Gisteren waren we een dag bij de Noorderburen. De wekker stond op zes uur, we zouden de trein van zeven
uur en de boot van half negen nemen. Het begon allemaal eerder. Vijf uur ’s
ochtends bleek nog maar drie uur te zijn, daarna deed ik hazenslaapjes. We
stonden vóór de wekker op, liepen voortijdig naar treinstation Palermo. Buenos
Aires wordt vroeg wakker. De straten waren vol etende mensen. Ik zag een donkere vrouw met inheemse trekken die brood en
cakejes verkocht; er stonden veel mensen om haar stalletje heen. Haar zus,
vriendin of buurvrouw naast haar serveerde koffie en thee. Een mooi gezicht.
We waren bepaald niet de
enigen op weg naar Colonia del Sacramento in Uruguay. In de ferry-terminal checkten
mensen rijen dik in voor een snelle of langzame boot. Alhoewel we de bootreis vantevoren
boekten, heb je een instapkaart nodig; net als bij een vliegreis. Daarna
gingen we door de douane: beneden was nog Argentijns grondgebied, eenmaal door
de douane boven, waren we in Uruguay. Slim gedaan, zo kun je na een uur varen aan
de andere kant van de Rio de Plata zonder administratief gedoe aan land.
Aan boord van de ferry
maakten we een praatje met een charmante Argentijn uit Buenos Aires. Een kekke,
bereisde man die contact met ons zocht. Hij vertelde dat hij vroeger een zomerhuis had in Colonia en nu
vrienden ging bezoeken. Hij zei ons dat hij weliswaar in Argentinië is geboren
maar zich geen Argentijn voelt. (Zijn voorouders kwamen uit Schotland en Italië.
Zijn zus woont in het Spaanse Estepona.) Hij voelt zich meer thuis in Europa
dan in Latijns-Amerika. Hij maakt zich grote zorgen over de toekomst van jonge mensen
in Argentinië, vanwege de hoge werkeloosheid en de hoge levenskosten, vooral in de hoofdstad.
Colonia del Sacramento staat op de UNESCO-werelderfgoedlijst. Het pittoreske
stadje werd in 1680 gesticht door Manuel Lobo, de toenmalige gouverneur van Rio
de Janeiro. In 1777 nam Spanje het over. Daartussen gebeurde van alles en nog
wat, onder andere dat de stad tien keer van eigenaar veranderde maar dat laat
ik verder aan Wiki- of Lonely Planet-lezers over.
Mijn liefje ontwikkelde ‘een
systeem’ voordat we aan deze reis begonnen. Na lezing van ettelijke reisgidsen
schreef zij in haar eigen reisboek de belangrijkste bezienswaardigheden op.
Eenmaal op locatie, worden deze tips op kleurenkaartjes overgezet en die gaan
mee op pad. Het kaartje Colonia was tweezijdig beschreven.
Vooral het historische hart
van de stad is de moeite van een bezoek meer dan waard. Brede straten met platanen,
keitjes, poorten, doorkijkjes op de Plata, klassieke auto’s, huizen barstensvol
karakter. Je waant je eeuwen terug in de tijd. Gisteren was dat zeker het
geval: een grote Anglo-Amerikaanse filmcrew was actief in de mooiste en
authentiekste straat van Colonia, ‘La Calle de los Suspiros’, de Straat der Zuchten. Ze filmden er 17de eeuwse scenes voor een whiskeymerk. Wat
ik ook vroeg, niemand vertelde welk merk het betrof. Er kwamen veel mensen aan te
pas, er was zelfs een heuse schaapskudde die door de straat liep. Het mocht wat
kosten.
Wij liepen een uur met Véronica
mee, een plaatselijke gids die ons groepje toeristen -een Zwitser die in
Brazilië woont en werkt, vier Brazilianen en twee reislustige Hollandse dames-
met informatie overlaadde. Vooral de koloniale gebouwen zijn interessant. De
Portugese stijl is robuust (gestapelde stenen), de Spaanse relatief elegant
(gebogen ramen en deuren, spijlen ervoor). In Colonia vind je ook een mix. Véronica
vertelde dat het noorden van Uruguay zich vooral richt op Brazilië (de
Portugese kant), het zuiden op Argentinië (de Spaanse zijde). De Uruguyaan zit naar
verluidt comfortabel in het midden. Het legt ze geen windeieren: vorig jaar
ontving Colonia net zoveel toeristen als het land inwoners heeft. Landbouw is de
belangrijkste industrie. In het noorden wordt vooral wijn verbouwd, uit het
zuiden komen melk en kazen. Mijn liefje, reisleidster eerste klas, vertelde mij
dat Argentinië vanwege de kwaliteit steeds meer vlees uit Uruguay importeert.
De professionele gids vroeg haar op enig moment wat er op het kaartje stond… ‘Om
mij te controleren?’ met een knipoog. Leg dan maar eens in je beste Argentijns uit
dat ze een systeemdenker en een control freak is die van lijstjes houdt. Een blauwe
lucht kon ze niet organiseren, tot haar verdriet. Ik vond het beschikbare weer
wel toepasselijk.
Het was niet druk in het
stadje, al ligt dat in het weekend anders. Daarmee had de akela rekening
gehouden. We lunchten bij restaurant Casa Grande (Spaanse stijl): lamstoofpot voor
mijn liefje, goedgevulde zeevruchtencazuela voor mij. Met veel verse knoflook.
We dronken er een heerlijke Uruguyaanse rode wijn bij en water uit een bron aan
de grens met Brazilië. Na de lunch wandelde we verder rond in het historische
centrum. In het culturele centrum zagen we een 3D-voorstelling over Uruguay en Uruguayaanse producten en bekeken we ’s lands geschiedenis in
cartoons. In januari 2015 gaan we ook een paar dagen naar Montevideo, op ruim twee uur varen van Buenos Aires. Dan met ons gehele hebben en houden en gelukkig niet met de eerste boot. De incheck- en douaneprocedures hebben dan geen geheimen meer voor ons. Ik maakte al wel een fotoalbum van Uruguy aan dat je bij mijn overige webalbums op mijn blog kunt vinden.
In twaalf uur waren we uit &
thuis. Allebei vonden we de terugkeer naar Buenos Aires zwaarder dan de reis naar en van
Colonia. De massa, de herrie, de temperatuur, het gebrek aan frisse lucht. Op
het centraal station Retiro was het een gedoe van jewelste om een zitplaats aan
boord van een trein te bemachtigen. Uitstappen met al je goederen vereist tactiek. We beginnen steeds duidelijker te zien hoe
hard het leven hier is. Het is een dagelijkse struggle for life, het recht van
de sterkste regeert. Je moet mij niet verkeerd begrijpen: we zouden deze
ervaringen niet willen missen!
Ik adem nog
steeds knoflook uit, aldus mijn liefje. Vandaag doen we het rustig aan: het wordt een museumdag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten