Gisteren en eergisteren waren
dagen vol engagement, solidariteit en emotie. Sinds ik nadenk over de wereld
hang ik een links standpunt aan. Ik kom niet uit een links nest, ik kreeg die
voorkeur niet met de paplepel ingegoten. Toch zit het diep. Ik blijf het gedachtengoed
dan ook koesteren al voel ik mij niet meer verbonden met een linkse partij in wel
politieke bestel dan ook. Onrecht en onrechtvaardigheid blijven een doorn in het
oog, solidariteit met minderheden en minderbedeelden vind ik belangrijker dan
ooit. En we moeten niet vergeten – No olvidamos.
Op woensdag bezochten we het Muséo del Holocausto. Dat onderwerp houdt
mij sinds mijn jonge jaren bezig. Mijn liefje en ik waren de eerste bezoekers, we
wachtten geduldig op de stoep totdat de klok 11 uur sloeg. Over de hele lengte
van de gevel staan betonnen palen die kwaadaardigen van de uitvoering van snode
plannen moeten weerhouden. Ik drukte op de bel en de deur zwaaide open. Na
registratie konden we het museum betreden. Wat mij allereest opviel was de gang waardoor je het museum betreedt: oude, glimmende straatkeien onder een onverlichte poort herinnerden mij aan binnensteden van Oost-Europa.
Het museum heeft een
permanente en een wisselende expositie. De permanente gaat over het joodse
leven in grote delen van Europa voor en tijdens de tweede wereldoorlog, de
nazi-ideologie en het joodse leven in Argentinië ten
tijde van de nazi’s. De foto’s zijn indringend.
De tijdelijke tentoonstelling
was gewijd aan Jan Karski. Hij was een jonge katholieke Pool die wereldwijde
bekendheid kreeg als ‘courier from Poland who exposed the Holocaust’. Karski is
een gelauwerd man: hij behoort tot een van de Rechtvaardigen onder de Volkeren maar kreeg ook (weliswaar postuum)
de hoogste Amerikaanse onderscheiding. Hij berichtte uit de eerste hand over misdaden
tegen de joden door de nazi’s, tot aan President Roosevelt toe. Momenteel lees
ik zijn autobiografie ‘Story of a Secret State – My report to the World’ waarop
ik opmerkzaam werd gemaakt in het museum. Ook het overzicht van genocides in de
wereld, tot vandaag de dag, schokte.
Argentinië
was niet alleen toevluchtsoord voor joodse mensen, ook beruchte nazi’s zochten en
kregen er onderdak. Zoals ik eerder blogde, vluchtte Eichmann aan het einde van
de tweede wereldoorlog naar Argentinië
waar hij onder de schuilnaam Ricardo Klemente een relatief onbezorgd leven
leidde; eerst in Patagonië en later in Buenos Aires. Minstens 180 andere nazischurken
volgden zijn voorbeeld. Tja.
Toen wij ’s avonds thuiskwamen,
lazen we in de Buenos Aires Herald dat er eerder die dag -te weten om 11 uur
’s ochtends, op het moment dat de deur van het Holocaustmuseum openzwaaide- een standbeeld van Ana Frank werd
onthuld in aanwezigheid van rabbijn Soetendorp. Buenos Aires kreeg een kopie
van het Amsterdamse beeld, dat werd vervaardigd door de Nederlandse
beeldhouwster Jet Schepp. Het staat om de hoek van de Nederlandse ambassade in
de wijk Puerto Maduro. De dag erop gingen wij ernaar op zoek.
We reden met de bus vanuit
Palermo de Calle Paraguay helemaal uit naar het havengebied. Mijn liefje zocht op wat er
in de wijk was te zien: onder andere een brug van een de favoriete
Spaanse architect Santiago Calatrava. Het gebied deed mij vanwege de
skyline, de omgebouwde havenloodsen, de boten in de rivier en de kranen sterk
denken aan Rotterdam en Londen.
’s Middags wandelden we naar Plaza
de Mayo om de dwaze moeders en oma’s eer te betonen. Mijn liefje voelde een
zekere gespannenheid en dat begreep ik goed. Al decennia lang weten we van de plek
en van de protesterende vrouwen en nu komen we oog in oog met hen te staan.
Circa 30.000 Argentijnen (waaronder 1.900 joodse mensen) verdwenen spoorloos tijdens
de vuile oorlog van de militaire junta. 400 tot 500 kinderen werden geboren
terwijl hun moeders vastzaten in detentiecentra. Zij werden illegaal
geadopteerd door militairen en families die het Videla-regime steunden. Hetzelfde
gebeurde in Spanje onder Franco. 114 van die Argentijnse kinderen zijn
inmiddels opgespoord met behulp van DNA-onderzoek.
Mijn liefje en ik zaten om 3
uur ’s op een bankje aan het vermaarde plein. De eerste oudjes met geborduurde witte
hoofddoeken liepen binnen. De vrouwen begroeten elkaar hartelijk, er wordt
gekust en gelachen. Er was veel media op de been. Ik liep rond en herkende rabbijn
Soetendorp tot wie ik mij kort richtte om te zeggen dat ik het mooi vond hem daar te zien. Hij liep die dag uit overtuiging mee met de Madres. Mijn
liefje trof ik even later aan met Estela, een van de dwaze (groot)moeders, die net
bezig was foto’s van haar verdwenen kinderen op te spelden. Zij vertelde
dat ze geen oma is want haar kinderen waren nog geen ouder toen ze 38 jaar geleden
verdwenen. Haar dochter zou gaan bevallen maar de baby heeft de familie nooit gezien. Die werd weggenomen en weggeven aan derden. Zij is oprichtster van de belangenvereniging van familie van
vermisten. Ze vroeg waar wij vandaan kwamen. Daarop kwam een positieve reactie.
Nederland speelde in de
jaren ’80 van de vorige eeuw inderdaad een positieve rol in hun treurige geschiedenis. Wij boycotten het wereldkampioenschap
voetbal in Argentinië in 1978 niet en de Madres de la Plaza de Mayo werden door Hollandse publiciteit op de
wereldkaart gezet. De actie SAAM startte, Steun Aan Argentijnse Moeders. Nederlandse vrouwen zamelden geld in om de moeders een eigen
plek te geven. De rest is geschiedenis. Aldus Hebe de Bonafini (1928),
voorzitster van de Asociación Madres de Plaza de Mayo die gisteren ook aanwezig
was. Zij oogt en klinkt nog steeds zeer strijdbaar. ¡Vamos las Madres!
Eén persoon kan het verschil maken.
Dat idee wordt gepersonifieerd door Jan Karski, Ana Frank, rabbijn Soetendorp
en las señoras Hebe y Angela.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten