Gisteren vonden in Catalonië regionale
verkiezingen plaats die zich ontpopten als een verkapt referendum over
onafhankelijkheid. Op 27-S gingen de deuren van de meer dan 8.000 stemlokalen stipt
om 8 uur open. Het kan dus wel. Ik volgde de live-uitslagen op de voet. 5.510.798
Catalanen mochten hun stem uitbrengen, de opkomst was ongekend hoog: 80%. Het
was een dag met kleine incidenten maar grote woorden van zowel voor- als
tegenstanders. Linkse en rechtse separatisten, verenigd in Junts pel Sí (Samen voor Ja), behaalden een krappe meerderheid. Madrid
is pisnijdig. Dit is een serieuze stap op weg naar een onafhankelijk Catalonië
maar dat gaat nog even duren. De tegenstanders zullen uiterst bezorgd zijn… kunnen
we nu ook vluchtelingen uit het noorden verwachten?
Afgelopen weekend waren wij in een andere illustere
regio van Spanje: Andalusië, dat geld noch reden heeft om zich af te scheiden
van Mamá España. Daar hadden we een afspraakje met Luz Maria en Eugenio,
Chilenen uit Santiago de Chile die we leerden kennen tijdens onze recente
cruise langs de Islas Galapagos. Zij kwamen onlangs voor vakantie naar het
Iberisch Schiereiland. Na een bezoek aan Baskenland (Bilbao, Santiago de
Compostella) reden ze naar Zuid-Portugal waarna ze de grens overstaken en Zuid-Spanje
binnenreden. We ontmoetten hen in Málaga, de havenstad die we weer van een
andere kant leerden kennen en die mij telkens beter bevalt.
We ontmoetten er tevens de Malagueños Juan en Almudena.
40 jaar geleden zaten hij en Eugenio op hetzelfde college in Málaga. De Chileense
jongeling leerde naar verluidt ‘alles’ van zijn oudere medestudent. Ik vroeg
niet verder... De mannen verloren elkaar uit het oog maar Juan nam in 2008
contact met hem op via Facebook en daarna bleven ze verbonden. Het werd een
emotioneel weerzien, vertelde Eugenio ons 's middags op een überzonnig terras
in het centrum van de stad. We dronken koffie, haalden Galapagos-herinneringen
op en maakten een gezamenlijke stadswandeling. Het was een gezellig weerzien.
Voor 's avonds had Juan een tafel-voor-zes in een
culturele hotspot gereserveerd, een typisch Andalusische taverne met een
legendarische tapasbar. We werden daar om 8 uur verwacht voor een avondje
flamencomuziek en -dans. Muziek van de verschroeide aarde, liederen vol
liefdesverdriet; niet zielig maar trots. Puur passie uit Moorse overlevering. We
keken ernaar uit. Op weg naar het restaurant kwam Almudena een vriendin tegen
die zojuist een expositie afsloot. Lola troonde ons mee naar tentoonstelling
‘Kleuren van de herfst’. We bekeken haar olieverfschilderijen, stonden daarna stil
bij de opgravingen aan de voet van het Moorse Alcazaba waar Juan vertelde dat
hun zoon archeoloog is, voorheen doceerde aan de universiteit van Málaga en
thans in Southampton woont en werkt.
Bij verlate aankomst in het restaurant bleek ons
tafeltje bezet. We kregen een nieuwe kans om 9:30 uur. Dineren zouden we daarna
doen. We liepen door het centrum, dronken ons eerste glas wijn aan Plaza de la
Merced, het plein met het geboortehuis van Pablo Picasso waarin de Fundacíon
Picasso thans is gevestigd. Om half tien eisten we met succes het beste
tafeltje van de bodega op: op de eerste verdieping, direct naast het podium. Juan
en Almudena bestelden tapas voor iedereen: jámon ibérico, aubergineplakken met
miel de caña en verschillende salades. Vooral de ensalada
malagueña met kabeljauw ga ik thuis namaken. De Rioja Crianza vloeide rijkelijk.
Niks tenen, hak en voet, zoals het voetenwerk bij
flamenco gaat. Er was geen castagnette te bekennen. Het betrof live-muziek met
een traditionele toon, voortgebracht door een bandje van drie jonge mensen: een
zangeres met een stem als een klok, een relaxte jongedame met accoustische flamencogitaar
en een drummer. De andere flamenco-aspecten die ik onderscheidde waren de bolletjesschoenen
van de zangeres en de waaier van Almudena. Het mocht de pret niet drukken. Er
werd gedanst en meegezongen, zelfs mijn liefje werd de vloer opgesleurd. Er waren veel palmas en pitos (handengeklap en vingergeknip), onze amusante Chileen
deed mee met de cuenca, een folkloredans uit Zuid-Amerika waarbij de dansende man
een witte zakdoek rondzwaait.
Die avond kreeg ik flamencowaaierles. Jezelf op
de juiste wijze koelte toewuiven, is moeilijker dan het lijkt. Het gaat om een
specifieke polsbeweging waarmee de waaier decent naar de borsten moet worden
gebracht. Na flink oefenen kon ik de waaier bovendien in één vloeiende beweging
sluiten en openen; weer een stapje verder in de inburgering! Zelfs Eugenio ging
zich te buiten aan waaieren, koket met zijn hand in zijn zij. Er blijkt een
wereld vol symboliek achter schuil te gaan. De beschilderde kant naar de
buitenwereld waaieren is uitnodigend, de achterkant tonen betekent dat de
kijker het niet moet wagen contact te leggen! Ik kreeg de waaier mee als
aandenken. Om twee uur 's nachts verlieten we de bodega-bar die toen nog vol
zat; dat gold ook voor de straten van Málaga.
Luz Maria en Eugenio kwamen inmiddels in Madrid
aan, de laatste stop van hun rondreis. Op de route terug naar huis reden mijn
liefje en ik over de uitgestrekte vlakten van de Sierra Nevada waar we ons
vergaapten aan de omvang van de nieuwe aanplant van olijfbomen. De productie
van het groene goud is een uiterst lucratieve business. In Andalusië wordt het
smakelijke goedje in januari geoogst. Wij lunchten in restaurant Las Albardinales, behorend bij een
olijfoliemuseum waar ze sensationele ecologische olie produceren en verkopen.
De chefkok lichtte het recept van verse ananasmousse met veel plezier èn
handgebaren toe. We leven in een ruim land, met boeiende mensen en mooie
tradities.