Het is hoog tijd voor een
culinaire blog vanuit de stad van de… ehh.. van de grote lappen vlees. We lazen
er in alle reisgidsen over: Argentijnen zijn serieuze vleeseters. Ik vond een
foto van de Argentijnse stervoetballer Lionel Messi aan een overvolle barbecue.
Door de aanhoudende inflatie en de hoge prijzen liep de vleesconsumptie in het
afgelopen jaar verder terug.
Er zijn alleen nog maar officieuze statistieken over 2014 op het web te vinden. De consumptie van dierlijke eiwitten in Argentinië ligt op 114 kg per capita: 64 kg rundvlees, 41 kg kippen- en 9 kg varkensvlees. Dat betekent dat er ruim twee kilo vlees per week in een Argentijnse keel verdwijnt. Wow. Ik doe er drie jaar over om die hoeveelheid te verzwelgen! In de supermarkten vind je grote porties, ook de restaurants serveren volle borden. Op de eerste dag van ons verblijf in Buenos Aires betraden we een parilla (grillrestaurant) op plaza Serrano. Mijn liefje had trek in biefstuk en ik koos voor zwezerik; niet iets dat iedereen lust. We namen een goedgevulde rucolasalade vooraf. De rucola hier heeft een heel andere textuur maar wel dezelfde peperige smaak die wij kennen.
Zij kreeg vervolgens twee hele biefstukken en ik negen stukken zwezerik voorgezet. Beide stukken vlees waren uiterst sappig, ‘a punto’ (medium rare) bereid en lekker krokant. De porties waren echter veel te groot. Kijkend naar wat er op onze borden achterbleef, stelde de ober uit zichzelf een doggy bag voor. We blijven eten mee naar huis brengen na een restaurantbezoek. We ontdekten inmiddels dat je gerust één gerecht van de kaart kunt kiezen en dan zonder schroom kunt zeggen dat je het samen wilt opeten. De restaurantbediening zal geheid antwoorden “het is een kleine portie, mevrouw” maar voor ons, kleine eters, is dat hét signaal dat de beslissing juist is.
Er zijn alleen nog maar officieuze statistieken over 2014 op het web te vinden. De consumptie van dierlijke eiwitten in Argentinië ligt op 114 kg per capita: 64 kg rundvlees, 41 kg kippen- en 9 kg varkensvlees. Dat betekent dat er ruim twee kilo vlees per week in een Argentijnse keel verdwijnt. Wow. Ik doe er drie jaar over om die hoeveelheid te verzwelgen! In de supermarkten vind je grote porties, ook de restaurants serveren volle borden. Op de eerste dag van ons verblijf in Buenos Aires betraden we een parilla (grillrestaurant) op plaza Serrano. Mijn liefje had trek in biefstuk en ik koos voor zwezerik; niet iets dat iedereen lust. We namen een goedgevulde rucolasalade vooraf. De rucola hier heeft een heel andere textuur maar wel dezelfde peperige smaak die wij kennen.
Zij kreeg vervolgens twee hele biefstukken en ik negen stukken zwezerik voorgezet. Beide stukken vlees waren uiterst sappig, ‘a punto’ (medium rare) bereid en lekker krokant. De porties waren echter veel te groot. Kijkend naar wat er op onze borden achterbleef, stelde de ober uit zichzelf een doggy bag voor. We blijven eten mee naar huis brengen na een restaurantbezoek. We ontdekten inmiddels dat je gerust één gerecht van de kaart kunt kiezen en dan zonder schroom kunt zeggen dat je het samen wilt opeten. De restaurantbediening zal geheid antwoorden “het is een kleine portie, mevrouw” maar voor ons, kleine eters, is dat hét signaal dat de beslissing juist is.
We zijn ondertussen vele
ervaringen rijker en twéé dingen staat vast: it’s big and it’s bland. Elke maaltijd
heeft tot nu toe tè weinig smaak. Als amateurkokkie ben ik in eigen keuken voorzichtig
met zout maar verse peper strooi ik rijkelijk over elke maaltijd. Hier lijkt hier
alsof het peper- en zoutvaatje uit de professionele keuken is verbannen. We
aten reeds Argentijns/Patagonies, Armeens, Frans, Italiaans, Chinees, Mexicaans
en Joods en telkens had ik behoefte aan zout en peper. Ongekend voor mijn doen.
Alleen de koshere hamburger bij McDonald in het winkelcentrum Abasto (joodse
wijk) was op smaak. Het is de enige McDonald buiten Israël waar je een burger
volgens de Joodse spijswetten kunt eten.
In boekhandel El Ateneo viel mijn oog op het kookboek
van Elba Rodríquez die
winnares werd van Masterchef Argentina 2014. Zij won de finale met een
Waldorfsalade, lasagna bolognese en chocolademousse met een saus van rood fruit
en liqueur. Toen ik het las, dacht ik: “niks bijzonders” maar er is niets mis
met een traditioneel menu, vooropgezet dat het perfect wordt uitgevoerd. Ik
denk wel dat zo’n overwinning iets zegt over de Argentijnse keuken. Haar hoofdprijs
bestond uit de titel en eeuwige roem, prijzengeld van 250.000 Argentijnse pesos
(circa €25.000), de uitgave van een eigen kookboek en een
vervolgopleiding aan een van de beste kookacademies van het land.
Tijdens onze eerste week in de stad maakte mijn
liefje mij tijdens een wandeling attent op een raam. Daarachter bleek zich zo’n
kookacademie te bevinden. Ik zag een leraar en een rij leerlingen -allen met
koksmuts- die hun taartbodem lieten keuren. De kap werd eraf gesneden, de cake werd
betast. De jongen op de foto kreeg een 7 voor zijn prestatie.
De toetjes krijgen van ons betere scores. Er wordt veel gebruik gemaakt van dulce de leche, een mengsel van volle melk met suiker dat wordt ingekookt
tot een stroperig goedje. Het wordt overal op en in gedaan. Argentijnen houden
van zoet en zijn dol op chocolade.
‘Negen van de tien mensen houden van
chocolade. De tiende liegt’. Een uitspraak naar mijn hart.
Volgens Máxima komt
de lekkerste chocoladereep van winkel Bonafide. In Café London probeerde ik een
zogenaamde ‘submarino’. Het is warme melk met een brok pure chocolade aan een
stokje. Het is de bedoeling dat je de chocolade in de melk onderdompelt en dan
een soort chocomel drinkt. Errug lekker! Volgens persbureau Bloomberg is
chocolade ’s werelds meest bedreigde lekkernij. De grootste chocolademakers zijn
van mening dat chocola opraakt. Pure chocolade is al jaren bezig aan een
opmars. Puur bevat immers 70% cacao terwijl melkchocolade slechts 10 à 20% bevat. Máxima’s favoriete ijs komt van Freddo. In een locale krant werd gemopperd op de hoge prijs van het
product: 180 Argentijnse pesos (€18) per kilo… Mijn favoriete Freddo-smaak is momenteel ‘tramontana’.
Het is vanille-ijs met strepen dulce de leche, vermengd met puur chocoladebolletjes
die met een biscuitje zijn gevuld. Het is maar goed dat we dagelijks uren
wandelen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten