 30 april 1842 geboren in Amsterdam, vierde haar laatste verjaardag in de ziekenboeg van kamp Westerbork en werd op 12 oktober 1944 vergast in Polen. Zij is 1 van de 6.000.000 slachtoffers. In gedachten leg ik voor haar bloemen op de Dam.

Gisteravond keken we op NPO2 naar de documentaire ‘De kinderen van tante Truus’  van Pamela Sturhoofd. Zij werkte bijna drie jaar aan de film over oorlogsheldin Truus Wijsmuller (1896-1978). Sturhoofd had als belangrijkste doel deze Amsterdamse, die zelf niet joods was, een plek in de Nederlandse geschiedenis te geven. Door haar daadkrachtige optreden werden namelijk rond 10.000 joodse kinderen uit met name Duitsland, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Polen op tijd in veiligheid gebracht. Ze konden mee aan boord van de zogenaamde Kindertransporten en overleefden zo de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. Sturhoofd en haar team vonden 15 kinderen terug, verspreid over de wereld. Zij komen allen aan het woord in de documentaire. Die wordt nooit sentimenteel maar ontroert wel.

Rond deze tijd van het jaar dompel ik mij doorgaans onder in boeken over de Holocaust. Afgelopen jaar verschenen enkele werken over de kindertransporten en de rol van de Nederlandse Truus daarin. Twee daarvan las ik in de afgelopen periode ‘The Last Train to London’ van de Amerikaanse auteur Meg Waite Clayton (1959) en ‘The Child on Platform One’ van de eveneens Amerikaanse Gill Thompson (1966).

Het werk van Waite Clayton is gedeeltelijk non-fictie. Daarmee bedoel ik dat het boek dicht bij een reconstructie van de heldendaden van Truus Wijsmuller blijft. Het werd een internationale bestseller en werd in 19 talen vertaald. Het verhaal speelt zich af vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog (1938-1939). Duitsland is in de ban van de nazi’s, de ‘Anschluss’ -Hitlers annexatie van Oostenrijk- staat op het punt te gebeuren. Omringende landen sluiten hun grenzen om joodse vluchtelingen te weren maar dat kan de Nederlandse Truus niet deren. Met gevaar voor eigen leven en met hulp van haar echtgenoot en een wijdverbreid internationaal netwerk van vrienden en kennissen zet ze zich in om duizenden joodse kinderen in het buitenland op te halen en via Nederland met ferries en vrachtschepen, soms onder erbarmelijke omstandigheden, naar het vrije Engeland te transporteren. Wat een vrouw! Haar verhaal is hoopgevend in tijden van crisis.

Het boek van Thompson is geromantiseerde historische fictie; dat wil in dit geval zeggen dat haar werk deels is geïnspireerd op het verhaal van de kinderen van dezelfde tante Truus. In dit boek zit echter meer literaire vrijheid van de auteur, zij gaf een eigen draai aan het verhaal. Thompson is geschoold in de Engelse letteren dus qua taalgebruik en sfeerbeschrijving pakt dat goed uit. Ze weet de lezer te boeien. (Van haar las ik eerder het boek ‘The Oceans Between Us’. Ook een aanrader.)

Recent downloadde ik het boek van de Duitse auteur Gabriele Tergit (1894-1982). Vorig jaar werd haar familieroman ‘De Effingers’ uit 1951 herontdekt. Het zou een variant zijn op ‘De Buddenbrooks’, een roman van de Duitser Thomas Mann waar ik als jonge student helemaal door werd gegrepen. Dat verhaal gaat over een Duitse familie van vier generaties die ten onder gaat. Tergits boek gaat over drie generaties joodse mensen in het Duitsland van Bismarck en Hitler. Het ligt ongeduldig op mijn leesplank te wachten.

Onlangs begon ik aan het autobiografische boek van de Amerikaanse Esther Safran Foer, getiteld ‘Ik wil je laten weten dat we er nog zijn’. Op 24 april jongstleden stond een uitgebreid interview met haar in De Volkskrant. Esther is de moeder van drie schrijvende zonen. Vooral het werk van zoon Jonathan Safran Foer kan ik waarderen. In 2002 schreef hij de autobiografische roman ‘Alles is verlicht’. Daarin ging hij als student op zoek naar zijn joodse oma en de geschiedenis van zijn andere voorouders in West-Oekraïne. Hij wist tijdens zijn zoektocht echter onvoldoende feite boven water te krijgen en nam zijn toevlucht tot fictie. Dat deed niets af aan mijn geboeidheid.

Dat was de eerste poging in de Safran Foer-familie om te zoeken naar de joodse roots. Moeder Esther liet het daarbij niet en groef door. Na decennia speuren ontdekte ze meer en meer over haar familie. De nazi’s vielen in 1941-1942 dorpen in de Oekraïne binnen waarbij bijna alle joodse inwoners werden vermoord. Esther’s vader en moeder bleken ieder de enige joodse overlevenden van hun familie. Op een dag vertelt haar moeder dat Esther’s (biologische) vader eerder was getrouwd en dat hij een andere dochter had, Aysa. Haar eigen moeder vluchtte als kind in haar eentje toen ze Duitse parachutisten uit de lucht zag komen; die vlucht eindigde in Oezbekistan. Dat zette Esther aan tot verder onderzoek. Ze reisde enkele malen naar Oost-Europa om plekken te bezoeken en ooggetuigen te spreken. Dit boek verhaalt daarover. Zelf werd ze in 1946 geboren, na de oorlog. Het gezin kwam in 1949 naar de Verenigde Staten. De hele familie leeft tot op de dag van vandaag in de schaduw van de Holocaust. Het goede nieuws is: zij  zijn er nog.


zaterdag 2 mei 2020

Beter stijf dan een opgehokt oud wijf

We mogen hier sinds vandaag weer naar buiten. Ik was ongeduldig, maakte mijn liefje wakker, we ontbeten in sneltempo en stapten toen legitiem naar buiten. Joehoe! Het tijdslot voor ons en de meeste anderen is van 6:00 uur tot 10:00 uur. Eventueel kun je je dagelijkse wandeling van maximaal 1 uur, in een straal van 1 kilometer ook doen van 20:00 tot 23:00 uur maar dan eten we, kijken we tv en liggen we op een oor.

Het eerste dat gebeurde toen we samen de straat in liepen, was een uitgebreide niesbui van mijn liefje. Nee, geen coronaverschijnselen, wel de gebruikelijke hooikoorts die in deze tijd van het jaar opspeelt. Volgens een medisch deskundige heeft ze last van olijfbomen. Goed gekozen voor iemand die permanent in Spanje woont, vind je niet?! Je begrijpt: de stemming was opperbest toen we eindelijk na 49 dagen weer buiten de poort mochten.

We gingen, het zal niemand verwonderen, richting zee. Gekleed in de kleuren van de zee. Daarover was nagedacht. Het weer is momenteel fantastisch, we beleven de eerste hittegolf van het jaar. Een extra kadootje. De eerste foto was van onszelf op de kleine wandelboulevard van onze woonwijk. Er waren relatief veel wandelaars en fietsers op de been. Ik nam mij die ochtend voor iedereen die oogcontact maakte, hartelijk te groeten. Het voelde alsof ik op de ‘Via Gladiola’ liep… de laatste vrolijke kilometers naar de finish van de Nijmeegse vierdaagse. Het leidde tot veel teruggroeten en glimlachen. Als mensen nu eens zo vriendelijk voor elkaar bleven? Dat zou de eerste verdienste zijn van deze coronacrisis.

We voelden ons als jonge koeien in een voorjaarswei. We stapten enthousiast voort. Mijn liefje stelde mij op enig moment op de route een retorische vraag “wij hebben nooit een probleem gehad met een 1.5-meterwandeling, he?” Daarmee doelend op de situatie waarin ik eigenlijk altijd een stuk voor haar uit loop. Mijn tempo ligt hoger, mijn passen zijn groter. Ze noemt het ook wel onze Turkengang, refererend aan het feit dat ook Turkse vrouwen vaak enkele passen achter hun man aan sjokken. Nu wil het geval dat zij niet sjokt en ik geen snor heb. Tenminste, nog niet. Mijn lange hoofdhaar zit inmiddels wel vaak in mijn gezicht…

Toegang tot de stranden is hier nog steeds met politielinten afgezet. Desalniettemin liepen er mensen langs de branding. Wij deden dat bewust niet. Waarom zou je op dag 1 van onze deels hervonden vrijheid direct misbruik van de situatie maken? Ik snap dat niet. Toen we aan het einde van ons uurtje wandelen voor de laatste keer die dag richting het strand liepen, zagen we twee politie-auto’s bij de grootste strandopgang staan. Mensen die van het strand kwamen, werden aangehouden, ondervraagd en ernstig toegesproken. Terecht, wat mij betreft; zij verpesten het immers voor de rest.

Er was veel te beleven in de woonwijk: overal vlinders, vogels op ongebruikelijke plaatsen, de duinen die zijn overwoekerd, blauwe distels in bloei in de stadsparken, bomen met fijne, witte bloesem. Dat alles onder een intens blauwe lucht. Genieten. Ik wilde het jullie niet onthouden. Bedankt voor al jullie morele steun in de afgelopen weken. Dat contact sleepte ons goed door het stricte huisarrest heen. 

Vanavond gaan we thuis paëlla maken. Onze favoriete strandtent (Chiringuito Ramón) staat nog niet dus voorlopig moeten we onszelf trakteren. Vandaag is een feestdag, die mij lang zal heugen.

Zodra we thuis kwamen en neerzegen voor een welverdiend kopje koffie, voelden we de stijfheid in onze lichamen trekken. Dat zal rap voorbijgaan. Morgen, overmorgen, over-overmorgen trekken we er namelijk weer op uit. ¡Alegría!