We namen onlangs de bus naar wijk
La Boca in het (zuid)westen van
Buenos Aires. Jaarlijks nemen tien miljoen mensen hier de bus. Overal in de
stad zie je lange rijen wachtend bij bushaltes. Het openbare vervoer is
relatief comfortabel en uiterst goedkoop. Van Palermo naar La Boca, een rit van
ruim een uur, kost €0,40; buskaartjes worden zwaar gesubsidieerd.
La Boca (de mond) bevindt
zich in de oude haven van de stad, het ligt aan de monding van de rivier
Riachuelo. De wijk is onder andere bekend van voetballer Diego Maradona en voetbalclub
Boca Juniors. Zoals ik in een vorige blog schreef, is het met Nueva Pompeya de bakermat
van de tango. In de 19de eeuw was het een schimmige wijk en vandaag
de dag is het nog steeds een betrekkelijk arme volkswijk.
Maar aan karakter geen
gebrek! Veel huizen werden oorspronkelijk gemaakt van golfplaten; die staan er nog
steeds in alle kleuren van de regenboog. De hoofdattractie van de wijk is zo’n pittoreske
straat met gekleurde huisjes, genaamd ‘Caminito’
(weggetje). Die kleurenpracht was oorspronkelijk het werk van de plaatselijke
kunstenaar Benito Quinquela Martín (hiernaast afgebeeld). Het was er wel een circus.
Terwijl wij er rondliepen, arriveerden bussenvol Amerikaans cruiseschippubliek.
Men loopt er rond alsof het continent van hen is maar als je goed kijkt, zie je
dat ze niet erg op hun gemak zijn. Ik genoot van de sfeer, boeiende plakaten
aan de gevels, de veelzeggende muurschilderingen en beelden langs de straat.
Rond Caminito vind je talloze
Italiaanse restaurants -La Boca was vroeger vooral de woonwijk van immigranten
uit Genua- waar bovendien op sommige plekken tango wordt gedanst. Wij gingen in
eerste instantie op zoek naar restaurant ‘El Samovar de Rasputin’ maar iedereen
die wij ernaar vroegen, vertelde ons dat het dicht was. Toen wij er tegenover stonden,
constateerden wij hetzelfde. We vroegen de eigenaar van het restaurant ernaast
wat er bij de buren aan de hand was. “Ze zijn vooral open voor de muziek”, dus
niet voor het eten.
Bij diezelfde buren was dat wel
het geval. ‘El gordo, zo aangesproken door zijn bochelmaatje, spraken
voorbijgangers op eigen wijze aan. Wij waren ontvankelijk voor hun ruwe maar
oprechte loodsgedrag. De wereld van La Boca is een mannenwereld. Ze hebben vooral
oog voor elkaar, slaan elkaar op de schouders, maken grapjes, wijzen een mooie
vrouw na. Het is te begrijpen dat lokale toeristenbureaus en reisgidsen
vertellen dat je na zonsondergang als vrouw niet in je eentje in La Boca moet
rondlopen. Na 6 uur ’s avonds is La Boca verboden gebied. Zelfs overdag wordt
afgeraden om de kenmerkende spoorbrug Nicolás Avellaneda over te steken; aan
de andere kant is het niet safe. Wij luisterden naar die wijze raad en hadden
een leuke dag, met memorabele momenten.
De banditos serveerden een heel
behoorlijke pizza, mijn liefje genoot van haar lasagne. Een van hen was zelfs
bereid een foto van ons te maken. Voor de deur van het restaurant werd Argentijnse
tango gedanst. De dansers leken het voornamelijk voor zichzelf te doen. Op een
bepaald moment kwamen ze naar ons tafeltje en vroegen ons of we met de voetjes
van de vloer wilden. “Ik niet”, zei ik resoluut. Zeker niet na een copieuze
maaltijd; bovendien droeg ik niet de juiste schoenen. Mijn liefje pakte het
anders aan. Zij zei dat ze niet goed was in dansen, zeker niet in zoiets sensueels
als tango. Zijn antwoord daarop was dat hij haar sexy zou maken tijdens de
milonga… !Hombre! Het resultaat is navenant. Gelet moet worden op haar nieuwe
sandalen. Ze loopt erop als een klipgeit en danst als een heuse ‘mina’.
Na de lunch deden we -met
doggy bag- nog een extra rondje Caminita en bezochten we Fundación PROA, een museum van hedendaagse kunst. Het
hoofdgebouw is in 19de eeuwse Italiaanse stijl, de aanbouw
is hypermodern. Het is prachtig gelegen aan de oude haven van La Boca, met
uitzicht op de rivier en de karakteristieke spoorbrug. Er was een
tentoonstelling van bewegende tangopoppen waarbij ik experimenteerde met de Magic-knop
van mijn kleine camera. Zo kreeg de tangodanser ineens twee dames aan zijn
arm?! Het pand beschikt tevens over een goed uitgeruste bibliotheek en een
restaurant met dakterras.
Terug naar huis namen we een bus
met een andere route door de stad dan die van de heenreis. Er is nog veel te
zien al begint de To Do-lijst te krimpen. Na anderhalf uur kwamen we plakkerig
maar voldaan thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten