Tijdens het diner onder de
sterren op woensdagavond in Biezja Oenion keken mijn liefje en ik gebiologeerd naar
de rode bergrug waar het flitste en bliksemde. We zaten in een openluchtbioscoop
met spectaculaire beelden. Steeds meer medegasten volgden ons voorbeeld. Het
was grappig om te zien en zeer gezellig. Er heerste een herbergsfeer in het
hotel: er was veel onderling contact, veel uitwisselingen van ervaringen en
nieuwsgierigheid naar elkaars reisschema. We hadden geluk dat we Talampaya -met
strakblauwe lucht- reeds bezochten. De extreme regenval van het moment zou ook een
bezoek aan dat park in het water hebben doen belanden, net zoals Ischigualasto.
We reden donderdagochtend terug
naar Mendoza, wederom via de ruta naciónal 40. Ik kan duidelijk zijn: die weg
en wij werden geen vrienden. Na ongeveer 40 kilometer op de route bleek een
rivier dusdanig buiten de oevers te zijn getreden dat Clio Mio zou verzuipen, met
ons erin. Het is opmerkelijk dat geen hotelmedewerker erover sprak of vroeg naar
onze reisroute maar dat is wellicht te westers gedacht. De politie handelde
evenmin: er stonden nergens waarschuwingsborden. Langs de kant van de weg stond
een Ford Ecosport met knipperende lampen waarin ik een andere hotelgast
herkende. De Argentijn meldde mij dat deze rivier niet eens het grootste
probleem op deze route was; even verderop lag er een die dieper en breder was. Het
was onmogelijk om onze weg te vervolgen dus we draaiden om. Wederom!
We keerden om, tankten
benzine bij het tweede station. Het eerste had geen brandstof; misschien zat de
bevoorrading wel vast tussen twee rivieren? Na een kopje koffie op het plein
van Villa Unión begonnen we monter aan onze reis naar Mendoza van ruim 500
kilometer. Ook op dit alternatieve traject hielden we het niet droog. We staken
enkele keren een buiten de oevers getreden rivier over. Soms lieten we een
andere chauffeur voorgaan, om te zien hoe diep een en ander was, op sommige
plaatsen had de provincie materiaal ingezet om de oversteek te
vergemakkelijken.
Denkend aan Argentijnse
autowegen zie ik electriciteitsdraden die soms links en dan weer rechts hangen,
weinig verkeer en het verkeer dat hier is, bestaat vaak uit oldtimers van 40 of
50 jaar oud. Dit deel van Argentinië lijkt in alles op de Australische outback.
Uitgestrekt gebied, gaucho’s met karakteristieke koppen, grazende dieren, grote
landerijen, rijdende barrels. Naarmate we dichter bij stad Mendoza kwamen, nam
het aantal moderne auto’s toe maar circa 40 kilometer ten noorden van
Argentinië’s epicentrum van de wijnbouw zag ik tegelijkertijd tot mijn
verbijstering nog veel, heel veel lemen hutten. Waarschijnlijk zijn dat de onderkomens
van landarbeiders die druiven en olijven in de regio plukken.
Bij de afrekening door het
verhuurbedrijf bleek dat wij in de afgelopen dagen 2.087 kilometer reden; we
gaven €156 aan
benzine uit. Het pittige autootje bracht ons en zichzelf veilig en zonder butsen
terug.
We sluiten ons verblijf van
twee maanden in Argentinië hiermee af. We genoten van alle ervaringen, koesteren
vooral de vriendelijkheid van de Argentijnen. Morgen steken we de landsgrens
over. De wollen mutsen, handschoenen en warme jacks gaan mee in de bus. Bij de
douane, op 3.000 meter hoogte, moeten we namelijk met alle bagage de bus tijdelijk
verlaten. Het is koud in de Andes!
In de plaatselijke ochtendkrant
las ik dat het een van de warmste zomers in Santiago de Chile is. Deze
Argentijnse krant noemt Chili een van de landen met de grootste economische ongelijkheid
ter wereld… Mensen met geld gaan ’s zomers naar zee, arme mensen blijven in de
stad. Er is sprake van een aanhoudende hittegolf en het stadsbestuur besloot daarop
in bepaalde wijken zwembaden neer te zetten voor de jeugd. Ook fonteinen en
brandweeraanpompen worden gebruikt. Wij gaan eerst naar de kust en dan staat een
bezoek aan de hoofdstad op het programma. We gaan ons reisprogramma wellicht aanpassen:
meer koelte van zee, minder stadshitte.